Ze eisen acht jaar cel tegen Krommenieër in een grote drugszaak

In een proces wegens cocaïnehandel en deelname aan een criminele organisatie zijn gevangenisstraffen tot acht jaar geëist tegen onder meer inwoners van Krommenie en Zaandam. Zij worden er onder meer van beschuldigd betrokken te zijn bij de import van cocaïne uit Colombia, vermomd als poederverf.

In april 2020 leverde een DHL-busje vier dozen met daarin de drug af bij een pakhuis in Zaandam, maar wat de betrokkenen bij de smokkel niet wisten, is dat de politie achter het stuur zat. De bezorgers voerden de zogenaamde gecontroleerde bezorging uit om te zien wat er daarna zou gebeuren en wie er zou komen opdagen. Het ging om een ​​34-jarige man uit Krommenie, een 58-jarige Zaandammer, inwoners van Enkhuizen (39), Hendrik-Ido-Ambacht (54), Almere (35) en twee Amsterdammers van 27 en 54 jaar.

Cryptocommunicatie

Zij worden allen verdacht van deelname aan een criminele organisatie voor drugshandel. Ook gedecodeerde cryptocommunicatie speelde een belangrijke rol in dit onderzoek. Nadat het onderzoeksteam informatie had ingewonnen over transporten naar Zaandam, werd ontdekt dat er in Westzaan verdovende middelen werden geproduceerd. Daar werden de twee Amsterdammers, vader en zoon, vastgehouden in het operationele XTC-laboratorium.

De eis tegen de Krommeniaan bedraagt ​​96 maanden gevangenisstraf en een boete van 80.000 euro; De Zaandammer werd veroordeeld tot 254 dagen gevangenisstraf, waarvan 147 dagen voorwaardelijk aan een proeftijd van twee jaar, en de inbeslagname van een in beslag genomen bedrag van 9.250 euro, omdat dit bedrag werd achtergehouden in combinatie met een commerciële hoeveelheid verdovende middelen. De uitspraak volgt over twee weken.