close
close

Laaggeletterdheid is een groot probleem in Delft: één op de drie jongeren is laaggeletterd

Algemeen

DELFT – Ongeveer 4.000 volwassen Delftenaren zijn laaggeletterd. Ze hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen. In De Staat van Delft het journalistieke gesprek over de stad met Rowdy Lagraauw (directeur Stanislas vmbo mavo Delft), Janine Jongen (directeur basisvaardighedenprogramma DOK) en Ester van der Wiel (regionaal directeur Stichting Lezen Zuid-West) en Schrift) onderzoeken de oorzaken en gevolgen van laaggeletterdheid en mogelijke oplossingen. Taalambassadeurs delen hun ervaringen. Wij nodigen u uit voor de discussie: vrijdag 29 maart, 16.00 uur bij OPEN, Vesteplein 100. Gratis toegang.

Door Stefanie de Klerk en Marcel de Jong

In Delft is 12% van de inwoners laaggeletterd, blijkt uit onderzoek van de Stichting Lezen en Schrijven. Deze mensen hebben moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie, het invullen van formulieren en het voorlezen aan kinderen.

De meeste laaggeletterden kunnen zich met allerlei trucjes prima redden. Veel laaggeletterden kampen echter met problemen op allerlei terreinen van het leven. Uit onderzoek van de Stichting Lezen en Schrijven blijkt dat zij vaker een lager inkomen hebben dan mensen zonder laaggeletterdheid. Ze leven ook vaker in armoede en hebben een grotere kans op een slechte gezondheid. Bovendien vinden de meeste laaggeletterden het moeilijk om deel te nemen aan onze steeds complexer wordende samenleving. Ze doen minder vaak vrijwilligerswerk en hebben het gevoel dat ze geen politieke invloed kunnen uitoefenen. Laaggeletterdheid wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven, zo blijkt uit gegevens verzameld door de Stichting Lezen en Schrijven. Er lijkt een direct verband te bestaan ​​tussen de laaggeletterdheid van ouders en de lees- en schrijfproblemen van hun kinderen.

De laaggeletterdheid neemt toe
De afgelopen decennia is er veel aandacht besteed aan het voorkomen en terugdringen van laaggeletterdheid. Het probleem neemt echter toe. Volgens de Stichting Lezen en Schrijven heeft dit drie redenen. De eerste is veroudering. Naarmate mensen ouder worden, verliezen ze een deel van hun taalvaardigheid. Daarnaast komen er steeds meer mensen naar Nederland die in eigen land ook laaggeletterd zijn. Bovendien neemt het aantal jongeren dat de school verlaat zonder voldoende taalvaardigheid toe.

Veel jongeren met een laaggeletterdheidsniveau
Deze laatste oorzaak wordt bevestigd door het vorig jaar gepubliceerde PISA-rapport. Opvallend is dat één op de drie vijftienjarige leerlingen leesproblemen heeft. Het lage niveau van geletterdheid onder vmbo-leerlingen is zelfs beduidend hoger. Zo is maar liefst 89% van de leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo laag geletterd. Het aantal leerlingen met slechte leesvaardigheid in de beroepsopleiding bedraagt ​​72%. In het theoretische leertraject is bijna de helft van de leerlingen laaggeletterd (44%). Volgens het PISA-onderzoek zijn deze jongeren niet capabel genoeg om goed te functioneren op school en in de samenleving.
Uit het PISA-onderzoek blijkt verder dat het aantal leerlingen met leesproblemen is gestegen van 17,9% in 2015 naar 24% in 2018 en 33% in 2023. Het aantal laaggeletterde jongeren is dus in bijna tien jaar verdubbeld. Vooral veel vmbo-leerlingen hebben een negatieve houding ten opzichte van lezen, zo blijkt uit vervolgonderzoek van de Stichting Curriculum Development. Ook zijn ze niet gemotiveerd om te lezen en hebben ze weinig vertrouwen in hun eigen leesprestaties. Ze lezen alleen verplichte teksten en weinig of geen fictie.

het tij veranderen
Rowdy Lagraauw, directeur van Stanislas VMBO MAVO Delft, herkent de toename van de geletterdheid onder zijn leerlingen. Je ziet dat veel leerlingen met taalachterstand jouw school binnenkomen. “Veel studenten groeien op in gezinnen waar thuis weinig tot geen Nederlands wordt gesproken of waar de ouders zelf niet kunnen lezen en schrijven. Het is bijna niet meer in te halen.”
Lagraauw stelt verder dat ook de overheid een verantwoordelijkheid heeft. ‘Als onderwijsinstelling moeten we steeds meer aandacht besteden aan diverse maatschappelijke vraagstukken, terwijl docenten nu al overbelast worden met taken als het verzorgen van adequaat onderwijs en het omgaan met steeds mondiger wordende leerlingen en ouders. Dit gaat onder meer ten koste van essentiële vakken als Nederlands.”
Om het tij te keren, hebben ze extra taal- en rekenuren op maat gepland op het Stanislas College. “Ook hebben we een dagelijks leesblok ingevoerd, waarin leerlingen boeken lezen, ook zodat ze ervaren dat lezen leuk is.” Tegelijkertijd vindt Lagraauw het belangrijk dat er in de pedagogische opleidingen in het basisonderwijs en in de lerarenopleidingen meer aandacht komt voor deze basisvakken, omdat dat volgens hem nodig is.

Delfts Taalhuis
Net als de meeste andere Nederlandse gemeenten beschikt Delft sinds 2015 over een Taalhuis en sinds 2023 ook over een IDO (Digitaal Informatiepunt Overheid). Beide zijn onderdeel van de Bibliotheek DOK Delft en worden gefinancierd door de gemeente Delft. Alle Delftenaren kunnen bij het Taalinformatiepunt op de Voorhof terecht als ze vragen hebben over de taal of als ze problemen hebben met andere basisvaardigheden, zoals rekenen of digitale vaardigheden. De meeste taalaanvragers hebben een migratieachtergrond. Volgens gegevens van het Taalhuis gaan originele Delftenaren met lees- en schrijfproblemen minder vaak naar de bibliotheek. Uit schaamte verbergen ze vaak hun problemen met lezen en schrijven en ervaren ze een enorme drempel om zich in te schrijven voor een cursus. Het Taalhuis koppelt de taalaanvrager individueel aan een taalvrijwilliger of verwijst de bezoeker door naar een geschikte cursusaanbieder in de stad. Janine Jongen: “Iedereen is welkom en gelukkig hebben we vorig jaar en dit jaar extra middelen gekregen van de gemeente om meer te kunnen doen, maar het is nog steeds een kwestie van aanpassen en meten om iedereen op zijn of haar pad te helpen.”

Preventie
Het Taalhuis richt zich ook op het voorkomen van taalachterstanden bij kinderen. Het team Taalonderwijs zet zich samen met peuterspeelzalen en basisscholen in voor het verbeteren van de leesvaardigheid van Delftse kinderen en jongeren van 0-18 jaar. DOK werkt ook in peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties en biedt een ‘taalbezoek’ aan voor ouders en kinderen, waarbij de allerkleinsten bereikt kunnen worden. Alle basisscholen in Delft beschikken over een complete (mini)bibliotheek met de nieuwste boeken. Jongen: “Wij werken ook samen met het voortgezet onderwijs, zoals het Stanislas College. “Het is belangrijk dat jongeren volwaardig kunnen participeren in de samenleving.”

Delft – Vrijdag 29 maart, 16.00 uur, GEOPEND.
Ongeveer 4.000 volwassen Delftenaren zijn laaggeletterd. Wat zijn de oorzaken van deze laaggeletterdheid? Wat zijn de gevolgen? En wat is volgens jou de juiste aanpak? Taalambassadeurs, onderwijsprofessionals en beleidsmakers gaan met elkaar en met u in gesprek. Laat ook uw stem horen. Kom meepraten!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *