close
close

Biotech Campus Delft: straks een broedplaats voor 5.000 mensen

Vorige week meldde Omroep Delft dat de gistfabriek eind 2025 sluit. Naast het begrijpelijke sentiment en de melancholie: er ontstaat ook iets nieuws op het terrein van de voormalige arbeidersfabriek aan de Schie. Hier wordt een ultramodern innovatiecentrum op het gebied van de biotechnologie ontwikkeld. Daarachter schuilt een bedrijfsfilosofie die met het streven naar duurzaam vervaardigde producten opvallende overeenkomsten vertoont met de oude maatschappelijke idealen van Gistfabriek-oprichters Jacques en Agneta van Marken-Matthes.

Journalist Henk de Kat van Omroep Delft beschrijft het in een analyse over toen, nu en de toekomst. Gisteren (maandag 17 juni). DEEL 1 gepubliceerd: De Gistfabriek tot nu toe.

Vandaag DEEL 2: De biotechtoekomst in Delft.

Biotechnologie. Het sleutelwoord, zegt Fedde Sonnema, locatiemanager bij DSM-Firmenich. Dit wereldwijd opererende bedrijf, dat eind volgend jaar zijn 155 jaar geleden opgerichte gistfabriek sluit, is inmiddels de hoofdspeler op de Biotech Campus Delft. In tegenstelling tot het toekomstige verlies van ‘de Gist’, eveneens van 150 banen, wordt hier al vijf jaar gewerkt aan een nieuwe toekomstvisie. De ambitie is om een ​​open innovatiecampus te ontwikkelen, een broedplaats voor jonge en ingenieuze wetenschappers die elkaar stimuleren in duurzame productie met behulp van biotechnologie.

Transformatie

Cindy Gerhardt, directeur van Planet B.io, legt uit hoe de transformatie van het DSM-Firmenich industrieterrein naar een open innovatiecampus in zijn werk gaat. “Nadat het toenmalige DSM in 2018 het initiatief nam om het hoofdkantoor in Delft open te stellen voor andere bedrijven, is in 2020 stichting Planet B.io opgericht om zich volledig te kunnen richten op de groei van de Biotech Campus Delft als innovatiecentrum. Naast DSM-Firmenich zijn er momenteel nog zo’n twintig andere bedrijven op de campus gevestigd: de antibioticaproducent Centrient, de pilotfabriek PlantOne en een toenemend aantal kleine, innovatieve biotechnologie- en voedseltechnologiebedrijven. Planet B.io zorgt ervoor dat alle spelers op de campus elkaar kennen en elkaar kunnen versterken.”

Sonnema en Gerhardt hebben grootse plannen met de Biotech Campus Delft. Sonnema vat samen: “Er werken hier nu zo’n 1.400 mensen, 900 mensen van DSM-Firmenich, zo’n 200 mensen van kleine bedrijven en de rest zijn medewerkers en aannemers van Centrient (bedrijven die veel technisch werk doen op de campus).

Gerhardt vult aan: “De ambitie van de campus is om de komende decennia door te groeien naar ruim 5.000 inwoners. De groei zit in de komst van andere bedrijven. Hier hebben we een wetenschappelijke omgeving waarin jonge bedrijven kunnen floreren, met DSM-Firmenich en de TU Delft als mondiale kennisleveranciers. Verder hebben we voldoende grond beschikbaar en het Dutch Science Park Fund als partner om nieuwe gebouwen te ontwikkelen. Planet B.io zet vol in op het realiseren van een groei van jawel ruim vijfduizend medewerkers de komende decennia. Dat is zonder twijfel de ambitie.”

DSM, het voormalige Limburgse staatsmijnbedrijf, nam in 1998 het toen gefuseerde bedrijf Gist-Brocades over. Hierdoor verdween de naam uit de tijd van de oprichter van de fabriek, Van Marken. Afgelopen mei fuseerde DSM zelf met Firmenich, een mondiaal bedrijf met vier ‘business units’, die allemaal milieuvriendelijk moeten opereren. Delft richt zich op de branche Taste, Texture & Health, onder de inmiddels kleine bedrijfsnaam dsm-firmenich. De voormalige DSM-aandeelhouders ontvingen bijna 2/3 van het aandelenpakket, ruim 1/3 ging naar de Zwitserse aandeelhouders.

De rol van de Delftse vestiging is werkelijk enorm. In de gezondheidssector is DSM-Firmenich bijvoorbeeld de grootste vitamineproducent ter wereld. De grootste? “De grootste”, beaamt regisseur Fedde Sonnema zonder een spier te vertrekken. Het is niet zo dat die vitamines en andere ingrediënten hier worden gemaakt; Dat gebeurt in fabrieken die overal kunnen staan: China, de Verenigde Staten, Canada, Brazilië, Australië, vult Sonnema aan. Maar op het hoofdkantoor in Delft komen alle financiële, onderzoeks- en verkoopaspecten van de business area Taste, Texture & Health samen.

Dat DSM-firmenich niet van plan is Delft te verlaten, blijkt ook uit het feit dat er momenteel een nieuw hoofdkantoor voor dochteronderneming Taste, Texture & Health wordt gebouwd. Het nieuwe pand is gelegen aan de Prinses Beatrixlaan. Het is een door het Delftse architectuurbureau Cepezed ontworpen kantoorgebouw met veel licht (vandaar de naam ‘Sunlight’) dat na de opening volgend jaar 500 van de 900 medewerkers van dsm-firmenich in Delft zal huisvesten.

Directeur Sonnema: “Er komt een goed kantoor en faciliteiten voor toepassingen, zoals een brouwerij, een kaasfabriek, een bakkerij, een demonstratiekeuken en een laboratorium. Allemaal met een goede uitstraling, zodat we daar klanten kunnen verwelkomen en samen met hen kunnen ontwikkelen, testen en testen.”

Een nieuwe bedrijfsstrategie is dat DSM-Firmenich geen eigenaar wordt van dat pand. En dat het bedrijf niet gaat bouwen op de site voor nieuwkomers. Sonnema: ‘Dat is niet waarom DSM-Firmenich in de wereld bestaat. Daarom zijn wij op zoek naar een bedrijf dat zich bezighoudt met het bouwen en verhuren van kantoren en laboratoria. Na een intensieve selectie hebben we gekozen voor de Nederlandse verzekeraar asr, die een relatief jonge maar grote vastgoedtak heeft: het Dutch Science Park Fund. Pensioenfondsen hebben daar ook geld in geïnvesteerd. Asr investeert nu in technologieparken waar wetenschap wordt beoefend voor een betere toekomst. Ze investeren bijvoorbeeld in de campus van de TU Delft en nu ook in de Delftse biotechnologiecampus.”

Kortom, het DSM-bedrijf, dat wereldwijd opereert op het voormalige hoofdkantoor van Gist, fungeert nu als moederkloek, in de hoop zoveel mogelijk jonge wetenschappers rond het terrein aan een zijarm van de Schie te verzamelen. Allemaal met één doel: ‘Maak hier de wereld groener en duurzamer met behulp van biotechnologie.’

Gerhardt legt uit waar deze technologie eigenlijk uit bestaat. Als voorbeeld noemt ze chymosine, het enzym dat nodig is bij het maken van kaas om melk te stremmen. Vroeger kwam dit uit de magen van pasgeboren kalveren, waardoor veel jonge dieren al vroeg dood gingen. “In Delft hebben we de maag van een kalf dit zien doen en toen hebben we het mogelijk gemaakt om dat enzym met micro-organismen in een tank te maken. Er zijn geen kalfjes meer nodig. “Het enzym wordt inmiddels veel gebruikt in de kaasindustrie.”

“Neem bijvoorbeeld Stevia, een natuurlijke, calorievrije suikervervanger die wordt gewonnen uit de gelijknamige plant”, vervolgt Gerhardt. “De smaak van die planten kan variëren, sommige kunnen een beetje droog of bitter zijn, en dan zijn er nog andere zorgen over het milieu. De groeiende vraag vereist vele hectaren land om de planten te laten groeien. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit, er moeten pesticiden worden gebruikt, er is water nodig, er zijn chemicaliën nodig om die zoetstof te elimineren en er ontstaat veel afval. Bij Avansya, een bedrijf gevestigd in Planeta B.io, slaagden ze erin het plantengen voor de productie van Stevia te identificeren en het in een door biotechnologie gemodificeerde gistcel te introduceren. “Dit betekent dat één bioreactor evenveel stevia kan produceren als een areaal steviaplanten ter grootte van de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland samen.”

“Het is de bedoeling dat we dit soort producten met een constante kwaliteit en tegen een aantrekkelijke prijs kunnen leveren”, zegt directeur Fedde Sonnema. Het zou een uitspraak van Jacques van Marken kunnen zijn, toen hij besloot gist te gaan maken. Maar is het verdienmodel nu gericht op wetenschappelijk onderzoek? Fedde Sonnema: “We kunnen een patent verkopen, maar DSM-firmench innoveert en ontwikkelt vooral om nieuwe ingrediënten en aroma’s te produceren en deze over de hele wereld te verkopen.”

Het werk van de medewerkers van de oude gistfabriek zal plaats maken voor mensen met een wetenschappelijke opleiding. “Dit is hoe de transformatie zou kunnen worden voorgesteld”, beaamt Sonnema. “Smaak is het ultieme domein van het oude Firmenich, bekend om het maken van allerlei citrussmaken, zoals sinaasappel en citroen. Wat nu trendy is, is dat veel geuren nog steeds chemisch worden gemaakt. Firmenich sloeg vorig jaar de handen ineen met DSM omdat zij chemische smaakstoffen willen vervangen door natuurlijke biotech-equivalenten. Dat is de grote vooruitgang.”

Sonnema: “Naast de producten ontwikkeld door DSM-Firmenich laten de startups van Planet B.io zien dat er met biotechnologie talloze producten ontwikkeld kunnen worden. Zeker nu er steeds meer aandacht wordt besteed aan duurzame productie is dit een vakgebied dat in de belangstelling staat. Toepassingen variëren van voedselingrediënten tot waterzuivering, en van medicijnen tot bouwmaterialen.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *