close
close

Uit het archief van Jan van den Engel duikt een oud loflied voor Delft op

“Als ik bij hem en mijn grootmoeder in Wippolder logeerde en we door de stad liepen, was ik altijd verrast dat bijna iedereen hem begroette”, herinnert Ruud Bos uit Hoorn zich. Als kleinzoon zocht hij na de dood van zijn grootvader met toenemende verbazing naar dozen vol historische foto’s, krantenknipsels en aantekeningen. Hij speelde ook geluidsbanden af ​​die hoorden bij een bandrecorder die hij van zijn grootvader had geërfd. Tot zijn grote verbazing werden er talloze verzen gespeeld, met teksten geschreven en gezongen door grootvader Jan, begeleid door een piano. Na een lange voorbereiding verschijnt deze muzikale ontdekking dit najaar op cd, zo maakt Bos nu bekend aan Omroep Delft. Eén van die liederen is zonder twijfel een hymne aan, het kan niet anders, de favoriete plek waar Van den Engel nooit meer weg wilde: ‘De Prinsenstad’.

Delufs

De eerste twee regels zeggen meteen veel, en duiden ook op een oprechte uitspraak van Delluf:

Zoals ik op een mooie zomermiddag

Dromen aan de grachten van Delft…

Dit nu plotseling opduikende lied, ruim 75 jaar geleden gecomponeerd, werd afgelopen zomer al getest door stadsbeiaardier Henk Groenewegen op de beiaard van de Nieuwe Kerk, in aanwezigheid van een ontroerde kleinzoon Bos. En wie weet wordt een fragment van die hymne elk kwartier een permanente melodie op die kerkklok. Dat idee is nog steeds in de week. Maar Groenewegen oordeelde, nadat hij drie keer achter elkaar de klanken van ‘De Prinsenstad’ door de stad had uitgezonden: “Het is in ieder geval een heel mooi nummer.”

postuum eerbetoon

Maar wie was Jan van den Engel eigenlijk? En wat heeft hij gedaan om dit postume eerbetoon te verdienen? “Hij heeft zijn hele leven in Delft gewoond”, vat Ruud Bos samen. “Toen ik kwam logeren, zat ik in de Van Oldenbarneveltstraat in Wippolder. Zijn beroep was kasseien, maar hij deed ook van alles. Hij voetbalde en was president van Delfia, hij vocht in De Oude Garde, waarvan hij ook president werd, hij was voor de Tweede Wereldoorlog politiek actief bij de SDAP, voorloper van de PvdA, en oprichter van de Straatfabrikantenbond in de stad. Hij was zeer intensief betrokken bij de oude theatervereniging Multatuli: als acteur, regisseur en vijftig jaar als voorzitter. Daarnaast was hij lange tijd de officiële vertegenwoordiger van Sinterklaas bij de grote intocht. In 1966, drie jaar voor zijn overlijden, onderscheidde het Delftse stadsbestuur hem voor dit alles met de ‘Gemeente Zilveren Medaille’, nadat hij een jaar eerder al de zilveren medaille van de Orde van Oranje-Nassau had ontvangen.

Artiest

Bos: “Maar ik kende hem vooral als mijn opa. Pas toen ik een jaar of vijftien was, hoorde ik hem voor het eerst als ‘voordrachtkunstenaar’, zoals hij zichzelf noemde toen hij als schrijver, dichter en zanger op het podium stond. Die dag was ik diep onder de indruk. “Hij vond het leuk dat ik interesse toonde in zijn werk en voor mijn verjaardag kreeg ik een nieuw gedicht van hem.”

“Na zijn dood gaven ze mij zijn recorder, vergezeld van banden. Tot mijn verbazing bevatte het, naast pogingen om een ​​nieuw gedicht of lied te schrijven, een hele reeks van zijn teksten op muziek. Ik heb het destijds veel gespeeld, maar deed er destijds niets mee. Vervolgens heb ik met mijn moeder een bandje gemaakt met een soort geluidsbeeld over mijn grootvader, haar vader. Ik hoorde veel over haar wat ik nog niet wist en daardoor werd mijn bewondering voor Jan van den Engel alleen maar groter. Later zong ik op een familiefeest een lied van opa, begeleid door mijn zoon Martijn, die beroepsmuzikant is.

Ik heb gevonden wat ik moet doen. En dat werd het begin van het idee om daadwerkelijk ‘iets’ met die liedjes te doen.”

Grote verscheidenheid

Martijn Bos pakte dit idee specifiek op met Tom Dicke, eveneens beroepsmuzikant en tevens achterkleinzoon van Jan van den Engel. Deze twee neven en nichten werkten onder leiding van Ruud Bos aan mappen, schriften en plakboeken vol materiaal. Vader en oom Bos: “We zijn een beetje stil vanwege de enorme hoeveelheid liedjes en gedichten. De variatie is enorm: van echte tranen tot prachtige klankpoëzie, van strijdliederen tot filosofische pareltjes. Uit een voorselectie van twintig teksten kozen we er dertien om mee verder te werken. Hiermee is fase 1 afgerond.”

Telefoongesprek

“Omdat Jan van den Engel zo’n bekende figuur was in Delft, vroeg ik me af of we subsidie ​​konden krijgen voor ons project. Ik heb een aanvraag ingediend bij de gemeente en wij waren uiteraard heel blij toen we de hulp van 500 euro uit Delft kregen.”

“Dus we kenden de muziek van sommige verzen op de oude banden, maar niet van andere geselecteerde nummers. We zijn op zoek naar de pianobegeleiding die ervoor geschreven is. We weten dat muziek altijd door anderen werd genoteerd, omdat mijn grootvader geen muziek kon lezen of schrijven. En van zijn kompanen, die ook de muziek componeerden, kennen we drie namen: Bart Storm, Piet van der Velde en Fred Janson. Waarschijnlijk komen ze alle drie uit Delft en wellicht kan Omroep Delft zijn familieleden uitnodigen zich te melden. Dan kunnen we persoonlijk uitleggen wat we doen en misschien kunnen we met die contacten wat van zijn originele muziek vinden.”

Opnames

Bos vervolgt: “Maar Martijn en Tom waren inmiddels begonnen met het schrijven van arrangementen en ook nieuwe muziek. Ik inventariseerde wie ik wilde spelen en zingen, met voorkeuren voor bepaalde nummers. Omdat alles tussen de andere klussen door moest, duurde het jaren voordat we klaar waren. En toen kwam ook Corona tussenbeide. Maar het was een genoegen om alles op te nemen in de Moskouse Studio in Utrecht, waar we bijna alle studio-opnames hebben afgerond.”

Presentatie

“De eindmix is ​​bijna klaar, er wordt een cd-boekje met songteksten en foto’s voorbereid en dan kunnen de cd’s na de zomer gedrukt worden. De uitreiking van die cd willen we komend najaar in Delft vieren; bij voorkeur op een plek die iets met Jan van den Engel te maken had. De voormalige oefenruimte van theatervereniging Multatuli aan de Gasthuisslaan zou een prachtige locatie zijn geweest. Dat pand is inmiddels echter omgebouwd tot woonruimte. Maar er is ongetwijfeld nog een prachtige plek in de oude stad waar de liederen van Jan van den Engel aan kracht winnen. Ook advies hierover is welkom.”

Heeft u suggesties? Stuur dan een e-mail naar [email protected].

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *