‘We gaan door op de weg die we vorig jaar zijn ingeslagen’

Zaterdag 6 juli, 10.00 uur

Algemeen

DELFT – Burgemeester en wethouders hebben onlangs de kadernota aangeboden aan de gemeenteraad. In deze brief gaf het gemeentebestuur aan te willen investeren in het versterken van Delft als vitale, inclusieve en toekomstbestendige stad, met kansen voor alle Delftenaren. Tijdens de vergadering van donderdag 27 juni heeft de gemeenteraad deze kadernota aangenomen: “De gemeenteraad staat zeer achter de richting die we met elkaar zijn ingeslagen”, zegt wethouder Financiën Martina Huijsmans.

Door Frank van der Steen

Omdat de gemeente geld ontvangt van de overheid voor specifieke taken in de stad, heeft het gemeentebestuur de komende jaren nog financiële ruimte om te investeren. Vanaf 2026 zal het geld dat de gemeente structureel van het rijk ontvangt echter afnemen, waardoor Delft ook een begrotingstekort verwacht: “We zullen nog even moeten wachten op de aangepaste cijfers van het nieuwe kabinet. maar in eerste instantie verwachten wij een tekort van zo’n vijf miljoen euro. Als het nieuwe kabinet niet duidelijk maakt hoe het bepaalde belangrijke dossiers gaat aanpakken, kan dit tekort oplopen tot tien miljoen. Met een budget van zo’n 400 miljoen is dit een behoorlijk bedrag. Een heel belangrijk deel van het budget gaat al naar verplichte zaken, waaronder uitkeringen en bedragen die we moeten reserveren voor de gezondheidszorg. We moeten dus echt naar het gratis gedeelte kijken om te zien hoe we dit financieel kunnen rechtzetten.”

Actieperspectief
In de kadernota heeft de raad daartoe een handelingsperspectief opgenomen, waarmee het tekort kan worden aangepakt: “Dat handelingsperspectief is de zoektocht naar hoe we dit tekort gaan opvangen. We kunnen niet zomaar bezuinigen op zaken die belangrijk zijn voor de stad, zoals een bibliotheek, een zwembad of het onderhoud van buitenruimtes. Bij het budgetteren ben je overal een beetje voorzichtig, er is enige voorzichtigheid bij betrokken en je maakt een aanname over hoeveel werk je in een jaar kunt doen. Nu willen we daar wat voorzichtiger mee zijn en nader bekijken of we daar misschien geld beschikbaar kunnen stellen. Het andere punt is dat we in de begroting geen zaken zullen opnemen waarvoor we weten dat er geen ruimte of capaciteit is. Als we bijvoorbeeld vijf straten opnieuw willen inrichten, maar we weten dat dit in die periode maar voor vier straten mogelijk zal zijn, kunnen we dit ook op een andere manier aanpakken. Als we dat allemaal bij elkaar optellen, hebben we waarschijnlijk al een groot deel van het tekort teruggedrongen of zelfs efficiënter georganiseerd. Daarna is er nog een klein deel waarin we uiteindelijk beslissingen moeten nemen over wat we wel en niet kunnen doen.”

West-Delft
De voorgestelde cursus richt zich op drie stedelijke uitdagingen: de regionale programma’s Delft-West en het Innovation District Delft en de energietransitie. Ondanks deze zonegerichte programma’s wil het gemeentebestuur er volgens Huijsmans voor zorgen dat andere wijken niet onderbelicht raken en dat er kansen zijn voor alle Delftenaren: “In het zoneprogramma komen ook onderwerpen aan bod die voor de hele stad relevant zijn. Doordat we deze plannen in Delft-West kunnen starten, zien we dat het ook makkelijker wordt om ze op andere plekken in onze stad uit te voeren. Zo worden de contacten met scholen en de daar ontwikkelde programma’s ook snel naar andere plekken overgebracht. Het geld voor het gebiedsprogramma Delft-West komt van de overheid, dus we kunnen ons Delftse geld ook elders inzetten. “Het begint met het programma Delft-West, maar sluit al snel aan bij bestaande contacten in de rest van de stad.”

Armoede en huisvesting
Naast deze drie taken richt de gemeente zich ook op zaken als huisvesting en armoede: “Lang geleden zeiden we dat er in Delft 15.000 woningen nodig waren. Het gaat dus om een ​​lijn die al langer bestaat, maar die tot 2040 een grote uitdaging zal zijn. Dankzij al deze extra woningen kunnen wij garanderen dat de voorzieningen correct gebruikt kunnen blijven worden en dat bijvoorbeeld de winkels hebben nog steeds voldoende klanten om te overleven. Nu zien we dat er rondom de Spoorzone in Nieuw Delft veel woningen worden gebouwd en binnenkort gaan we ook in Schieoevers aan de slag. Eigenlijk is dit ook één van de fundamenten van de stad, hier in Delft moet je prettig kunnen wonen.” Aan de andere kant is er armoede, omdat er in Delft nog steeds een grote groep mensen is die door armoede minder kansen heeft: “Aan de ene kant hebben we in Delft veel mensen die het goed doen, maar ook mensen voor wie alles is minder vanzelfsprekend. Mensen die in armoede leven, hebben vaak minder ruimte in hun leven om goede beslissingen te nemen. Dit biedt bijvoorbeeld minder kansen voor kinderen die in armoede opgroeien, terwijl wij als stad wel veel kansen kunnen bieden. Het is belangrijk dat we iedereen in Delft kansen kunnen bieden met het oog op een mooie toekomst. Voor mij is dit een basisvoorwaarde voor het goed functioneren van Delft.”

Prinsenhof
Tenslotte wil het gemeentebestuur ook volop inzetten op de realisatie van projecten, zoals de renovatie van Museum Prinsenhof: “Het project rond Museum Prinsenhof hebben we betaald met onze spaarpot, dat is extra geld dat we specifiek opzij hebben gezet hiervoor en geld hebben wij als genereuze gift ontvangen van een familie in Delft. Met dit spaarvarken kunnen we blijven investeren, al krijgen we vanaf 2026 substantieel minder geld van de overheid. Het Prinsenhof is een gemeentelijk gebouw en als gemeente moeten we ervoor zorgen dat dit gebouw klaar is voor de toekomst. Daarnaast is het natuurlijk een hele belangrijke plek voor onze vaderlandse geschiedenis, waar wij als gemeente ook een verplichting op hebben.”

De vastgestelde kadernota vormt de basis voor de begroting die de gemeente voor 2025 en volgende jaren gaat opstellen.