Omroep Flevoland – Nieuws – Ruim 70 meldingen van kinkhoest in Flevoland, het RIVM maakt zich zorgen

Het aantal kinkhoestgevallen in Flevoland blijft de afgelopen maanden stijgen. Dit jaar zijn er tot nu toe 73 meldingen ingediend bij de GGD, vergeleken met 27 vorig jaar. Veel meldingen kwamen vooral uit Almere (30), Urk (22) en Lelystad (13). De gezondheidszorg verwacht dat dit cijfer in de nabije toekomst verder zal stijgen.

Dit gebeurt ook op landelijk niveau en het RIVM maakt zich daar zorgen over. Vorige week werd duidelijk dat zeker vier baby’s aan de ziekte zijn overleden. Voor zover de GGD weet zijn er in Flevoland geen kinderen overleden. De kinderen zijn echter opgenomen in het ziekenhuis.

Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën. Produceert een gifstof die hoestbuien veroorzaakt. Deze hoest kan enkele weken of maanden aanhouden.

73 rapporten
Op 24 februari stond het totaal aantal klachten dit jaar op 40. Uiteindelijk waren er in januari 13 klachten, in februari 34 en tot en met half maart 26, wat het totaal op 73 brengt. Een groot deel van de klachten komt uit kinderen jonger dan 12 jaar.

Net als in de rest van Nederland daalt de kinkhoestvaccinatie in Flevoland al jaren. Uit de laatste cijfers blijkt dat 81 procent van de Flevolanen is ingeënt tegen kinkhoest. Het doel is 90 procent. In Flevoland liggen de cijfers onder het landelijk gemiddelde van 85 procent.

Vooral de vaccinatiegraad op Urk is opvallend; De overige gemeenten liggen ongeveer op dezelfde lijn als het Flevolandse gemiddelde:

Zorgwekkend
De GGD maakt zich zorgen dat de vaccinatiegraad al jaren daalt. De dienst probeert het tij te keren door extra media-aandacht te bieden. Volgens de GGD heeft de kinkhoestuitbraak mogelijk deels te maken met de dalende vaccinatiegraad. Vóór het coronavirus kwamen er ook regelmatig meldingen binnen, maar niet zo veel als de laatste tijd.

In Flevoland is nog geen geval van mazelen vastgesteld. Volgens de GGD kan de daling van de vaccinatiegraad tegen deze ziekte niet los worden gezien van een uitbraak.