close
close

Omroep Flevoland – Nieuws – Baby Storm ondanks hulporganisaties overleden: hoe kan dat?

Volgens buurtbewoners heeft het gezin van de overleden baby Storm in de wijk Horst in Lelystad hulp gekregen van Veilig Thuis en de interventieorganisatie Binnen het Gezin. Dit roept de vraag op: hoe kan een kind van vijf maanden in huis overlijden? Heeft de hulp niet genoeg gedaan?

Al snel wordt een vergelijking gemaakt met de tragedie in Vlaardingen, waarbij een pleegkind ernstig gewond in een ziekenhuis belandde omdat er niet voor hem gezorgd werd. Maar is dat waar? De hulpverlening kan uiterst complex zijn en elke zaak vraagt ​​om een ​​eigen aanpak. Zo simpel is het niet, zegt Annemiek Harder, hoogleraar Jeugdzorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Onveilige situatie thuis
Als het kind thuis niet veilig is omdat een ouder een probleem heeft met bijvoorbeeld alcohol of drugs, kan het om hulp vragen. U kunt het zelf doen, maar de omgeving kan het ook via de gemeente of een zorginstelling doen.

Indien er een melding is ingediend bij Veilig Thuis Flevoland, voert deze organisatie een veiligheidsbeoordeling uit. Medewerkers gaan na of de situatie thuis gevaarlijk is en wat er gedaan moet worden om het weer veilig te maken. Meestal wordt hiervoor een zorgverlener ingeschakeld.

“Je wilt voorkomen dat er onnodig melding wordt gemaakt.”

—Annemiek Harder, docent

Volgens Annemiek Harder zijn er een reeks stappen die een zorgprofessional moet volgen als er een gevaarlijke situatie wordt vermoed: “Je zoekt eerst naar signalen die de zorgen bevestigen, maar tegelijkertijd zoek je ook naar signalen die dit tegenspreken.” “Je wilt beide kanten op gaan en voorkomen dat er onnodig geklaagd wordt.”

“De volgende stap is overleg met een collega. Vervolgens praat je met de ouders en indien mogelijk ook met het kind, om een ​​goed beeld te krijgen van hun voorgeschiedenis. Tenslotte weeg je alles af en bespreek je de uitkomsten met een ander.” Als er een groot risico bestaat op onveiligheid of schade voor het kind, moeten er maatregelen worden genomen om dit uit te breiden.”

De belangrijkste vraag is of er iemand in huis direct gevaar loopt. De mantelzorger analyseert eerst samen met familie en kennissen wat er nu opgelost kan worden.

Ga een tijdje ergens anders wonen
Vaak is het al voldoende dat er hulp naar huis komt. Maar soms is het voor het kind beter om een ​​tijdje ergens anders te gaan wonen. Dat heet crisisplaatsing. Dit komt alleen in extreme gevallen voor en is bij voorkeur tijdelijk. Verzorgers geven er de voorkeur aan dat ouders en kinderen bij elkaar blijven.

‘Mensen wantrouwen soms zorgverleners’

—Annemiek Harder, docent

Als het toch nodig is, kijken wij eerst of het kind terecht kan bij familie of kennissen. Als dat niet lukt, wordt het kind in een pleeggezin of gezinsvervangingshuis geplaatst. Deze beslissing wordt niet lichtvaardig genomen en laat de zorgverlener niet alleen.

Registratie en boekhouding
Dit gebeurt samen met een gedragswetenschapper. En soms ook met instanties als GGZ en de Raad voor de Kinderbescherming. Daarnaast moet de zorgverlener alles wat er wordt besloten schriftelijk vastleggen en verantwoorden.

Maar het is niet altijd mogelijk om problemen thuis op te lossen. “Soms is dit behoorlijk ingewikkeld”, zegt Harder. “Je werkt met kwetsbare mensen die soms zorgverleners wantrouwen. Je bent toch afhankelijk van wat een kind of ouder je vertelt. Soms heeft een kind een grote loyaliteit tegenover de (pleeg)ouders en durft het niet alles te vertellen”.

Hulpdiensten onder druk
Ieder jaar verschijnen er in de media familiedrama’s waarin ze voor jongeren proberen te zorgen, maar waarin het steeds misgaat. Recent nog met het meisje uit Vlaardingen dat een veilig thuis had moeten vinden bij een pleeggezin, maar werd mishandeld. Waarom gaat dit mis en kan dit voorkomen worden?

“Het uitwisselen van informatie gaat wel eens mis.”

—Annemiek Harding, docent

Volgens Harder staat de aandacht voor jongeren onder druk. Veel mantelzorgers hebben meerdere kinderen om voor te zorgen. Sterker nog, ze hebben te veel bestanden en hebben niet genoeg tijd om ze goed te volgen. Daarnaast zijn er veel wisselingen onder gezinsvoogden. Als mantelzorger gaat daardoor vaak informatie over het gezin verloren, zegt de hoogleraar.

Ook in een gezin komen vaak meerdere complexe problemen voor, waardoor bij de zorg meerdere partijen betrokken zijn. “Al deze partijen moeten informatie met elkaar uitwisselen, maar dat gaat wel eens mis. Zeker als er wisselingen plaatsvinden tussen zorgverleners”, zegt Harder. Volgens haar zou het enorm helpen als tenminste één persoon langdurig aan een gezin verbonden was en dit goed kende.

Verantwoordelijkheid
Dit artikel is gebaseerd op de richtlijnen jeugdzorg van het Nederlands Jeugdinstituut en Veilig Thuis Flevoland en een interview met Annemiek Harder, hoogleraar Jeugdzorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *