close
close

Bouwen in de binnenstad: is welvaart de smaakpolitie?

Algemeen

DELFT – Het bouwen en renoveren van de historische binnenstad van Delft brengt uitdagingen met zich mee, dat weet George Kunz van het gelijknamige bouwbedrijf maar al te goed. “Er is een grote behoefte aan nieuwe woningen, maar er zijn ook veel regels en bevoegdheden waar rekening mee gehouden moet worden.”

In oktober vorig jaar berichtte Kunz over de bouw van een nieuw privébinnenhof met vijf luxe woningen aan de rand van het stadscentrum. “Het voormalige hoofdkantoor van Naaborg in de Wateringsevest staat al enige tijd leeg. “Daar willen we graag nieuwe huizen bouwen.” Kunz werkt nu bijna een jaar aan het project. “De gemeente is enthousiast en zou daar ook graag huizen gebouwd zien.” Maar bouwen in het historische centrum van een stad moet aan veel eisen voldoen. Niet alleen de ‘normale’ bouw- en milieueisen, maar ook de regels met betrekking tot beschermde stadslandschappen en historisch erfgoed. “Het huidige bedrijfspand heeft geen historische waarde. Ze kunnen worden neergehaald”, legt Kunz uit. “Bij nieuwbouw in de binnenstad is dat anders. Uiteindelijk bepaalt de esthetische commissie of een bouwproject ‘mooi’ genoeg is. De esthetische commissie is een onafhankelijke commissie die beoordeelt of het uiterlijk of de ligging van een bouwwerk in strijd is met redelijke esthetische eisen en adviseert de gemeente hierover. “Helaas vindt deze commissie ons huidige ontwerp niet ‘mooi’.

Subjectief
Maar ‘mooi’ is een subjectieve visie die neigt naar willekeur, meent Kunz. “Als technicus (Kunz studeerde Civiele Techniek aan de TU) kan ik daar niets mee. Ik denk ook dat het ‘waarom’ van regels belangrijk is. Met een oordeel als ‘het past niet in de bestaande omgeving’ kun je alle kanten op.” Kunz laat voorbeelden zien van andere nieuwbouwprojecten in de binnenstad (oa Raam, Huyterhof, Schutterstraat). “Wij willen graag een huizenrij in deze stijl bouwen; Daar hebben we een “mooi” ontwerp voor gemaakt, ja, het is ook subjectief, maar vergelijkbaar.” In de nationale pers wordt de Welstand wel eens omschreven als de ‘smaakpolitie’. Kunz is het daar mee eens: “eigenlijk is het de politie die haar eigen wetten handhaaft, want welvaart/smaak verschilt per stad/commissie.” Dat frustreert hem, geeft hij toe: “Er is behoefte aan huisvesting. Wij willen graag in die behoefte voorzien en daar is ruimte voor. Tegelijkertijd verspillen we veel tijd door onduidelijke eisen.” Uiteindelijk komt het volgens Kunz neer op de vraag wie nu werkelijk verantwoordelijk is voor de stadsvernieuwing? “Wat voor soort stad willen we zijn en worden? Ik ben in ieder geval zeer verbaasd dat deze verantwoordelijkheid nu grotendeels bij één commissie ligt.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *