close
close

Wat doen universiteiten wel en wat doen ze niet volgens de zeer kritische Arbeidsinspectie?

Vertaling in uitvoering

Stress, overwerk en wangedrag zijn nog steeds normaal in de wetenschap. Universiteiten doen hier te weinig aan, zegt de Arbeidsinspectie in het ‘Onderzoeksrapport Arbo in Bedrijf over de psychosociale arbeidsbelasting op universiteiten’, dat dinsdag 14 mei verschijnt.

De inspectie vermeldt de namen van de universiteiten niet, maar drie lijken de ‘psychosociale werkdruk’ niet als risico te hebben onderkend. Dit betekent dat zij zich niet aan de wet houden, zegt de inspectie. Negen van de veertien universiteiten hebben nog geen diepgaand onderzoek afgerond. De meeste universiteiten meten ook niet of hun aanpak succesvol is. Meestal gaat het om incidenten, niet om oorzaken.

Vrijwillig

De Arbeidsinspectie heeft universiteiten in 2020 gevraagd plannen op te stellen om overmatige werkdruk en ongewenst gedrag tegen te gaan. De inspectie heeft inmiddels gecontroleerd of de universiteiten daadwerkelijk zijn gaan functioneren. Dit lijkt “marginaal” te zijn gebeurd.

Universiteiten nemen maatregelen, “maar werknemers hebben er beperkte kennis van en gebruiken ze op beperkte manieren”, aldus het rapport. Het trekt ook de aandacht: “Deelname aan projecten tegen ongewenst gedrag is nog steeds vrijwel altijd vrijwillig.”

‘Dialoogtafels, Speciale troepen, deskundigengroepen en denktanks maken geen verschil’

Zoals de inspectie aangeeft zijn er allerlei ‘dialoogtafels, actiegroepen, leertafels, Speciale troepenWerkgroepen, deskundigengroepenstuurgroepen, commissies en denktanks’, maar die maken geen verschil. Een deel van de respondenten van de Arbeidsinspectie, die ruim 9.100 keer zijn ingevuld, spreekt van ‘schijnveiligheid’: het lijkt alsof universiteiten iets doen, maar in de praktijk is dat weinig. De processen zijn “glad als boter.”

Maatregelen

Uit de inspectie blijkt dat er veel meer maatregelen zijn genomen tegen de werkdruk (113) dan tegen ongewenst gedrag (31). Maatregelen voor de werkdruk zijn bijvoorbeeld ‘stresschecks en werkdrukindicatoren’, coaches voor de balans tussen werk en privé en programma’s om activiteiten en processen te digitaliseren, automatiseren of standaardiseren. Ook maakt de inspectie melding van het terugbrengen van (les)taken, het hergebruiken van cursusmateriaal of het inzetten van administratieve ondersteuning.

Wat de maatregelen tegen ongewenst gedrag betreft, constateert de inspectie dat meerdere universiteiten gebruik hebben gemaakt van de Mindlab-theatervoorstelling ‘om ongewenst gedrag aan de orde te stellen en bespreekbaar te maken’ en trainingen die medewerkers leren hoe ze ongewenst gedrag kunnen bestrijden. Ook zorgt de inspectie ervoor dat alle universiteiten één of meerdere vertrouwenspersonen hebben, al is dit nog geen wettelijke verplichting. Slechts bij vijf van de veertien universiteiten beschikken vertrouwenspersonen volgens de inspectie zelf over voldoende tijd en middelen.

meldingen

Ook werd gekeken hoeveel klachten er binnenkwamen over ongewenst gedrag en hoge werkdruk bij universiteiten. Vervolgens vroeg hij aan de respondenten of zij dit soort zaken hadden gemeld als zij deze tegenkwamen. 57 procent deed dat niet. De redenen hiervoor liepen uiteen: velen wilden het simpelweg niet, anderen vonden het onveilig of nutteloos.

Slechts op één gebied heeft zich ‘aantoonbare verbetering’ voorgedaan

Volgens de inspectie staat het aantal officiële klachten ingediend door medewerkers van de universiteit “in schril contrast” met de cijfers uit het eigen onderzoek. De inspectie concludeert dat er weliswaar klachtenprocedures zijn, maar dat deze niet naar behoren functioneren. Dit kan deels te wijten zijn aan het hoge procedurele gehalte van de procedures, aan het feit dat zij geen oplossingen of nazorg bieden.

Actieperspectief

Nadat uit de inspectie van 2020 bleek dat universiteiten veel fouten maken op het gebied van werkdruk en sociale zekerheid, moesten zij actieplannen opstellen. Een jaar later stuurde de inspectie de instellingen een lijst met zeventien aandachtspunten. De inspectie heeft er zestien opnieuw onderzocht en op slechts één punt blijkt dat er “aantoonbare verbetering is opgetreden”. Het gaat om het hebben van vertrouwenspersonen en ombudsmannen en de bekendheid daarvan bij medewerkers.

Dat moet beter kunnen, vindt de inspectie. Vanuit een ‘actieperspectief’ draagt ​​het de uitvoerende comités op om het initiatief te nemen om alle door de inspectie gesignaleerde problemen te verbeteren. Beveelt aan dat CVB’s systematisch de onderliggende oorzaken van werkdruk en ongewenst gedrag in kaart brengen. Het kent de borden ook zes mogelijke taken toe:

  1. Zorg ervoor dat het centrale personeelsbeleid op gedecentraliseerd niveau wordt geïmplementeerd en geëvalueerd, en creëer coördinatie en eigenaarschap over de formulering en implementatie van het PES-beleid. (PSA staat voor psychosociale werkdruk)
  2. Ga na of er, vooruitlopend op eventuele aanpassingen in de bekostiging, ruimte is om het fluctuerende aantal studenten binnen de eigen instelling op te vangen.
  3. Waarborgen dat de functie/beloning en taaklast overeenkomen met de functieprofielen zoals vastgelegd in de CAO. Onderzoek ook of de eisen aan selectieprocedures en/of interne promoties in overeenstemming zijn met de UFO-profielen.
  4. Stimuleer het actief en werk aan een adequate aanpak van ongewenst gedrag die transparant, helder en structureel is.
  5. Onderzoek hoe informele meldprocedures beter kunnen aansluiten bij de behoeften van medewerkers met klachten over werkdruk en ongewenst gedrag. Overweeg of andere, meer toegankelijke, maar onafhankelijke en veilige manieren effectiever zijn om het rapportagesysteem beter te laten werken.
  6. Ga door met het ontwikkelen van leiderschap van hoge kwaliteit en zorg ervoor dat dit niet optioneel is.

De Arbeidsinspectie heeft universiteiten tot 2025 de tijd gegeven om te verbeteren, zodat zij aan hun wettelijke verplichtingen als werkgever voldoen. Dat jaar volgt er een vervolgonderzoek. Als dit geen verbetering laat zien, wordt er ‘een nalevingsvereiste en mogelijk een boete opgelegd’.

Unie

Vakbond FNV vindt de uitkomsten van het Arbeidsinspectieonderzoek schokkend. “Dit kan niet zo doorgaan”, zegt directeur Bernard Koekoek. “Het academische onderwijs schreeuwt om oplossingen.”

De inspectie heeft over de eigen universiteit rapporten naar de colleges van bestuur gestuurd. De FNV vindt dat deze lokale rapporten openbaar moeten worden gemaakt, zodat de problematiek per universiteit besproken kan worden. Dit heeft de Technische Universiteit Delft al toegezegd.

Delta, Saskia Bonger/HOP, Bas Belleman

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *