close
close

Hoe gaat het nu met Willem de Bruin?

sporten Hoe gaat het nu?

Willem de Bruin (56) begon op zeer jonge leeftijd met voetballen voor DVV Delft. Na een korte periode in Wippolder keerde hij terug naar de Kerkpolderweg. Een ernstige blessure maakte voortijdig een einde aan zijn voetbalcarrière.

Waar ben je begonnen?
Mijn vader speelde altijd bij BEC, maar omdat hij dichter bij DVV Delft woonde, heb ik er uiteindelijk voor gekozen om daar te gaan voetballen. Ik speel Last Man sinds ik zes jaar oud was en dat ben ik altijd geweest. In mijn jeugd speelde ik met Pierre van Zinnen samen met Silvano Bellai, Robert van den Bergh, Erwin Verhagen en René Lander. We zijn meerdere keren kampioen geweest en mijn vader is al heel lang leider.

En dan?
Mijn hele jeugd heb ik tot A in Delft doorgebracht, daarna ben ik naar Wippolder gegaan. Ik heb echt twee hele fijne jaren gehad bij Wippolder! Ik woonde toen nog op de Rotterdamseweg en al mijn vriendjes van school speelden op de Wippolder. Ik heb twee leuke jaren gehad op de A1 met die kinderen uit mijn buurt, maar sportief gezien heb ik in Delft een betere tijd gehad!

Speelde jij ook voor het Haagse jeugdelftal?
Ja, toen ik jong was, werd ik gescout in Delft en toen behoorde ik tot de top 25 van kinderen in de regio. In dit team speelde ik samen met Maurice Steijn, Michel Adam en Regi Blinker. We speelden wedstrijden tegen het Rotterdamse nationale team, Sparta Rotterdam voorwedstrijden en toernooien in Frankrijk. In totaal heb ik zeven jaar voor de Haagse jeugd gespeeld, wat voor mij een grote eer was.

Hoe ben je via de Wippolder in Delft terechtgekomen?
Pierre van Zinnen werd na die twee jaar coach van Delft. Hij vertelde me in een gesprek dat hij een jong team wilde creëren en dat hij wilde dat ik terugkwam. Daarna keerde ik terug naar Delft, op zoek naar Pierre. In de vierde divisie speelden we leuke urban derby’s tegen onder meer BEC, Full Speed ​​en Delfia. Soms waren er wel 2000 mensen naast de deur, wat natuurlijk geweldig was!

Wanneer ben je gestopt?
In mijn vierde seizoen scheurde ik mijn kruisbanden, waarna ik lange tijd stopte met voetballen. Vervolgens heeft dr. Van den Hoogenband, een PSV-arts, mij via Hans Dorjee geopereerd. Hierna ben ik gaan herstellen in het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop, waar ik in een herstelklas zat bij onder meer Romário en Berry van Aerle. Hierna heb ik nog anderhalf jaar kunnen spelen, maar toen begon mijn knie teveel pijn te doen en kon ik niet meer voetballen zoals ik wilde. Dus helaas, hoe jammer het ook is, ben ik ermee gestopt toen ik 24 was.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *