close
close

In deze hartverscheurende roman is de parkeerwachter de heer onder de welgestelde barbaren.

Omdat de autobiografische roman Parkeren in Hilversum behandelt voornamelijk de kwestie van “werk” en op de achterkant staat dat Detlev van Heest in het verleden een “emigrant” was; De eerste twaalf pagina’s leefde ik in de veronderstelling dat Van Heest voorheen extreem zwaar en zwaar werk had gedaan. Is het land in beweging? Dit gebeurde ongetwijfeld op een shovel of een gigantische kraan. En dan grote hoeveelheden land van A naar B verplaatsen, zodat er iets nieuws op gebouwd kan worden. Als mijn liefde voor Zweedse puzzels wat groter was geweest, met hun behoefte aan synoniemen, had ik waarschijnlijk eerder beseft dat hun uitgever alleen maar wilde melden dat hun auteur een emigrant was geweest, iemand die in zijn eigen land, Landen, had gewoond. Laag. , ooit had geruild voor andere landen (Japan en Nieuw-Zeeland in het geval van Van Heest). Het was niet echt een serieuze carrière in het buitenland.

Toen hij begin 21e eeuw terugkeerde naar Nederland, kon Van Heest moeilijk werk vinden. En daar gaan de eerste honderden pagina’s over, dat Jacques Tati-achtige bezoek aan bedrijven en instellingen om betaald werk te vinden. Tellers, onbeantwoorde of afgewezen sollicitatiebrieven (oef, Partij voor de Dieren!), klusjes voor weinig of geen kosten. De gemiddelde of zelfs bovengemiddelde intellectueel Van Heest wil het wel doen en stelt niet echt hoge eisen, maar hij kan nog steeds geen voet op de grond zetten en de armoede hangt hem boven het hoofd. Financieel staat hij er dus alleen voor, omdat zijn ex-vrouw in Nieuw-Zeeland bleef, een verhaal dat Van Heest vastlegde in het boek dat vijftien jaar geleden verscheen. Pleun (een ‘relationele crisis’, noemde deze krant het verhaal destijds).

Fooien en cadeaus

Er zijn vrienden. Zoals de toen nog levende JJ Voskuil, Han en zijn vrouw Lousje. Ze geven hem advies en cadeaus, zoals een prachtige Lundia-vitrine voor boeken. Omdat je misschien geen cent hebt, maar mensen nog steeds rigide lezen.

Ik was een beetje bang dat dit weer een roman zou worden die gebukt ging onder Van Heests aanbidding voor Voskuil. Dat was het geval bij het debuut van Van Heest, dat eveneens behoorlijk groots was. De verdronken katten en de Nederlander (2010), waarin ik vooral een poging zag om de aanpak van Voskuil te imiteren, maar dan zonder de finesse die Voskuil tot een groot schrijver maakt. Kortom: je wilt misschien documentaire en professionele stijl schrijven, maar er moet iets aan de hand zijn met de personages die je portretteert, ze moeten er toe doen en je moet ze psychologisch met elkaar kunnen verbinden.

Aan het begin van Parkeren in Hilversum Je bent bang dat Van Heest nooit meer uit de schaduw van zijn meester zal komen, zo nederig is hij bij hem. (Van Heest is tevens redacteur van de uitstekend geannoteerde Voskuil-dagboeken die tegenwoordig verschijnen.)

Lees ook
Waarom JJ Voskuil geen kruidenteler werd in Frankrijk

JJ Voskuil in 1985.

Het meer dan goede nieuws is dat Van Heest dit keer een veel individueler boek heeft weten af ​​te leveren, waarschijnlijk omdat hij zichzelf centraler heeft gesteld en minder moeite heeft gedaan om een ​​geïnspireerde ‘cast’ te beschrijven. Is het interessant genoeg om je onder controle te houden? Nou ja, het is meer zo dat hij met die werkloosheid, dat gebrek aan vrouwen, dat gebrek aan geld en dat dreigende gebrek aan huisvesting in een situatie terecht is gekomen waarin hijzelf ineens heel interessant wordt.

Walraff, Pointl, ds

Als je intern zoekt waarmee je dit werk kunt vergelijken, kom je op talloze auteurs uit: het heeft iets van het werk van Günter Walraff, de Duitser die als ingelijfd journalist Economisch wonder van West-Duitsland, een deel van het anti-consumentisme van Frans Pointl, en een deel van de sublieme passiviteit van Gerard Reve. Maar soms heb je ook het gevoel dat je een boek leest over verarmde adel, over de verdwijning van een rijke familie, zoals de tijgerkat door Giuseppe Tomasi di Lampedusa, wanneer Van Heest terloops vertelt hoe zijn familie er in het verleden uitzag en hoe hij zelf nu “teruggevallen” is tot een arme bediende, want dat is wat zijn zoektocht naar werk culmineert.

Dat tussen de neus en de lippen is in ieder geval de sterke kant van het boek: gewone, uitputtende alledaagse handelingen zijn essentieel en Van Heest schrijft af en toe een diepere anekdote in het verhaal waarvan je vermoedt dat die het heeft gevormd. Dit maakt de spot-on verhalen over zijn baan als parkeerwachter nog aangrijpender en verdiept de pijn van het voortdurend gepest worden. In wezen is de parkeerwachter in kwestie een soort heer onder de welgestelde barbaren (de luxe van een privéauto). Het gevoel dat Van Heest je geeft lijkt op een spreuk die te vinden is in het oude Friese huis van Gerard Reve: pati en contemni, of ‘lijden en veracht worden’. Het is ongelooflijk indrukwekkend hoeveel Van Heest vanuit zo’n klein startpunt kan groeien.

Lees ook
Toen geluk nog normaal was en heel Nederland in de kast zat

Toen geluk nog normaal was en heel Nederland in de kast zat

Parkeren in Hilversum Daarom heeft het ook een lichte en geestige kant. Er zijn veel subtiele scènes die de goede luisteraar aan het lachen zullen maken, maar een explicieter voorbeeld is die waarin Van Heest een bejaarde tante in Duitsland bezoekt. Ze draait er niet langer omheen en is perplex als ze hoort dat haar neef de kost verdient met het beboeten van automobilisten en af ​​en toe ook een paar woorden in een notitieboekje krabbelt. ‘Was het schrijven correct?‘, wil ze weten. Wat ik denk, antwoordt Van Heest. Trefwoorden voor een dagboek? Ze weet niet wat ze hoort. “Precies”, zegt Van Heest. ‘oh kreeg‘, roept de tante. Wat ben je van plan ermee te doen? Is dat allemaal relevant voor later? Van Heest: ‘De mens kan dat op geen enkele manier uitwissen.’ Bovendien, zegt hij, is hij niet geïnteresseerd in wat ‘relevant’ is en wat niet. Het is echt iets typisch voor mannen die gestudeerd hebben, spot de tante: ze raken gewoon op een zijspoor en komen nooit tot de kern van de zaak. Hoe meer zo’n gek studeert, hoe langer zijn uitleg wordt. En wie moet die rommel eigenlijk lezen? ‘Je schrijft allemaal romantiek.

De vraag blijft wat Van Heest ertoe brengt zo veel aandacht te besteden aan boetes. Misschien is het een soort wraakoefening. Het letterlijke heeft misschien gewonnen en het figuurlijke heeft misschien verloren, maar de wet bestaat altijd. Scheidsrechters, demonstranten die de aanleg van een snelweg blokkeren omdat ze vlakbij een eeuwenoude korenwolf hebben gezien, Van Heest zelf: dit prachtige boek biedt een sleutel tot zijn aard en zijn wezen.




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *