Omroep Flevoland – Nieuws – Het Verzetskruis van Joop van Gessel verdween in de prullenbak

In het naoorlogse Amsterdam spitste de inmiddels 80-jarige Hans van Gessel uit Lelystad zijn oren als zijn vader en oom hem verhalen uit de Tweede Wereldoorlog vertelden. De schooljongen uit die tijd hield de verhalen in zijn geheugen, inclusief die van de Februaristaking. “Ik zat met rode oren te luisteren.”

Vader Joop, zijn oom Willem van Gessel en hun vrouwen zaten in het verzet van de Communistische Partij Nederland (CPN). En het waren de communisten die de staking van februari 1941 riepen. Op 25 februari wordt dit opnieuw herdacht in de Dokwerker in Amsterdam. Het monument herdenkt de belangrijke verzetsactie van burgers tegen de Duitse bezetter. Hans is nu te oud om de begrafenis bij te wonen, maar toen hij jonger was, ging hij er altijd heen. “Het was altijd vol met mensen, ik heb nog nooit zoveel mensen bij elkaar gezien.”

Twee grote invallen
De februaristaking was aanvankelijk bedoeld om te protesteren tegen de dwangarbeid in Duitsland. Toen op 22 en 23 februari bij twee grote invallen in Amsterdam ongeveer 400 joden werden gearresteerd, verspreidden CPN-leden pamfletten waarin ze hen aanspoorden massaal hun werk te verlaten.

Hans bewaart de verhalen uit die tijd nog steeds. In het atelier toont hij trots de Herdenkkruisen van het Verzet die Joop en Willem van Gessel ontvingen. Al gooide zijn vader de prijs vier à vijf keer in de prullenbak. ”Dat kwam omdat een respectabele heer uit de regering ook een Kruis van het Verzet had gekregen. En mijn vader zei: als hij het krijgt, heb ik dat ding niet meer nodig. Gelukkig haalde mijn moeder het altijd uit de prullenbak.” De dochter van Hans heeft nu het Herdenkingskruis van het Verzet van haar grootvader. “Hij vond het zo leuk dat hij het in beslag nam.”

Volgens Hans van Gessel kunnen we vandaag de dag nog steeds leren van de Februaristaking. ”Die weerstand heeft zin als je het ergens niet mee eens bent. “Samen kunnen ze veel bereiken.”