Minister Schouten helpt Stichting Prakkie Hoofddorp – HCnieuws

29 maart 2024 om 19:00 uur

Sociaal

HOOFDDORP Minister Carola Schouten was onlangs uitgenodigd voor een bijeenkomst in buurthuis ‘t Kattegat. Hier begon hij gesprekken met de Stichting Prakkie Hoofddorp en vijfendertig andere informele initiatieven uit het hele land.

Voorafgaand aan het gesprek heeft de minister voor het eerst de Stichting Prakkie Hoofddorp bezocht. De initiatiefnemers Ronald en Miranda Dekker runnen vanuit hun eigen huis de dagelijkse leiding van Stichting Prakkie Hoofddorp en hebben daardoor geen ruimte meer voor zichzelf. “Je bent er 24 uur per dag mee bezig. We gaan elke dag om 21.00 uur naar bed. Omdat we moe zijn, maar ook omdat we geen fijn plekje meer hebben om te zitten”, zei Miranda eerder in een interview met HCnieuws.

Het echtpaar uit Hoofddorp verstrekt voedsel aan mensen die niet in aanmerking komen voor hulp van de voedselbank, maar deze wel nodig hebben. De minister was zichtbaar onder de indruk van de werk- en huisvestingsproblematiek van Prakkie Hoofddorp en hielp mee de tassen gereed te maken voor distributie.

OPRECHTE VERBINTENIS

De bijeenkomst ‘t Kattegat was een initiatief van Stichting Haella en Kleine Armoede Hulp, een fonds van 35 kapitaalfondsen dat kleine projecten ondersteunt tegen armoede en eenzaamheid. “De minister was zichtbaar onder de indruk van de vele kleine en vaak informele initiatieven”, zegt Elise Kant, directeur van de Haella Stichting. “Ze prees de moed, kracht en oprechte inzet van deze informele organisaties voor mensen in moeilijkheden.”

Minister Schouten zal tijdens haar overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de initiatieven ter bestrijding van armoede en eenzaamheid aan de orde stellen. “Informele projecten krijgen vaak heel weinig steun van gemeenten en worden vaak niet uitgenodigd voor beleidsoverleg, terwijl zij als geen ander weten met welke problemen mensen in armoede te kampen hebben”, zegt Kant.

NIET GEHOORD

De initiatieven vertelden de minister dat er vaak niet naar wordt geluisterd door de overheid en instellingen. Vrijwilligers hebben moeite met het vinden van ruimte voor hun activiteiten en kleine subsidies. Kant: “Veel overheidsgeld gaat vooral naar grote welzijnsorganisaties. Maar het zijn vooral en juist deze informele hulpverleners die achter de voordeur komen en zo de mensen bereiken die niet door de overheid en instellingen worden bereikt. “Ze kennen de obstakels waarmee mensen in armoede worden geconfronteerd, en toch wordt er maar al te vaak niet naar hen geluisterd of met beleidsmakers aan tafel gezet.”