“De energietransitie is al goed begrepen”

Zaterdag 22 juni, 10.00 uur

Algemeen

DELFT – Delft moet in 2050 klimaatneutraal zijn. Maar voordat dat gebeurt, is er nog veel werk te doen. En iedere Delftenaar krijgt hiermee te maken. Als leidraad dient de onlangs door de gemeenteraad vastgestelde ‘Routekaart Klimaatneutraal Delft 2050’. “De roadmap gaat ons helpen de juiste beslissingen te nemen op het juiste moment”, zegt onder meer Maaike Zwart, wethouder Duurzaamheid en Energie.

Door Esdor van Elten

Klimaatneutraliteit is op papier geen realiteit, zegt Maaike Zwart. “Anders. Het is heel concreet. In 2050 willen we 100 procent van onze energie uit hernieuwbare bronnen halen. Onafhankelijk van buitenlandse invloed. En het moet voor iedereen beschikbaar en betaalbaar blijven”, vat de ambitie samen de afgelopen jaren, vanaf de sluiting van de Groningse gasvelden tot aan de spanningen met Rusland, met de daarbij behorende hoge gasprijzen, laten zien dat het nodig is”

Economisch
Duurzaamheid begint bij minder energie gebruiken: “Bijvoorbeeld het bevorderen van isolatie met diverse acties voor bewoners. Delft heeft zelfs een DIY-actie. Subsidie ​​voor isolatiemateriaal dat u zelf kunt plaatsen in plaats van een bedrijf in te huren. In 2050 willen we dat alle woningen geïsoleerd zijn volgens label C. Om dit te bereiken hebben woningcorporaties een landelijke deadline van 2028.” Bewoners kunnen nu zelf energiebesparende maatregelen nemen. U kunt bij de energiecoaches en energieassistenten van 015Duurzaam (www.015duurzaam.info) terecht voor gratis besparingsadvies. En helpen bij het gratis toepassen van isolerende en energiebesparende materialen voor mensen met minder financiële middelen. Daarnaast is er iedere vrijdag een OPEN Energiecafé, waar mensen langs kunnen komen voor informatie. Of maak een gratis afspraak bij het energieloket van het gemeentekantoor ([email protected] of 088 5254110). Al deze verschillende initiatieven leveren al concrete resultaten op: denk aan het Holy Foil-project en de isolatiesubsidie ​​voor doe-het-zelf. (Kijk voor meer informatie hierover op www.delftdoetduurzaam.nl).

Elektriciteit en warmte
Maar het bereiken van klimaatneutraliteit is sowieso een kwestie van samenwerken: zo wordt de energietransitie ook op regionaal niveau aangepakt: “De lokale energietransitie richt zich vooral op elektriciteit en warmte. Als het om warmte gaat, zitten we er in Delft goed voor: er zitten aardwarmtebronnen in onze ondergrond. Met Geothermie Delft zijn we nu bezig om de bron op de TU Campus letterlijk te benutten. Daarnaast zijn er projecten als WarmtelinQ en wordt er gewerkt aan technieken als het winnen van warmte uit water – Schie zou binnenkort een deel van onze warmtevoorziening kunnen verzorgen. Dit soort projecten zullen in de nabije toekomst het aardgas vervangen.” In Delft is het opwekken van elektriciteit lastiger; Wij proberen de plaatsing van zonnepanelen zoveel mogelijk te stimuleren. Waar mogelijk ook in monumenten. Maar in Delft is bijvoorbeeld geen plek voor windturbines. Daarom is samenwerking binnen de Regionale Energiestrategie (RES) zo belangrijk”, legt de wethouder uit. “Hier werken we samen met regiogemeenten als Den Haag en Rotterdam, daar waar ruimte is.” Hierdoor ontstaat er een ‘mix’ van elkaar versterkende bronnen, zodat Delftenaren er zeker van kunnen zijn dat ze nooit buiten beschouwing worden gelaten.

elektrisch netwerk
Ook het toenemende belang van elektriciteit als energiebron levert problemen op. Op veel plaatsen is er bijvoorbeeld al sprake van “congestie”; een compleet netwerk. “Delft heeft al veel geïnvesteerd in de elektrische infrastructuur”, zegt de wethouder. “Mede daardoor hebben we nog steeds geen problemen.” Sterker nog, de elektrische infrastructuur van Delft kan zelfs dienen als voorbeeld van hoe het toekomstige warmtenetwerk robuust en stabiel kan worden gemaakt.” Maar dat betekent niet dat Delft in dit kader op zijn lauweren kan rusten: “Om te voorkomen dat we stagneren, moeten we blijven investeren. “We zijn in overleg met netbeheerder Stedin over het versterken van het elektriciteitsnet.” Mensen zullen het ook merken, want daarvoor moet de straat open. “En de komende jaren zullen er steeds meer elektrische huizen in de wijken verschijnen”, hoopt de wethouder. “We stuiten vaak op weerstand en mensen starten een procedure. Zonde, want we doen dit omdat het nodig is. In andere steden zijn nieuwe scholen gebouwd die geen elektriciteit krijgen omdat die er niet is. Dan raak je verlamd en dat moet je als stad te allen tijde proberen te vermijden.” Ook in de elektrische transitie is samenwerking belangrijk: “Gelukkig zien we dat regelmatig gebeuren. Neem bijvoorbeeld de Schieoevers-bedrijven die momenteel een pilot uitvoeren om energie met elkaar uit te wisselen. De zogenaamde energiehubs. Ook dit is vooruitstrevend en komt de hele mix ten goede.”

Mobiliteit
Een ander belangrijk onderdeel van de energietransitie is mobiliteit. “Een delicaat onderwerp”, weet Zwart: “Het raakt veel mensen. Maar ook hier; Dat is nodig.” Concrete maatregelen zijn onder meer het terugdringen van de uitstoot van het autoverkeer in de stad: nadenken over emissiezones. Maar we zetten ook meer in op autodelen. Dat laatste is nu al merkbaar in Nieuw Delft, waar meer ruimte beschikbaar is gekomen voor autodelen en tegelijkertijd zijn er minder parkeerplaatsen ontstaan ​​“En we zetten ook in op goede alternatieven: goed openbaar vervoer en veilige loop- en fietsroutes.

Laadcapaciteit
De energietransitie vergt vooral een mentaliteitsverandering. Ook onder de inwoners van Delft. Dit verrast wethouder Zwart aangenaam: “Het lijkt erop dat mensen de noodzaak van de energietransitie al heel goed begrijpen. Mensen snappen het echt. Zij hebben vaak (praktische) vragen. Daarom werken wij samen met organisaties als 015Duurzaam en gaan we de wijken in. Ook mensen met een kleiner budget willen we betrekken bij de transitie. Wij willen graag met hen bespreken hoe we hen kunnen helpen niet alleen energie te besparen, maar ook de energiekosten te verlagen. Uiteindelijk dragen we allemaal bij, maar afhankelijk van ons vermogen om te betalen.”