close
close

Verdachte plaatst explosieve Larense schoonheidssalon barst in tranen uit in de rechtszaal

“Ik ben hier voor iets wat ik niet heb gedaan. Als ze mij hiervoor straffen, stort mijn wereld in”, zegt verdachte Ibrahim M., waarna hij huilend instort. Hij probeert te herstellen, hoorbaar en zichtbaar snikkend. Hij zet zijn bril af en veegt de tranen uit zijn ogen. “Ik heb medelijden met de dame achter mij, maar voor mezelf nog erger.” Een van de rechters brengt wat zakdoekjes naar de stand van de verdachten.

Explosief in schoonheidssalon Larense

Laren werd medio februari vorig jaar verrast toen… In een schoonheidssalon vinden ze een verdacht pakketje aan de Brink in het centrum. Het blijkt inderdaad een explosief te zijn. Het pakket bevatte een elektronische lucifer en uiterst brandbaar buskruit. Het pakket wordt iets verderop afgeleverd in Huizen. tot ontploffing gebracht door de Explosieven Opruimingsdienst.

De zaal wordt geleid door de burgemeester. bijna een half jaar gesloten. De eigenaresse zegt geen idee te hebben wie hierachter zit. Interessant detail: vlak voordat het explosief in Laren werd geplaatst opgenomen in een filiaal van de salon in Utrecht.

Twee Utrechters aangehouden op verdenking van het plaatsen van het explosief; een minderjarig kind En Ibrahim M, die nu 37 jaar oud is. De zaak van de minderjarige loopt nog en speelt zich vanwege zijn leeftijd achter gesloten deuren af. Sinds vorige maand mag de jongen de uitspraak in vrijheid afwachten.

Ontkent deelname

Bij M. is dat niet het geval. Hij moet vanmiddag opnieuw voor de rechtbank Utrecht verschijnen. Ook hij mocht het vonnis in vrijheid afwachten, maar moest wel een enkelband dragen.

De tekst gaat verder.

M. blijft bij zijn eerdere uitspraak. “Ik heb hier niets mee te maken. De dame achter mij ken ik ook niet. Ik heb alleen uit goede wil iemand meegenomen. Dat heb ik niet gedaan, mevrouw de rechter”, zegt hij. De eigenaresse van de schoonheidssalon zit achter de verdachte op de eerste rij van de publieke tribune.

Volgens het Openbaar Ministerie is het DNA van M. echter aangetroffen op een stukje plakband waarmee het explosief aan het raam was bevestigd. M. zegt dat hij niet weet hoe het kan. Hij werkt als asbestverwijderaar en zegt dat hij regelmatig materiaal zoals ducttape in zijn auto heeft. Ook zijn advocaat stelt dat M. niets wist van de mogelijke plaatsing van een explosief en verzoekt de rechter zijn cliënt vrij te spreken.

Jeugdige medeverdachte

Het blijkt dat M. diezelfde avond al in Laren was geweest. Hij zegt dat hij in een Thais restaurant heeft gegeten omdat hij ‘hunkering naar voedsel’ kreeg door het roken van cannabis. Na het diner terug naar Utrecht. Daar ontmoet hij de minderjarige medeverdachte op station Utrecht Overvecht.

M. beweert dat hij de jongen in het theehuis kent en sterkere hasj voor hem kan krijgen. Als ze elkaar ‘s avonds op het station ontmoeten, vraagt ​​de minderjarige aan M. om hem naar Laren te brengen. Eenmaal in de stad stapt de jongen rond 01.00 uur uit de auto en komt vijf minuten later terug. M. zegt dat hij niet weet wat die jongen in die tijd heeft gedaan. Volgens hem zou de minderjarige op bezoek gaan bij zijn vriendin. Op camerabeelden is te zien dat het explosieve pakket in die periode in de lounge is geplaatst.

Na het incident wordt de telefoon van M. afgetapt. Verschillende gesprekken vallen op. M. belt bijvoorbeeld een vriend. “Het is een beetje dom van die jongen. Als je zonder mondkapje gaat, pakken ze je op. Vooral dit soort zaken zijn riskant. Allah heeft van ons gehouden”, citeert een van de rechters het gesprek uit het dossier. De verdachte beweert zich dit gesprek niet te herinneren.

Nooit meer naar de gevangenis

Het Openbaar Ministerie acht M. medeverantwoordelijk voor de poging een explosie te veroorzaken en daarmee de eigenaar en de rest van het personeel te bedreigen. Maar het Openbaar Ministerie wil niet langer dat M. de gevangenis in gaat. “Maar wij willen een stok achter de deur, zodat hij niet meer in de verleiding komt om voor geld misdaden te plegen.”

Het Openbaar Ministerie eist 270 dagen gevangenisstraf, waarvan 158 dagen voorwaardelijk. Omdat hij al 112 dagen in preventieve hechtenis zat, hoeft hij niet meer de gevangenis in als hij schuldig wordt bevonden.

De rechter doet op 16 juli uitspraak in de zaak.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *