Omroep Flevoland – Nieuws – Minder Flevolanders zijn arm, maar in Lelystad is het merendeel arm

De armoede in Flevoland is vorig jaar afgenomen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit komt mede door overheidsmaatregelen en doordat meer mensen een baan hebben.

Bovendien zorgt een verandering in de onderzoeksmethode ook voor een afname van de aantallen. In Almere en Lelystad leven meer mensen in armoede dan het landelijk gemiddelde.

Grotere armoede in Lelystad
Lelystad heeft in 2023 met 3,9 procent het hoogste percentage inwoners dat in armoede leeft in onze provincie. Almere volgt met 3,3 procent, terwijl het landelijk gemiddelde op 3,1 procent ligt.

De NOS-collega’s maakten in het Financiële Huis Almere de volgende reportage

Urk heeft het kleinste aantal inwoners dat in armoede leeft. Vorig jaar was dit op Urk nog maar 1,9 procent.

Hieronder kunt u zien hoe hoog het armoedeniveau in uw gemeente is:

Vergeleken met de cijfers van 2022 valt op dat het armoedeniveau in de meeste gemeenten afneemt. Alleen in de Noordoostpolder en Urk is het aantal arme inwoners vorig jaar licht gestegen ten opzichte van het jaar ervoor.

Nieuwe armoedegrens
De cijfers voor 2023 zijn berekend volgens de nieuwe armoedemeetmethode die onder meer het CBS heeft ontwikkeld. Niet alleen uw inkomen, maar ook uw spaargeld of andere direct bruikbare bezittingen, zoals aandelen of cryptocurrencies, tellen nu mee bij het bepalen of u onder de armoedegrens leeft.

“De vernieuwing van de werkwijze was nodig om recht te doen aan ontwikkelingen als de sterke stijging van de woon- en energiekosten, en aan wat de Nederlandse samenleving nu als de minimale levensbehoeften beschouwt”, legt CBS uit.

Een gezin met twee ouders en twee tienerkinderen is arm als het netto inkomen minder dan 2.911 euro per maand bedraagt ​​en het gezin geen 35.000 euro aan spaargeld heeft. Een alleenstaande is arm als hij netto minder dan 1.512 euro verdient en minder dan 18.000 euro spaargeld op de bank heeft staan.