close
close

De vondeling van Veenhuizen: ‘Dit verhaal moet verteld worden’

Nieuws
173 keer gelezen

GOUDA • Patricia Snel schreef ‘De Vondeling van Veenhuizen’. Met het boek geeft hij een stem aan de kinderen van de Kinderkolonie.

Terwijl hij door het Drentse landschap wandelde, kwam Snel een vergeten stukje geschiedenis tegen. In de 19e eeuw werden duizenden weeskinderen naar de kinderkolonie Veenhuizen gestuurd. Met haar historische roman maakt ze de nooit eerder gehoorde verhalen van weeskinderen zichtbaar.

Vierde asiel
Snel, opgegroeid in Gouda, woont al jaren in Amsterdam. Om aan de drukte van de stad te ontsnappen, isoleert hij zich elke twee maanden in Drenthe. Tijdens zijn wandelingen daar passeert hij altijd het Vierde Instituut.

‘De weeskinderen die in de kinderkolonie Veenhuizen stierven, werden daar begraven. In werkelijkheid een massagraf, zonder monument of beeltenis.

Er liggen duizenden kinderen begraven, zegt Snel. “Dan loop ik over het gras met de kinderen anoniem begraven en steek ik een kaars aan voor alle weeskinderen in de treurbeuk.”

In een handomdraai’
Twee jaar geleden liep ik daar en in een oogwenk zag ik een verhaal over een jongen uit de stad. Ik wilde meer weten over de Maatschappij van Weldadigheid.

Hij reed naar de dichtstbijzijnde boekwinkel en kocht alles over de Koloniën. Ook bezocht hij het Penitentiair Museum Veenhuizen.

De wees van Amsterdam
Daar vond hij het boek. De wees van Amsterdam, geschreven door Karel Muller over zijn periode in het Eerste Asiel. Karel miste zijn ouders en had goede hoop dat zijn vader zou herstellen. ‘

De tranen stroomden over mijn wangen terwijl ik het las. En toen wist ik: dit verhaal moet verteld worden.’

Ik dook snel in de archieven en deed veel veldonderzoek. Alles om dit onderbelichte aspect van de Kolonie tot op de bodem uit te zoeken. ‘Toen ik dieper groef, kwam dat verborgen verhaal tot leven. Nu wist ik veel over de ideeën achter de Kolonie, maar ik wist: ik ga het verhaal ervan vertellen.’

Vanuit het hele land verzonden naar Drenthe.
Het verhaal van Karel Müller staat symbool voor de 8.600 kinderen die in de Kinderkolonie terecht zijn gekomen, zegt Snel. In 1824 arriveerden de eerste kinderen. Vanuit het hele land werden ze naar Drenthe gestuurd.

Tweehonderd jaar geleden werd in Veenhuizen één van de zeven Koloniën van Weldadigheid gesticht. Tussen 1818 en 1825 stichtte de Maatschappij van Weldadigheid zeven landbouwkolonies: vijf in het noorden van Nederland en twee in het zuiden, het huidige België. In 1823 werd de Kinderkolonie Veenhuizen opgericht om duizenden weeskinderen te huisvesten.

Extreme armoede
“In die tijd was er extreme armoede”, zegt Snel. «In die tijd waren de weeshuizen in de steden overvol. Het idee was: wij maken hulp aan de armen gratis, zij krijgen een dak boven hun hoofd, voedsel, werk en onderwijs in gezonde plattelandslucht. Wij verkopen de landbouwproducten die zij produceren.’

Het leek een win-winsituatie, maar de omstandigheden waren verschrikkelijk.

‘In theorie klinkt het fantastisch, maar in de praktijk werkt het anders. Ze stierven door honger, heimwee, ziekten en gebrek aan liefde. Jongens werkten op het land onder toezicht van strenge districtshoofden, meisjes in huishoudelijke taken of in de textielindustrie. Ze droegen dezelfde uniformen, met weesnummers op hun jassen genaaid. Ze sliepen in hangmatten met tachtig kinderen op één kamer, meisjes en jongens apart, in een klein kamertje met één enkele turfkachel. Het was nat en koud. De stank, het lawaai, de onbeschofte omgangsvormen, de gevechten, de dronken salonbegeleiders, het was verschrikkelijk.’

Zwaar dagelijks regime
Karel en zijn zus konden moeilijk wennen aan het leven daar, vertelt Snel: “Het strenge dagregime, het slechte eten, de strenge toezichthouders en de talloze regels.” Karel en Lize moeten samenwerken met honderden andere kinderen.

Niet veel mensen weten dat Veenhuizen op de schouders van weeskinderen rust, zegt Snel.

‘Veenhuizen staat vooral bekend als toevluchtsoord voor zwervers en landlopers en als gevangenisstad. En nu, na mijn onderzoek, verbaast het mij dat zo weinig mensen ervan weten: het is natuurlijk geen heel mooi verhaal over wat daar met die kinderen is gebeurd. Je kunt daar terecht vanaf je zesde tot je twintigste. En met De Vondeling van Veenhuizen Ik heb een deel van de verborgen geschiedenis ontdekt, van de verschrikkingen, maar het is ook een boeiend en soms grappig verhaal.’

maar ook realistisch
Het verhaal is gebaseerd op het leven en de ervaringen van Karel, maar is deels fictief. Maar het is nog steeds realistisch, zegt Snel: ‘Bijna alle personages erin hebben echt bestaan, en soms heb ik dialogen letterlijk gekopieerd uit brieven, naslagwerken en archieven. Het is een connect-the-dots-tekening.’

Ze schetst van bovenaf een beeld van wat er in de Kolonie is gebeurd: In De Vondeling van Veenhuizen De oprichter en schepper, generaal-majoor Johannes van den Bosch, loopt ook mee met Wouter Visser, directeur van de Maatschappij van Weldadigheid.

“Mijn roman toont de grote jongens die cognac drinken en mooie theorieën voorstellen, en aan de andere kant zien we wat er op de werkvloer gebeurt.”

Een verhaal over veerkracht
Het boek vertelt een verhaal over overleven in moeilijke omstandigheden, maar het is ook een verhaal over veerkracht.

‘Karel was een intelligente jongen, met hoop op een beter leven. Ook ontmoette hij de vondeling Neeltje. Het gaat over vriendschap en liefde. Over elkaar helpen door moeilijke tijden en de kleine dingen die ze voor elkaar konden doen in de omstandigheden waarin ze leefden.’

‘Ik hoop dat het verhaal harten raakt. Laat mensen beter begrijpen hoe het voor onze voorouders was.’

De Foundling van Veenhuizen ligt vanaf 18 april in de winkels. Patricia Snel is zondag 21 april te gast bij boekhandel Paagman in Gouda. Hij vertelt over zijn boek en signeert het vervolgens. Geïnteresseerden zijn vanaf 15.00 uur welkom. Schrijf je in via: www.paagman.nl/patricia-snel

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *