close
close

In tank: Enschede’s eerste benzinepomp

Het was Willem Helmig van Heek, de derde zoon van Gerrit Jan, die in 1899 de auto in Enschede introduceerde. Drie jaar na de eerste in Nederland en veertien jaar nadat Carl Benz de eerste ‘benzineauto’ bouwde. Het duurde nog 23 jaar voordat de eerste benzinepomp op straat verscheen.

Het ‘gekke getal’ 11 is geen kenteken geworden

Statistieken zijn nieuwsgierig als het om dit soort onderwerpen gaat. Die eerste auto uit Enschede, een Benz Comfort, stond in Nederland op nummer 69. De kentekenplaten zijn op volgorde afgegeven. Helmig’s Benz had nummer 70, maar het ministerie besloot in zijn wijsheid het “gekke nummer” 11 uit de editie weg te laten. In totaal telde Nederland nog geen tweehonderd auto’s.

Jeugd: ingeblikte benzine

Automobiliteit stond in alle opzichten nog in de kinderschoenen. Die ‘auto’ van Benz, van veertien jaar eerder, was niet veel meer dan een enorm driewielig voertuig met spaakwielen. Helmigs Benz zag eruit als een koets zonder paard. De tank was gevuld met flessen benzine die waren gekocht bij een apotheker of een vroege fietsenhandelaar die de waarde inzag van nieuwere innovaties.

Rond 1900 waren in de grotere steden cilinders met een paar liter benzine verkrijgbaar. In 1905 installeerde de smid en fietsenhandelaar Wilhelm Gassner voor het eerst een benzinedepot op de hoek van de Beltstraat en het GJ van Heekplein. Daar werden benzineblikken van tien liter (16 cent per liter) opgeslagen en verkocht. Petroleumventers duwden karren door de straten die geleidelijk minder blikjes kerosine en meer blikjes benzine bevatten.

Lees meer onder de afbeelding.

HW van Heek eerste auto Enschede c Archief Twentse Textielfamilies SHSEL

Willem Helmig van Heek en zijn gezin in de eerste auto van Enschede, nummer 69 van Nederland.

Afbeelding: Twentse Textielfamilies/SHSEL Archief

Het opslaan van benzine bracht alleen bepaalde risico’s met zich mee. Het materiaal zelf levert geen brandgevaar op, maar dat geldt niet voor de damp die vrijkomt. De verlichting kwam in die tijd vaak uit petroleumlampen en met een beetje extra zuurstof was zo’n tent binnen no-time klaar. Enschede had ervaring met branden in de binnenstad, maar ja: vooruitgang…

De eerste benzinepomp

De Verenigde Staten liepen voorop op de automobieltroepen en na verschillende ongelukken ontwikkelde Gilbert & Barker daar in 1911 de eerste ondergrondse opslag in een tank, met een “drainage-apparaat” aan de oppervlakte. De Amerikaans-Belgisch-Nederlandse American Petroleum Company (later Esso) bracht de vondst naar Nederland. Veel veiliger en heel praktisch: een handbediende zuigerpomp, een klok die de liters aangeeft, een slang om de tank te vullen.

In mei 1922 was Wilhelm Gassner de eerste die een vergunning kreeg om een ​​benzinetank met een “drainage-apparaat” ondergronds op te slaan. Dat is wat we tegenwoordig een benzinepomp zouden noemen. Nu is hij verhuisd: de eerste benzinepomp van Enschede staat voor de ‘Tubantia garage’ aan Noorderhagen 2.

Lees meer onder de afbeelding.

  • Tankstationfabriek Museum c Ernst Bergboer

    In de Museumfabriek hangt een kopie van het type benzinepomp dat voor het eerst verscheen in de Enschedestraat. Het garagegebouw Tubantia aan Noorderhagen 2, waar het voorheen stond, bestaat nog steeds.

    Afbeelding: Ernst Bergboer

  • Garage Tubantia Noorderhagen c Ernst Bergboer

    In de Museumfabriek hangt een kopie van het type benzinepomp dat voor het eerst verscheen in de Enschedestraat. Het garagegebouw Tubantia aan Noorderhagen 2, waar het voorheen stond, bestaat nog steeds.

    Afbeelding: Ernst Bergboer

Daarna gebeurt alles snel. Ruim drie maanden later volgt Van de Linde met een bom op de Haaksbergerstraat 314, en een maand later met nog een op de Boddekampsingel 2. Een kanaal dat pas drie jaar bestaat. Vijftien jaar later installeerde Shell daar de eerste elektrische pomp. Herman Josef Roelofzzen, eigenaar van pompen en werkplaatsen, is de eerste in de stad die dit onder de knie heeft. De bom op de Boddekampsingel bestaat nog steeds.

Een voorzichtig begin

Enschede verstrekte tussen 1920 en 1940 circa tachtig Hinderwetvergunningen voor de vestiging van een tankstation. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog reden er bijna honderdduizend auto’s op de Nederlandse wegen. Al met al een voorzichtig begin. Auto’s kosten een paar duizend florijnen en waren vooral in het begin vooral speelgoed voor een hele kleine hogere klasse.

Maar een handvol visionairs herkende al vroeg de enorme veranderingen die dit vreemde ding met zich mee zou brengen. Onder hen Cornelis Lely (van Zuiderzeewerken) en een burgemeester van Enschede. Daarover meer in de volgende aflevering.

icon_main_info_white_glyph

Op borg

Wekelijks halen collectiedirecteur Edwin Plokker en 1Twente-journalist Ernst Bergboer een voorwerp weg uit het magazijn van de Enschedese museumfabriek. Dat depot is een verhalenkabinet: al die voorwerpen vertellen fragmenten uit de geschiedenis van Twente, oud en recent. Meer zien en lezen? Op de website van 1Twente vind je alle afleveringen die tot nu toe zijn gepubliceerd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *