close
close

‘Excuses voor Delfts slavenverleden zijn geen eindpunt, maar een begin’

Het debat, georganiseerd door de journalistengroep Staat van Delft met steun van het lokale mediafonds, vond plaats aan het einde van een jaar van nationale herdenking. Dit begon in de stad op 3 juli 2023 in de wijk Buitenhof tijdens Keti Koti (‘Broken Chains’), de viering van de officiële afschaffing van de slavernij in Nederland 150 jaar geleden. Na een eerste onderzoek naar de rol van Delft in drie eeuwen slavernij concludeerden burgemeester en wethouders eind 2023, midden in dit herdenkingsjaar, dat het opportuun was om excuses aan te bieden. Wethouder Gooijer legt uit waarom: “Uit het onderzoek bleek dat onze voorgangers bij de gemeente Delft een rol hebben gespeeld bij het in stand houden van een systeem van slavernij dat tot verschrikkelijke excessen heeft geleid.”

Ook maakte hij bekend dat de gemeente begin juli, op Keti Koti Dag, een nieuwe brochure zal presenteren met een ‘publieke versie’ van het betreffende rapport over de rol van Delft in het verleden. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden voor verder onderzoek op dat gebied.

Glenn Weisz, leider van de ‘Commissie voor de Geschiedenis van de Slavernij in Delft’ van Burgemeesters, benadrukte in het debat dat veel Delftenaren die geschiedenis niet kennen. Het bijzondere was dat zowel de WIC (West-Indische Compagnie, gericht op Afrika, het Caribisch gebied en Amerika) als de VOC (Verenigde Oost-Indische Campagne, gericht op Indonesië en andere Aziatische landen) hier gevestigd waren. “In de Delftse burgerraad was tussen de zeventig en tachtig procent geïnteresseerd in slavernij. De prachtige huizen in de binnenstad, waar we nu vol bewondering langs lopen, en de panden waar we koffie drinken, zijn er mede door gefinancierd.” Weisz stelde verder dat de herdenking van de slavernij geen folklore mag worden, maar dat het bewustzijn van wat er in het verleden is gebeurd ook een basis moet zijn voor het aanpakken van ‘het racisme van vandaag’.

Gooier erkent dat niet iedereen enthousiast is over bijvoorbeeld een herdenkingsplek in Delft. Zonder dat de wethouder het heeft gezegd, blijkt uit een internetbericht van Bram Stoop, fractievoorzitter van de fractie Hart voor Delft, vorige week. Hij verklaarde dat hij de verontschuldiging van de burgemeester niet nodig had. “Wat er met de slavenhandel is gebeurd, is verschrikkelijk. Dat denken wij allemaal persoonlijk. Maar vandaag voelt mijn fractie zich daar niet verantwoordelijk voor.”

Aan de gesprekstafel en ook in een video van een eerder gesprek in de stad vorige maand werd er anders naar gekeken. Er werd gezegd dat het slavenverleden nog steeds effect heeft. Op de vraag in het ‘Staat van Delft’-debat hoe zij omgaat met de onvrede van een deel van de bevolking over de herdenking van de slavernij en administratieve excuses, antwoordde Gooier dat het voor haar ‘een oprechte zoektocht’ is. De wethouder: “De weerstand komt bijvoorbeeld doordat mensen armoede hier en nu belangrijker vinden. Maar dat zijn zaken die wat mij betreft niet tegenover elkaar moeten staan. “We moeten geen voor- en nadelen creëren.”

“Mensen die zich verzetten tegen de herdenking van de slavernij voelen zich vaak niet gehoord”, is de ervaring van de wethouder. “De sleutel om samen vooruit te komen is nieuwsgierigheid. Wees nieuwsgierig naar de geschiedenis van elke persoon: waar kom je vandaan…?.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *