close
close

Gouds Dagblad | Toespraak van burgemeester Pieter Verhoeve tijdens Keti Koti op 1 juli

Muziek is heel belangrijk. Waar taal ophoudt, gaan geluiden door. Sommige liedjes vergeet je nooit meer. Het refrein blijft hangen. Het punt is; Er zijn ook intens lelijke refreinen.

In de geschiedenis van de mensheid is slavernij een van die refreinen. Eerder regel dan uitzondering. Vreemd, toch? Welvaart gaat vaak hand in hand met de uitbuiting van mensen. Slavernij zou een donkere bladzijde in het verre verleden zijn. Nee. Het is een verschrikkelijk dik boek waar nog steeds verhalen aan worden toegevoegd.

Ook in Nederland? Ook bij ons. Vooral in de 18e eeuw. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was slavernij verboden. We waren tenslotte bevrijd van de Spaanse slavernij, zoals de Abandonment Poster zegt. Gezaghebbende predikers uit die tijd, zoals professor Voetius, waarschuwden tegen mensenhandel als ‘grote diefstal’.

Op de eilanden voor Afrika en Amerika werden mensen echter gedegradeerd tot de categorie van bezittingen. Werknemers op plantages, onder dwang. Blijkbaar golden ver van huis andere regels. Zo beschikten de VOC en de WIC over zogenaamde ‘kerkslaven’ om kerkgebouwen en pastories schoon te maken.
Nu naar Gouda. Het voordeel van misbruik ging niet verloren voor onze stad. Koloniale producten, deels door slaven geproduceerd, waren op elke hoek verkrijgbaar.

Dat weten we dankzij een recente historische verkenning in opdracht van ons gemeentebestuur. Een gedegen onderzoek met ongemakkelijke resultaten. Het lijkt? De verwevenheid tussen de koloniale handel en onze stad was groter dan verwacht.
Dit raakt ons allemaal, omdat de geschiedenis van ons allemaal is.
Een paar voorbeelden.
Veel mooie panden in de binnenstad werden deels gefinancierd door plantages, waarbij onderdrukking en uitverkoop van mensen deel uitmaakten van het verdienmodel.

Onder de stedelijke elite was de onderlinge verbondenheid zelfs – en ik citeer het onderzoek – ‘bijzonder groot’. Gouda stuurde 130 jaar lang (tussen 1665 en 1795) de meest vooraanstaande bestuurders, de burgemeesters, naar het landelijk bestuur van de VOC en de WIC (inclusief royale vergoeding met een ambtswoning in Amsterdam) en bevond zich daarmee in het centrum van de wereldhandel dat zulke onaangename kanten had.
De interconnectie had gevolgen voor de hele stad. Vooral in de 18e eeuw was de hele productie- en consumptieketen doordrongen van koloniale handel. Denk aan het maken van touwen voor schepen, Goudse pijpenkoppen om mensen te drogeren voor ruildoeleinden; Goudse IJsselstenen als ballast en bouwmateriaal in het buitenland.

Dat was toen.
De onderlinge verbinding is er nog steeds.
Een nakomeling draagt, onzichtbaar en zichtbaar, de geschiedenis van de slavernij met zich mee. Mensen met een donkere huidskleur worden nog steeds beoordeeld op hun huidskleur. Net als zijn ouders. Er bestaat institutioneel racisme. Bovendien verdwijnt familiepijn niet vanzelf. Psychologen praten over intergenerationeel trauma. Het onrecht dat tegen de grootouders is begaan, gaat onuitgenodigd door in de tweede, derde en vierde generatie.
Maar samen zijn we een stad. De geschiedenis van al onze voorouders verdient aandacht. Hoewel de slavernij ‘niet in mijn naam’ plaatsvond. Slavernij, uitbuiting: dit zijn misdaden tegen de menselijkheid. Ze beïnvloeden ons allemaal.

Het afgelopen jaar hebben er op verschillende momenten waardevolle gesprekken plaatsgevonden tussen de inwoners van Gouwen. In stadsdialogen; Ook in de gemeenteraad vonden diverse vergaderingen plaats. Wat zijn de drie hoofdlijnen?
1) Het onder ogen zien van de donkere kant van Gouda’s verleden is van groot belang. Zelfkennis en vooruitstrevende visie vervallen immers niet. Nederigheid heeft geen vervaldatum.

2) Er bestaat een wijdverbreid verlangen binnen de stad en het gemeentebestuur om het leed dat in het verleden is aangedaan te erkennen. Er is ook sprake van een verschil van mening. Zo hebben inwoners van Gouwen verschillende opvattingen over het uiten van excuses en het veranderen van straatnamen.
3) Op 22 mei vroeg de gemeenteraad van Gouda de raad in een motie om te zorgen voor een ‘passend vervolg’ dat nodig is, nu ‘het bewustzijn begint te groeien over dit deel van ons verleden’.

Het verkennen van de geschiedenis van de slavernij bracht ook bescheidenheid met zich mee. Niemand is vandaag de dag rechtstreeks verantwoordelijk voor de slavernij en onderdrukking van die tijd. Er is echter een duistere grens tussen de bestuurlijke rechtsvoorgangers van Gouda van toen tot nu.
Hoe moeten we dit nu interpreteren? Vandaag tijdens Keti Koti 2024; ter afsluiting van een bijzonder herdenkingsjaar. Als het om het stadhuis gaat, zijn de drie D’s van toepassing: dankbaarheid, nederigheid en besluitvaardigheid.

De gemeente waardeert alle activiteiten van het afgelopen jaar. Hoe spannend het ook is; De historische verkenning bracht een gesprek op gang dat nog niet eerder op deze manier had plaatsgevonden. 150 jaar lang heeft dit deel van de Goudse geschiedenis weinig aandacht gekregen. We kunnen de geschiedenis van de slavernij niet langer negeren.
Het advies is ook bescheiden. De laatste ontdekkingen maakten pijnlijk duidelijk dat wat we nu als afschuwelijk en onmenselijk beschouwen, te nauw werd geïdentificeerd met de stadsleiders die ons voorgingen, en ook met de hele stedelijke economie. Het spijt ons hiervoor. Ons
wij schamen ons ervoor. Dit had niet mogen gebeuren.
Er is ook ruimte voor besluitvorming. Er is nog een lange weg te gaan. Het liefst samen. In de kleurrijke diversiteit die onze stad letterlijk en figuurlijk al eeuwenlang kenmerkt.

Na de zomer wil de raad in gesprek met betrokken partijen, zoals de werkgroep Keti Koti; historisch platform Gouda en anderen om samen met de stad een actieplan te ontwikkelen om de komende jaren te blijven werken aan bewustwording, erkenning en bestrijding van de impact van mensenhandel, racisme, discriminatie en uitbuiting tot op de dag van vandaag.

Samen willen we nadenken over het bieden van een nieuwe context aan plaatsen die discussie uitlokken. Wij denken dan in het bijzonder aan het Houtmansplantsoen. Ook het slavernijverleden verdient een zichtbare plek in de publieke ruimte. Daarnaast onderzoekt de straatnaamcommissie de mogelijkheid om meerdere straten in Gouda te vernoemen naar slaven die verband houden met de geschiedenis van Gouda. Zo kunnen we ze toch nog wat genade tonen.

Martin Luther King had ooit een droom. Ze verlangde naar een land waar haar kinderen niet op hun huidskleur werden beoordeeld; maar op karakter. Laten we dromen van een tolerante, warme stad die een einde maakt aan racisme en onderdrukking. Laten we daaraan werken. Laten we erover zingen.

Er zijn immers ook mooie en belangrijke liedjes en refreinen.
Hoe dat lied van verzet ooit klonk:
Tien kon drai (tijden zijn veranderd)
Dan is het zo, fu tru! (De kettingen zijn echt gebroken!)


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *