close
close

Het Delft van vroeger: Eugene Berns

Algemeen

DELF – Midden in het centrum van Delft, tegenover de historische Visbanken, ligt een bekend 16e-eeuws hoekpand: Café de Wijnhaven. Eugene Berns (66), die dit iconische café in 1980 op 22-jarige leeftijd oprichtte, herinnert zich zijn leven in de vrolijke wereld van de Delftse restaurants.

Als je de gezellige Wijnhaven binnenstapt is het aangenaam warm. Het geluid van muziek en het geklets van klanten vullen de kamer. Berns noemt het een ‘loungesfeer’ terwijl hij rondkijkt in zijn familiedomein. ‘Ik kom hier elke dag, vaak om iets te drinken. Nu ben ik naar de achtergrond gegaan. Hoewel ik het café heb opgezet, ben ik inmiddels met pensioen”, vertelt Berns. De zaak is nu in handen van zijn voormalige medewerkers Marije Quak en Arjen Boot. ‘Het gaat goed met hen. Daar ben ik trots op.’

De Wijnhaven ziet er nog vrijwel identiek uit als toen deze in 1980 werd opgericht. “Toen kocht ik voor vijfhonderd gulden het normale tafeltje in de hoek. Die grote kroonluchter heb ik ook in Amsterdam gekocht voor 2850 gulden. Ik vond het best wel duur, maar het geeft echt wel sfeer.” Het interieur is nog net zo sfeervol als toen; wat vooral veranderd is, zijn de producten die verkocht worden. Berns legt uit: ‘Vroeger hadden we maar één soort bier op de tap. een kaasplankje en een tosti drinken, we hebben inmiddels veel speciaalbieren en er is veel belangstelling voor alcoholvrij bier.’

22-jarige ondernemer
‘Er is iets misgegaan met mijn studie. Toen dacht ik erover om de horeca in te gaan, want daar ben ik goed in”, vertelt Berns, terugkijkend op de eerste jaren van zijn restaurantavontuur. “Ik solliciteerde naar een baan waarvoor een hogere opleiding in hotelmanagement nodig was; die had ik niet. dit. Toch werd ik aangenomen.’ Die baan was bij restaurant Rosarium in Amsterdam als directieassistent. Mijn contract daar zou na een jaar verlengd worden, maar dat heb ik opgezegd. Mijn baas dacht nog steeds dat ik een grapje maakte. Maar ik dacht: ‘Als ik het allemaal voor elkaar kan krijgen’ Als ik hier kom, kan ik het zelf.”Ik vertelde mijn middelbare schoolvrienden dat ik mijn baan had opgezegd en mijn eigen bedrijf wilde beginnen. Sommigen zeiden meteen: ‘Kunnen we meedoen?’ ‘Tuurlijk,’ zei ik. Toen spraken we af om op zoek te gaan naar een gebouw.’

En zo begon het idee om een ​​eigen cateringbedrijf op te zetten vorm te krijgen. Met weinig meer dan een gedurfd idee en een sterke wil gingen Berns en zijn vrienden op zoek naar een goede locatie. ‘Een van de jongens kwam uit Delft. Hij belde mij: “Ik heb iets unieks gevonden en het staat midden in Delft.” Berns reisde vervolgens naar Delft. Op een zonnige zaterdag stond Berns voor het bekende pand op de hoek. “Ik zag dat hoekje en dacht: wat leuk, hier moeten we zitten.” Zo gezegd zo gedaan. De vijf huurden het gebouw; elk investeerde 20.000 florijnen. Berns zegt dit over de eerste zes maanden dat ze open waren. ‘Het begin was heel moeilijk en veel werk; Ik had een horecaachtergrond, dus het was allemaal aan mij. Ik heb ze later gekocht en ben zelfstandig verder gegaan.’ Naast het harde werken was Delft voor Bern ook een compleet nieuwe stad. ‘Wij waren vreemden. Delft was een calvinistische gemeenschap; er waren geen terrassen.’

Terras tot laat
‘Ik kom uit Amsterdam, waar tot laat in de nacht overal terrasjes zijn, wat de stad een gezellige en levendige sfeer geeft. Hier in Delft was dat helemaal niet de norm. Lange tijd waren wij het enige terras dat tot één uur ‘s nachts open was.’ Dit terras bleek een groot succes, vertelt Berns. ‘Op goede dagen stond er een rij buiten de deur. We waren nog niet aan het serveren; iedereen bestelde aan de bar. Meestal een halve liter bier, want dan hoefden ze niet zo vaak in de rij te staan. Dit was toen heel ongebruikelijk. De brouwerij vroeg ook: “Wat doe je met al die halveliterglazen?” “Mensen stonden hier massaal aan de bar te wachten op hun biertje. Op een gegeven moment kon dat niet meer. Je moet dus nieuwe wegen inslaan. Zo hebben wij dat gedaan en zo is het ministerie ontstaan”, zegt Berns.

De wijnmakerij
De indeling van de Wijnhaven is weinig veranderd, maar er is één groot verschil met vroeger en dat is dat het gebouw ook de zogenaamde kelderbar bevatte. Berns herinnert zich deze keer. ‘Het is grappig dat zanger en cabaretier Gerard Cox zijn carrière hier begon, in de kelderbar. Hij had hier een cabaretvoorstelling genaamd ‘t Keldertje. Dat was erg populair. Zelfs prinses Beatrice kwam tijdens haar studententijd naar hem toe. Die avond mocht hij een van de liedjes niet zingen omdat het te gewaagd was”, zegt Berns lachend.

Na een tijdje moest ‘t Keldertje helaas sluiten. ‘Ik vond het te gevaarlijk worden. Mensen stonden heel dicht bij elkaar. ‘t Keldertje was een grote trekpleister geworden. Er zijn ook meerdere gevechten geweest. Dus besloot ik om van het wijnhuis het doel te maken waarvoor het bedoeld was; opslag”, zegt Berns.

Op de eerste verdieping vond opnieuw een geweldige renovatie plaats. ‘Vroeger had ik hier een enorm kantoor; Dat vind ik leuk. Maar ja, toen hebben we er een restaurant van gemaakt.” Met het verstrijken van de jaren groeide niet alleen Wijnhaven, maar ook de ambities van Berns. Hij waagde zich in nieuwe restaurantzaken, van gezellige cafés tot een wijnwinkel. “Later kwamen daar Café de V, Café Einstein en diverse zaken in Rotterdam bij.” Berns, inmiddels gepensioneerd, is nog steeds regelmatig in deze cafés te vinden. In de zomer genieten van een goed glas wijn op het terras. In de winter vaak in de bar een praatje maken met het personeel en verhalen vertellen uit het verleden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *