close
close

Henk de Jong, Johan Abma en Jan Bruin vertellen over hun liefde voor het Cambuurstadion. ‘De warmte en rauwheid, prachtig!’

Vrijdagmiddag is het zover: SC Cambuur speelt voor de laatste keer een officiële wedstrijd in het Cambuurstadion. Een plek waar fans, medewerkers, vrijwilligers en nog veel meer mensen talloze dierbare herinneringen bewaren. Dit geldt ook voor deze vijf iconen. Dit zijn jouw herinneringen.

johannes abma

“Die grote stalen hekken waar de velden van de oude VV Leeuwarden begonnen. Dat is het eerste waar ik aan denk als ik aan Cambuur Stadion denk. Ik heb daar veel zweetdruppels. Ik ben getuige geweest van de renovatie van dit oude stadion. We moesten ons omkleden in de sporthal, tussen de West- en Noord-tribune.

Het Excelsior-kampioenschap in eigen land van 1992, waarin ik twee doelpunten maakte en een rode kaart kreeg. De overwinningen op Ajax in 1996 en 1999. Een oefenduel met FC Barcelona. Zomaar een paar herinneringen die mij altijd bij zullen blijven. Het leukste aan thuiswedstrijden tegen de topclubs vond ik altijd dat je de spelers altijd zag denken als ze naar Leeuwarden kwamen: ‘Wat doen we hier in vredesnaam?’ Dat zorgde voor een gevoel van onoverwinnelijkheid. Al waren we uiteindelijk niet altijd zo, haha.

Ik weet nog goed dat ik mijn eerste wedstrijden in het Cambuurstadion speelde. Tussen de gevestigde orde, onder het licht van de straatlantaarns. Fantastisch. Zaterdagavonden waren voor mij magisch. Want die lichten moeten aan. Enige tijd geleden reed ik op de snelweg bij Leeuwarden toen ik verkeerslichten zag. Ik heb mijn kinderen aangereden in de auto. “Shit, ik wil weer voetballen.” Dat gevoel is moeilijk uit te leggen, maar iedereen die onder die lampen heeft gespeeld, zal het herkennen.”

Johan Abma speelde tussen 1988 en 2003 452 competitiewedstrijden voor SC Cambuur.

Johan Groote

“Een ouderwets Engels stadion, met de fans dicht bij het veld. De sfeer die je alleen in dit soort stadions hebt. Ja, het oude Cambuurstadion is voor mij nostalgie. We hadden ook heerlijk gras. Een van de mooiste matten eerste divisie.

We hebben daar veel dingen meegemaakt. Zowel positief als negatief. Persoonlijk valt de wedstrijd tegen VVV Venlo op. Ik scoorde vier doelpunten, waaronder een eigen doelpunt, in de stromende regen. Ik herinner me ook nog goed de play-offs tegen DS ’79 in 1987. Shit, we dachten allemaal dat we zouden promoveren. Het was een grote teleurstelling. Aan de vooravond van die wedstrijd was ik een week bij een magnetiseur in Amsterdam. Ik had een verkleving in mijn knie en werd daarom vier keer per dag een uur lang behandeld. En ga ondertussen lekker hardlopen in het Vondelpark. Nou, die week zal ik nooit vergeten.

Ik blijf regelmatig Cambuur-trainingen volgen. Laatst keek ik rond in het stadion. En toen besefte ik dat deze plek binnenkort gewoon zou verdwijnen. Ik begrijp het wel, want de club zit al jaren vast in het huidige stadion. Maar ik vind het een grote schande.”

Johan Groote speelde tussen 1975 en 1988 372 competitiewedstrijden voor SC Cambuur

Jan Bruin

“Als scout bezoek ik veel stadions, maar het Cambuurstadion blijft bijzonder. Je ziet niet veel fans meer door die kleine buurtstraatjes lopen om voetbal te kijken. Het heeft iets warms en dat gevoel blijft je bij.

Ik vind het moeilijk om bepaalde toevalligheden te onderscheiden. Misschien komt het omdat ik veel ballen kopte en daarom ben ik er veel vergeten haha. Maar dat mijn goede vriend René van Rijswijk in de beker van 1996 tegen Ajax scoorde (Cambuur won met 2-0, red.) was natuurlijk heel mooi. Voor mij is het gevoel dat ik altijd voor het publiek heb gewerkt het eerste dat in mij opkomt.

Mijn afscheid als speler van Cambuur was heel bijzonder. Het werd een gedwongen afscheid, omdat de club geen geld meer had. De fans zamelden nog steeds geld in zodat ik een contract kon krijgen. Bij mijn laatste wedstrijd hingen er spandoeken en zat ik op hun schouders. Daarna speelde ik tegen Cambuur met Telstar. Ik scoorde en we wonnen, maar de fans brachten me de hele tijd een serenade. Het voelde alsof ik thuis een spel speelde. Ik zal het nooit vergeten.

Voor de thuiswedstrijd tegen Dordrecht heb ik even een rondje door het stadion gemaakt om herinneringen op te halen. Vrijdag zal daar waarschijnlijk geen tijd voor zijn, maar bijzonder wordt het sowieso. Ik denk dat de familiale sfeer terug zal keren in het nieuwe stadion.”

Jan Bruin speelde tussen 1991-1995 en 2000-2005 228 wedstrijden (88 goals) voor SC Cambuur.

Klaus Roosenburg

“Als voetballer moest ik vertrouwen op hard werken en glijden. Er is ooit berekend hoeveel glijdende tackles ik heb gemaakt tijdens mijn carrière, dat waren er ruim 100.000. Ik won er minstens dertig per wedstrijd, zelfs tijdens de training. Het Cambuurstadion is dus een plek waar ik vele meters gleed.

De beker en de play-offs waren voor mij de hoogtepunten in dit stadion. Op dat moment was het gevuld met 13.000 tot 14.000 mensen. Mensen stonden op banken en stoelen, wat nu moeilijk voor te stellen is. Het was erg leuk om het te ervaren. “Het waren mooie momenten die ik zeker zal koesteren.”

Cambuur maakt deel uit van Roosenburg. Mijn vader André voetbalde daar, mijn broers Febo en André en mijn zoon Martijn ook. De naam Roosenburg is dan ook verwant aan Cambuur. Wij zijn er trots op die connectie te hebben, ook met het stadion.

Ik volg Cambuur nog steeds, maar kom niet veel meer in het stadion. Toch heb ik nog steeds meer dan goede herinneringen aan de club. Het is een deel van mijn leven geweest. Ik arriveerde toen ik twintig was en vertrok toen ik dertig was. In dit stadion heb ik mijn beste tijd als voetballer beleefd. Weggaan betekent dus dat er een stukje nostalgie verloren gaat.”

Klaus Roosenburg speelde tussen 1973 en 1984 321 competitiewedstrijden voor SC Cambuur.

Henk de Jong

“De warmte, de rauwheid. Dat zijn de eerste dingen die in mij opkomen als ik aan het Cambuurstadion denk. Mooi! De fans, altijd kritisch maar fanatiek, kunnen hier veel lawaai maken. Zij gaan door het vuur voor hun club. Dat is deels de reden waarom veel tegenstanders bang zijn om hierheen te komen. Dit stadion leeft gewoon.

Ik weet nog dat ik zo’n twintig jaar geleden, toen ik coach was van VV Sneek, met mijn vrouw in de auto zat bij een stoplicht bij de fabriek van FrieslandCampina, voor ons de lichtmasten van het Cambuurstadion. Terwijl we zaten te wachten op groen licht, zei ik tegen haar: ‘Ik wil graag ooit coach worden van die mooie en bijzondere club.’ Gelukkig werkte het uiteindelijk.

Ik heb hier legendarische wedstrijden meegemaakt. Neem bijvoorbeeld de overwinning op SC Heerenveen in 2013, dankzij een assist en een doelpunt van Bartholomew Ogbeche. Het jaar daarop wonnen we opnieuw met twee doelpunten van Sander van de Streek. Of neem de 4-3-zege op Vitesse datzelfde seizoen. Maar ook de titel in coronatijd en het feest midden in de nacht op het plein. Ongelooflijk mooi.

We hebben dringend een nieuw huis nodig, dat is duidelijk, maar er zou op zijn minst een gedenkteken of iets dergelijks moeten komen op de plek van het oude stadion; “een plek vol herinneringen.”

Henk de Jong is bezig aan zijn derde termijn (2014-2016, 2019-2022, 2023-heden) als coach van SC Cambuur

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *