De vertrekkende regering heeft de kortingsverhoging afgeschaft

Het vertrekkende kabinet heeft de zogenaamde verlengingskorting afgeschaft, die de provincie Flevoland een meevaller van zo’n 2 miljoen euro per jaar heeft opgeleverd. Ook is er meer motorrijtuigenbelastinggeld binnengekomen, meer dan verwacht.

Definitief afgeschaft
Ongeveer twee weken geleden, medio april, stuurde het aftredende kabinet (begin) de voorjaarsnota naar de Tweede Kamer. Er werd aangegeven dat de verlengingskorting definitief wordt afgeschaft.

Dit betekent dat het nieuwe bekostigingsstelsel voor decentrale overheden dit jaar in werking treedt en pas in 2027. In 2015 is de uitbreidingskorting ingevoerd als stimulans voor gemeenten om te fuseren.

Verlengingskorting
Volgens het toenmalige kabinet hadden de grootste gemeenten veel schaalvoordelen en kregen deze gemeenten daarom korting in het gemeentefonds. Het kabinet wilde eigenlijk toe naar een systeem van ruim 100.000 gemeenten, maar de ambitie werd al snel opgegeven.

Alleen de verlengingskorting bleef over, die zou oplopen tot bijna een miljard in 2025. Maar deze korting is sinds 2020 bevroren en zou in 2026 terugkeren. Maar de gemeenten en veel landelijke partijen vroegen om afschaffing van deze korting.

Het aftredende kabinet heeft dit na overleg met de VNG, het IPO en de waterschappen besloten en vastgelegd in de voorjaarsnota. Om deze reden verstrekt het kabinet vanaf 2026 structureel 715 miljoen euro extra aan lokale overheden.

Grotere positieve resultaten
Voor Flevoland betekent dit dat het in 2028 zo’n 735.000 euro overhoudt, terwijl het tekort op ruim 1 miljoen euro werd geschat. Hierdoor zal de provincie Flevoland tot 2028 grotere positieve resultaten boeken dan eerder verwacht.

Aan de andere kant zegt hij dat er steeds minder geld overblijft. In 2025 zou het bijvoorbeeld bijna 6 miljoen euro zijn, een jaar later ruim 5 miljoen euro, in 2027 nog ruim 3 miljoen euro en in 2028 nog steeds 735.000 euro.

In de verkenningsnota zegt de provincie dat de financiële vooruitzichten er beter uitzien dan begin 2024 werd ingeschat. Maar de provincie zal haar financiën goed in de gaten blijven houden, omdat er steeds minder geld over is. En er is nog veel te doen.

(Bronnen: Rijksadministratie, ANP, Zeelandnet)