close
close

Het Delftse CEAD maakt de 3D-printers die elke fabriek wil

Als het over een 3D-printer gaat, hebben veel mensen nog steeds het beeld van een open huis-, tuin- en keukenkubus die je op een tafel kunt plaatsen. Vergeet dat beeld even. De machines die de CEAD (je zegt zaad) produceren zijn van een heel andere orde.

De kleinste productcategorie is het formaat van een auto. Dit is al indrukwekkend genoeg, maar verbleekt in vergelijking met de 3D-printer die onlangs werd afgeleverd bij een scheepsbouwer in Abu Dhabi. De machine is veertig meter lang en vier meter breed. Momenteel worden er onder andere watertaxi’s mee bedrukt.

Bij CEAD, wat staat voor Connecting Engineering And Design, trappen we al een tijdje op het gaspedaal. En oprichters Maarten Logtenberg en Lucas Janssen zijn niet van plan binnenkort te vertrekken. Zijn bedrijf stond echter op het punt ten onder te gaan.

Twee cruciale draaipunten

De jaartallen lopen van 2012 tot en met 2015. Logtenberg en Janssen studeren aan de TU Delft, maar zijn niet de meest loyale hoogleraren. Ze zijn al geïnteresseerd in 3D-printers en ontwikkelen met Leapfrog 3D Printers kant-en-klare machines voor de consumentenmarkt. Dat bedrijf bestaat trouwens nog steeds.

Het echtpaar maakt een spil en richt zich op de industrie. ‘In de jaren daarna bouwden we heel specifieke machines voor bedrijven die een specifieke stap in hun productieproces wilden verbeteren. Het was leuk, maar ook ingewikkeld. Je verkoopt altijd een machine die nog niet bestaat.

De wending die volgt is bepalend voor de toekomst van het bedrijf. CEAD zal de kennis die is opgedaan met Leapfrog combineren met de behoeften van haar industriële partners. “Dus we zeiden: laten we de grootste 3D-printers bouwen die er zijn.”

de eerste bestelling

Naast de technische uitdagingen is er nog een ander probleem waarmee jonge oprichters te maken krijgen. Op de bedrijfsrekening staat een bedrag waarmee ze nog maximaal een paar maanden kunnen overleven. Er is maar één idee. Er is geen geld om zo’n megaprinter te ontwikkelen.

“Vervolgens schetsten we een ruw concept van het product en begonnen het naar de mensen te brengen”, zegt Logtenberg. Dit geldt ook voor het bedrijf Poly Products uit Werkendam. En raad eens? De eigenaar ziet verdienste in het verhaal.

‘Eén van de afspraken was dat we betaald zouden worden als bepaalde mijlpalen bereikt werden. Zo hebben we een groot deel van de ontwikkeling kunnen financieren. Voor ons bedrijf is dit veruit de belangrijkste opdracht geweest. Zonder dit bevel waren we waarschijnlijk al lang failliet geweest.’

Met de printer CEAD produceert Poly Products nu onder meer straatmeubilair, designmeubilair en kunstwerken.

cead 3d-printer
De Flexbot is een van de 3D-printers van CEAD.

Specifieke bestellingen

We zijn zo rond 2019. En bij CEAD roepen ze het hardop: nu één schaap de dam is overgestoken, volgen er nog meer. Maar dat is zeer teleurstellend.

“We dachten dat de bestellingen automatisch zouden arriveren”, geeft Logtenberg toe. ‘Er was direct interesse. Zo waren er veel vragen over de afwerking en materialen die we gebruikten. Maar concrete orders waren er in die eerste periode nog niet. “We hebben veel tijd moeten besteden aan het informeren van de markt.”

‘Voor veel bedrijven is het de eerste grote 3D-printer die ze bestellen. Dit resulteert in relatief lange verkooptrajecten, waarbij het niet ongebruikelijk is om eerst een pilotproject te starten. We moeten klanten echt bij de hand nemen en uitleggen hoe het precies werkt.’

Het product belooft

Wat nu helpt is dat ze steeds meer concrete use cases in Delft kunnen laten zien. CEAD heeft de afgelopen jaren ruim 150 3D-printers geleverd aan honderd bedrijven. Ze komen overal vandaan. Van Duitsland en Frankrijk tot het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en Noord-Amerika, waar het bedrijf momenteel een vestiging heeft. Eén van haar producten wordt bijvoorbeeld geproduceerd bij een Airbus-leverancier, waar mallen voor vliegtuigvleugels worden gemaakt. BMW is inmiddels ook klant.

In deze fabrieken produceren machines plastic voorwerpen laag voor laag, met millimeterprecisie. Bijkomend voordeel: het materiaal dat ze hiervoor gebruiken is relatief eenvoudig te recyclen. ‘Het is een thermoplastische verbinding. Of simpel gezegd: plastic met vezels. Dat kan glasvezel zijn, maar bijvoorbeeld ook koolstof”, zegt Logtenberg.

De traditionele productiemethode is frezen. Niet alleen kost dit meer tijd, er gaat ook veel productiemateriaal verloren. Dat brengt ons meteen bij twee beloften die CEAD doet aan aarzelende klanten: “Wij versnellen uw productieproces en doen dat op een duurzamere manier.”

Opzetten van een verkoopafdeling

Kosten van zo’n gigantische printer? Tussen de drie ton en een paar miljoen. Alle onderdelen worden vervaardigd en geassembleerd in Delft. Dit wordt gevolgd door een laatste softwaretest. ‘Als alles goed werkt, wordt de machine weer gedemonteerd. De verschillende stukken komen per vrachtwagen of container bij de klant aan. We hebben een team gestuurd om het ter plekke weer in elkaar te zetten en de medewerkers te leren hoe ze het moeten gebruiken.’

CEAD telt momenteel bijna honderd medewerkers. Het bedrijf is de afgelopen jaren gestaag gegroeid met percentages tussen de 70 en zelfs ruim 100 procent. De omzet zal dit jaar naar verwachting rond de 20 miljoen euro liggen.

Hoewel expansie actief is in een kapitaalintensief bedrijf, zijn er maar weinig investeerders nodig geweest om het draaiende te houden. Pas in de beginperiode sloot zich een engelinvesteerder aan. De afgelopen jaren zijn er positieve cijfers geboekt en is het orderboek al goed gevuld.

“In 2023 zullen we veel geld hebben geïnvesteerd in het uitbreiden van onze productiefaciliteiten”, zegt Logtenberg. ‘Dat is geen probleem meer. Nu investeren we vooral in de verkoopafdeling. Wij verkopen geen tafels en stoelen, het kost alleen tijd om iedereen vertrouwd te maken met het product.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *