Actieplan Flevolandse Veldvogels 2024-2033 opgesteld

Vijftien organisaties hebben aangegeven dat er dringend inspanningen nodig zijn voor de vrije uitloopvogels in Flevoland. Om deze reden hebben deze 15 organisaties een Actieplan Veldvogels 2024 – 2033 ontwikkeld. De rode draad van het actieplan is dat er gewerkt wordt aan het verhogen van de kwaliteit van veldvogellandschappen. Er is een brede, geïntegreerde aanpak nodig om de dramatische achteruitgang van vrije-uitloopvogels te keren.

Er zijn oplossingen beschikbaar
De provincie Flevoland is belangrijk vanwege haar karakteristieke veldvogels. Denk hierbij aan de kwikstaart, weidepieper, kievit en scholekster. Verder heeft Flevoland een bijzondere verantwoordelijkheid voor soorten als de tortelduif en de grauwe kiekendief.

De situatie is zorgwekkend voor veel soorten, waarvan de aantallen blijven afnemen. Er zijn mogelijkheden om er iets aan te doen, want er zijn oplossingen beschikbaar. Natuurinclusieve landbouw wordt gezien als een geïntegreerde oplossing.

Daarnaast moeten we ook werken aan het herstel van de biodiversiteit. Niet alleen worden de processen in de landbouw onder de loep genomen, maar ook de verantwoordelijken voor het platteland worden bevraagd over hun mogelijkheden en verantwoordelijkheden.

Bestuurders zijn onder meer milieuorganisaties, de provincie, het waterschap en gemeenten. Om deze reden vinden de vijftien organisaties het van groot belang dat de provincie met het actieplan laat zien dat zij het herstel van wilde vogels serieus neemt.

Vogels reageren op het landschap.
De belangrijkste boodschap van het actieplan is dat vogels sterker reageren op het landschap als geheel dan op individuele beheersmaatregelen. Daarom is in het plan een reeks actiepunten voorgesteld.

Zo is er discussie over het ontwikkelen van een visie op optimale landschappen voor akkervogels in de provincie, waarbij de focus ligt op teeltpakketten en het vergroten van het aantal ecologisch beheerde randen.

Verder wordt aangegeven dat het beheer van een aantal natuurgebieden zich meer zou moeten richten op veld- en weidevogels en op het creëren van ‘vloeiende’ overgangen tussen landbouw- en bosgebieden.

Er moet meer aandacht worden besteed aan een groen grondbeleid. Uit het plan kan ook worden geleerd dat er nog veel te doen is om de kennis en het draagvlak te vergroten. Meer informatie vindt u daar. Totaal actieplan of via de een samenvatting.

(Bron: Kenniscentrum Veldvogels)