Column: Het nieuwe theater De Veste lijkt een hersenschim

Het huidige gebouw van stadsschouwburg De Veste is te klein. Dit gebouw is ongeveer 30 jaar geleden relatief goedkoop gebouwd. Goedkoop is duurkoop, want er is al nieuwbouw nodig.

“De toekomst van de cultuur moet er rooskleurig uitzien”, zegt PvdA-lid Simon de Rijk, terwijl hij een poëtische verwijzing maakt naar de bloem in het logo van zijn partij. Daarom stond de gemeentecommissievergadering die donderdagmiddag 23 mei plaatsvond in het teken van cultuur. Op de publieke tribune waren veel voor theater geïnteresseerden aanwezig. De voorstelling die ze zagen was waarschijnlijk saaier dan wat ze gewoonlijk zien, maar niet minder fictief dan veel toneelstukken. Als we bijvoorbeeld de eerste twee uur durende act benaderen, een discussie over de toekomst van theater De Veste, zien we helemaal geen rooskleurige toekomst. Het beeld dat naar voren kwam was onzeker, een wit vlak, een luchtkasteel.

‘De hand in de tas’

“Het duurt nog tien jaar tot de eerste voorstelling in de nieuwe schouwburg plaatsvindt”, zegt Lisette de Jongh-Swemer van Hart voor Delft. De voorkeur van de gemeente gaat uit naar het slopen van het huidige gebouw en het bouwen van een nieuw theater op deze plek. Hiervoor is een enorme hoeveelheid geld nodig, ongeveer 85 miljoen. De stad beschikt momenteel niet over dit geld. De raad stelt daarom voor om in 2028 te onderzoeken of het dan mogelijk is om dit project te starten. Het zal nog jaren duren voordat het nieuwe theater wordt gebouwd.

Meerdere partijen zijn blij dat er niet direct veel geld wordt uitgegeven. “Het raadslid moet met de voeten op de grond staan ​​en de hand in de zak hebben”, meldt Wimke Schuurmans-Oosterom (ChristenUnie). Ook VVD-lid Dimitri van Rijn is tevreden over het ‘realiteitsgevoel’ van de raad. De vraag is nu echter wat er gaat gebeuren. Voor De Veste lijkt er pas in 2028 meer duidelijkheid te komen. Wethouder Van Vliet meldt dat de gemeente de komende jaren niet de stedenbouwkundige studies kan uitvoeren die nodig zijn om tot een concreet nieuwbouwplan te komen.

fictieve planning

De 85 miljoen die nu als kostenpost worden genoemd, zijn zeer onzeker. Het is gebaseerd op een ‘behoefteplan’ dat nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld. Van Vliet spreekt dan ook van een ‘fictief plan’. De kosten kunnen aanzienlijk hoger uitvallen dan momenteel wordt geraamd.

De vraag die rijst is wat er werkelijk wordt besloten. Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders waarover de raad moet beslissen is om ‘voorkeur voor nieuwbouw uit te spreken’. Dit heeft de voorkeur van de meerderheid van de raad, maar het financiële plaatje hangt als een wolk boven deze ambitie. Het is immers niet zo dat de gemeente over een paar jaar ineens meer geld te besteden heeft. Verschillende raadsleden wijzen erop dat er met de wind die momenteel waait in de landelijke politiek waarschijnlijk niet meer geld naar gemeenten of cultuur gaat. Bovendien is de gemeente al op weg naar het ‘jaar van het ravijn’ 2026, waarin Nederlandse gemeenten structureel minder geld uit het gemeentefonds zullen ontvangen.

Onveiligheid

Toen de kaasblokjes in de raadszaal werden uitgedeeld, moeten de mensen in theater De Veste bijna het gevoel hebben gehad dat ze de kaas van het brood aten. Van de gemeente krijgen zij geen duidelijkheid. Op dit moment is er nog geen besluit genomen. Het gemeentebestuur kan nu zijn voorkeur voor nieuwbouw uitspreken. Maar de verwachting is dat zodra er in 2028 een echt besluit valt, zal blijken dat daar nog geen geld voor is. Wethouder Van Vliet wil niet het ongelukkige signaal afgeven dat er vanavond geen geld is voor een nieuw theater. En daarom verkeren het Veste Theater en al diegenen die er om geven momenteel in onzekerheid.