close
close

Het snelfietspad wordt een bom voor de relaties op het stadhuis

Een fietspad tussen Delft en Rotterdam Alexander, zodat mensen snel van de ene stad naar de andere kunnen komen voor plezier of werk. Dat lijkt helemaal geen slecht idee. Hoe kon dit plan ertoe hebben geleid dat vier bezorgde burgers afgelopen dinsdagmiddag deelnamen aan een vergadering van de commissie ‘Ruimte en Verkeer’ van de gemeente? Hoe is het mogelijk dat dit plan de verhoudingen tussen de coalitie en de oppositie op scherp zet?

‘Niet goed geïnformeerd’

Want vanaf de eerste seconde was duidelijk dat de verhoudingen deze dinsdagavond gespannen waren. Bijvoorbeeld: Zelfs voordat het debat begon, hadden de partijen ruzie over de hoeveelheid spreektijd die ze zouden krijgen. Met name de heer Koelewijn (Hart voor Delft) wilde voldoende tijd aan zijn toespraak besteden. De heer Gommers (STIP) is van mening dat een relatief korte maximale spreektijd per fractie voldoende is, aangezien er slechts twee agendapunten staan.

Toen het debat daadwerkelijk begon, werd al snel duidelijk waar de duidelijke irritatie vandaan kwam. Valk, die het initiatief mocht nemen, herinnerde zich dat dit vraagstuk in de Delftse politiek pas aan de orde kwam toen een CDA-collega uit de gemeente Pijnacker-Nootdorp hem op dit project wees. “Er is geen voorstel naar de gemeente Delft gestuurd. “Dit is niet de eerste keer dat we niet goed zijn geïnformeerd.” Dit gebrek aan informatie is voor veel raadsleden een groot pijnpunt, omdat deze plannen verstrekkende gevolgen hebben op terreinen variërend van financiën tot ecologie.

Wat Valk betreft is dat voldoende. Hij rondde zijn betoog af: “Het CDA wil in de gemeenteraad via een motie een statement maken over de wenselijkheid van het plan en een politiek statement over het proces en de participatie van de raad.” Valk legde aan Omroep Delft uit waar je rekening mee moet houden bij het overwegen van een ‘politiek statement’: “Dan kun je denken aan een motie van wantrouwen of een motie van verdriet.” Valk geeft aan: “De kans is groot dat zo’n motie niet wordt aangenomen, omdat deze door de coalitiepartijen wordt verworpen. Aan de andere kant geeft het een signaal af.”

groene wassing

Uiteraard willen de vier aanwezige sprekers niet alleen een politiek signaal. Zij maken zich zorgen over de gevolgen van dit fietspad voor hun leefomgeving. Daar is meneer Koumans. Hij is fel gekant tegen de aanleg van een fietsecoduct op de snelweg A13, dat deel uitmaakt van het geplande traject: “Het gebruik van de term ‘ecoduct’ is belachelijk. Dit is greenwashing.”

De tekst gaat verder onder de foto.

De heer Koumans kreeg voor deze opmerking de steun van de commissie. Kyra Gbraken (Volt) stelt dat al is aangetoond dat ecoducten die ook een andere functie hebben, zoals fietsen, weinig tot geen nut hebben als ze minder dan 10 meter breed zijn. De huidige plannen betreffen een ecoduct van circa drie meter breed. Daarom sprak Gstromen ook van ‘een pijnlijk voorbeeld van greenwashing’, omdat dit deel van het plan wordt gepresenteerd als iets goeds voor de natuur, terwijl dat volgens Gstromen ‘het valt nog te bezien’.

Naast klachten over greenwashing zijn er ook zorgen over de effecten op de natuur van deze ‘fietssnelweg’, zoals meerdere sprekers het noemen. De route loopt direct door natuurgebied de Ackerdijkse Plassen. Jos Hogervorst, namens een milieugroepering die dit gebied wil beschermen, zegt: “Een traditioneel fietspad is hier totaal onmogelijk.” Licht deze stelling toe door een boek over dit natuurgebied te lezen, mede geschreven door het Hoogheemraadschap van Delfland. De door Hogervorst gekozen passage gaat over bomen en grote werktuigen die spontaan wegzakken in de zachte, vochtige veengrond van dit gebied.

De tekst gaat verder onder de foto.

Alternatieven

Omdat een ‘traditioneel fietspad’ onmogelijk is, zijn andere oplossingen nodig. Om deze reden zijn er volgens Hogervorst “vier vrachtwagens vol piepschuim” nodig om het ecoduct te bouwen. Dit lichtgewicht materiaal is nodig voor de bouw, maar is niet goed voor de natuurlijke omgeving. Toen wethouder Huijsmans werd gevraagd naar het gebruik van piepschuim bij de aanleg van de fietsroute, bevestigde noch ontkende zij dat de versie van Hogervorst waar was: “Dat moet in de volgende planfase verder worden uitgewerkt.”

Wanneer dit nog niet geschreven is, willen het gemeentebestuur en de coalitie niets weten over de inrichting van het fietspad. De woordvoerders en leden van de commissie stellen verschillende alternatieven voor. Sommigen doen het vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid, anderen om de vrede en rust in het natuurgebied te beschermen. Uit welke hoek het ook komt, de belangrijkste coalitiepartijen willen het niet weten. Jeanique Romeijnders zegt namens GroenLinks: “Ik vind geen enkel alternatief bruikbaar in relatie tot de financiering van de MRDH.”

MRDH

Hiermee snijdt Romeijnders een delicaat punt in deze discussie aan. De MRDH (Metropolitaanse Regio Rotterdam Den Haag) is een samenwerkingsverband tussen meerdere gemeenten in deze regio, voornamelijk op het gebied van vervoer. Deze organisatie staat achter de fietsrouteplannen en financiert deze tot maximaal 70%. Wat pas bekend was toen het CDA er schriftelijke vragen over stelde, is dat deze subsidie ​​een belangrijk onderdeel is van de financiering van de Jelly Bridge in Delft. Het brugproject tussen industriegebied Schieoevers en de TU-campus is al langer een hot topic in de gemeenteraad. Voor velen waren de kosten van een fietsbrug al behoorlijk hoog. Nu bleek dat het nog duurder kon zijn. De MRDH verlaagt de maximale bijdrage als de gehele fietsroute, waar deze brug deel van uitmaakt, niet wordt aangelegd.

De tekst gaat verder onder de foto.

Ondertussen noemde Koelewijn de MRDH-financiering ‘een dure sigaar uit eigen doos’. In gesprek met Omroep Delft licht hij het nader toe: “De MRDH is begonnen als een gezamenlijke overeenkomst tussen de gemeenten uit deze regio, vooral om te zorgen voor goed openbaar vervoer.” Volgens Koelewijn heeft de organisatie dit doel echter overtroffen: “Het krijgt steeds meer macht.” Ondertussen wordt er gedebatteerd over de democratische inhoud van de MRDH. Al geruime tijd circuleert de klacht dat de bestuurscommissies, bestaande uit burgemeesters en wethouders van de aangesloten gemeenten, besluiten nemen waar de gedelegeerde gemeenteraadsleden weinig over te zeggen hebben. Maar het gaat wel over beslissingen over publiek geld.

Doorgaan met browsen?

“Subsidies zijn belangrijke hefbomen om doelstellingen te bereiken”, zegt Bert van der Woerd (ChristenUnie). Omdat het echter nog steeds gaat om het uitgeven van publiek geld, doet hij een beroep op het gemeentebestuur: ‘Houd voortaan bij zulke grote dossiers rekening met het gemeentebestuur.’ De roep om duidelijkere communicatie is groot. De heer Krishnasing (VVD) omschrijft de huidige situatie als “een doorn in het oog”. Ook zegt hij: “Wij kunnen dit plan niet meer uitleggen aan bewoners.”

Met zijn vele nadelen is dit ook een lastig dossier. Naast alle bestaande bezwaren heeft Koelewijn gisteravond een nieuwe bijdrage geleverd. Hij vroeg naar de roeiverenigingen Laga en Prometheus: “Is er onderzocht of zij met de specificaties van de Jelly Bridge het water kunnen bereiken?” Wethouder Huijsmans antwoordt dat de aangegeven afstand van 2,5 meter voor roeiboten voldoende is. In een gesprek met Omroep Delft zei Koelewijn dat het probleem niet bij de roeiboten zelf ligt: ​​“Eerder werd de verticale afstand gespecificeerd op 3 meter. Dit betekent dat tussen de 65 en 70 procent van de pleziervaartuigen onder die brug door kan. Met 2,5 meter kan ineens 65 tot 70 procent niet meer doorgaan. Hierdoor ontstaat er file op de bruggen. De roeiverenigingen zitten precies daar waar de file ontstaat, dus deze TU-meesterwerken kunnen straks het water niet meer bereiken.”

Koelewijn zou het liefst zien dat het Jelly Bridge-project geheel wordt gesloopt. Er zijn weinig andere partijen die hierin geïnteresseerd zijn. Valk benadrukte tijdens de bijeenkomst ook dat “het belangrijk is om de Jelly Bridge te bouwen.” Volgens hem mag dit echter “niet ten koste van alles gebeuren”. De politieke gevolgen moeten nog duidelijker zijn. De meeste partijen gaven aan in de volgende raadsvergadering, die op 4 april zal plaatsvinden, op de discussie terug te komen. Ondertussen blijven belanghebbenden die de moeite hebben genomen om de bijeenkomst bij te wonen met een gevoel van onbegrip achter. Een van hen zegt tegen Omroep Delft: “Ik begrijp niet waarom het onmogelijk is om enkele onverharde wegen aan te leggen voor een alternatieve route, maar er wordt wel een ecoduct van 20 miljoen euro gebouwd.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *