Patiënt René Taling en zijn oncoloog doen mee aan de LoveLife Run

Patiënt René Taling en zijn oncoloog doen mee aan de LoveLife Run

René Taling (64) is ziek en wordt niet beter. Zijn arts, oncoloog dr. Pieter van den Berg, moedigde hem aan om mee te doen aan de LoveLife Run.

René Taling (64) omschrijft zijn huidige levensfase zelf als overwerk: ‘Ik heb gehoord dat het niet meer beter met mij gaat. Dan wil je echt haast hebben om van alles te doen. Maar mijn lichaam kon dat niet meer aan. Ik wist niet meer wat ik met de rest van mijn leven moest doen. Toen stuurde Dr. Van den Berg mij een e-mail. Of ik wilde gaan trainen voor de LoveLife Run. In eerste instantie kon ik mijn ogen niet geloven en dacht ik dat e-mail niets voor mij was! Maar wat er nu met mij gebeurt, is bijna onbeschrijfelijk.”

De heer Taling als rolmodel

Oncoloog dr. Pieter van den Berg is ambassadeur van de LoveLife Run en moedigt zijn patiënten aan om in beweging te komen: ‘Omdat ik weet dat jij je beter gaat voelen. En fitter, zodat ze meer behandelingen kunnen doorstaan. Ook psychologisch is het belangrijk: door te sporten krijgen ze weer enige controle over hun leven. De heer Taling is het perfecte voorbeeld dat patiënten met ernstige ziekten tot veel meer in staat zijn dan ze aanvankelijk denken. Door te laten zien dat je met grijs haar en een ernstige ziekte kunt sporten, kun je een rolmodel zijn voor anderen.’

magische datum

René Taling: ‘De dag van de LoveLife Run, 26 mei: het heeft iets magisch. Dat is wat ik leef. Het trainen hiervoor betekent veel voor mij! Misschien zelfs meer mentaal dan voor mijn lichaam. Je had mij een tijdje geleden moeten zien. Mijn hoofd zat vol gedachten. Het werd zo erg dat ik de woorden er niet meer uit kon krijgen en begon te stotteren. Maar toen ik voor het eerst lid werd van de LoveLife Run-trainingsgroep, was het in één keer voorbij. Ik wist meteen dat ik op de juiste plek zat. Nu kan ik veel meer. En als ik dan hoor dat ik ook een rolmodel kan zijn voor andere mensen: man, hoe gaaf is dat! Ik ben een gelukkig mens, hoe ziek ik ook ben.’