Na protesten roept TU op tot een staakt-het-vuren in Gaza

“Wij vinden het menselijk lijden veroorzaakt door het geweld tussen Israël en Hamas afschuwelijk. We delen de gevoelens van verdriet, verwarring en hulpeloosheid. Wij veroordelen alle schendingen van het internationaal humanitair recht en hopen dat dit conflict zo snel mogelijk eindigt. “Wij verwerpen elke vorm van antisemitisme en islamofobie.” Dat staat in een verklaring op de website van de TU. Het universiteitsbestuur steunt ook de oproepen aan Israël om de honger in Gaza te bestrijden en aan Hamas om gijzelaars vrij te laten.

‘Verschil van mening’

De redenen voor de universiteit om nu deze oproep te doen zijn volgens hen: ‘de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof, de signalen dat collega’s en studenten zich niet meer veilig voelen, en de protesten op de universiteiten.’ Daarnaast feliciteert het universiteitsbestuur de demonstranten: “Tot nu toe verlopen de demonstraties op onze campus vreedzaam. Onze gesprekken met activisten zijn respectvol.” Het uitvoerend comité spreekt echter van “een meningsverschil” met de demonstranten.

Een voorbeeld hiervan is dat het College van Bestuur van mening is dat het beëindigen van de samenwerking met onderwijsinstellingen in het conflictgebied geen oplossing biedt. Ze schrijven: “Wij vinden het belangrijk om de dialoog te onderhouden met studenten en collega’s uit conflictgebieden, omdat zij kunnen bijdragen aan verandering.” Ook zegt de TU geen lijst met samenwerkingen met een specifiek land te publiceren. Ze verwijzen echter naar Cordis, waaruit blijkt met welke partners en landen de TU Delft samenwerkt.

Stelling

Het college van bestuur wil echter geen partij kiezen in dit conflict: “Naar onze mening past deze positie niet bij ons als universiteit.” De universiteit zegt een plek te willen zijn waar ruimte is voor ‘open gesprekken’ en protesten. Wel wordt benadrukt: “Het bezetten van een gebouw of terrein geldt niet als demonstratie/protest en is niet toegestaan, en ook niet zonder toestemming overnachten in universiteitsgebouwen of -terreinen.”