close
close

Abdi A. verschijnt voor de rechter na een ernstige mishandeling en steekpartij in recreatiegebied Hilversum

Het proces tegen de 20-jarige Naarder zou eigenlijk op 10 april plaatsvinden, maar hij verscheen niet. Hij zat op dat moment in de gevangenis en werd ‘s ochtends vroeg wakker, terwijl de Het proces vond pas in de middag plaats.. Daarom schreef hij in een briefje aan de rechter dat hij niet wilde komen.

Deze keer kon hij er niets aan doen, omdat de rechtbank hem had gedwongen te verschijnen.

Tijdens de zitting maakte de verdachte een kalme indruk. Hij nam een ​​slok water terwijl de rechter zijn vermoedens opsomde. Een hele reeks feiten; waaronder een ernstige aanval op de Biersteeg in juli 2022 en a Steekincident in maart vorig jaar.. Vervolgens zou hij een man met een groot mes in de schouder en elleboog hebben gestoken.

“Hoe analyseer je dit?” vraagt ​​de rechter aan het einde van de samenvatting. Abdi A. is bot: “Ik heb er spijt van.” ‘Dit lijken ruzies om niets’, zei de rechter. A.: “Dat klopt.”

eerste ronde

De rechter geeft uitleg over de eerste vechtpartij in de Biersteeg, nabij recreatiegebied Hilversum. De verdachte zou in een café aan de Groeststraat ruzie hebben gehad met andere mensen omdat zij met een drankje hadden geknoeid. Buiten liep de ruzie uit de hand toen het slachtoffer de verdachte uitdaagde om hem in een steegje “uit te praten”.

Al snel waren er zware klappen aan beide kanten. Alles werd opgenomen op een beveiligingscamera, waardoor het voor het Openbaar Ministerie duidelijk was wie wat deed. Volgens de agent waren de trappen en slagen zo hevig en gericht op het hoofd dat Abdi A. werd verdacht van ernstige mishandeling.

Abdi A. ontkent echter dat hij het hoofd van het slachtoffer heeft geraakt. “Ik was dronken, maar ik weet nog goed waar ik schopte. En het was niet in mijn hoofd.”

Andere herinneringen

Dat de verdachte een ander geheugen heeft dan op de camerabeelden te zien is, blijkt ook uit het andere geweldsincident dat ongeveer 8 maanden later plaatsvond. Dat conflict ontstond ook in Groest. De verdachte werd door een onbekende man geschopt en ging achter hem aan.

Op de beelden was te zien dat Abdi A. vervolgens een groot mes pakte. Een vrouw zag dit en probeerde A. tegen te houden, maar de verdachte reageerde agressief. Hij duwde de vrouw terug en volgens het Openbaar Ministerie is op de beelden te zien dat hij het mes op de keel van de vrouw richt. A. ontkent.

Als de vrouw loslaat, rent de verdachte weer achter de man aan. A. zegt dat hij tijdens die reis het mes ergens heeft gegooid, maar later, opnieuw op de beelden, is te zien hoe A. “steekbewegingen” richting de man maakt. Hij heeft hem vermoedelijk in zijn schouders en elleboog gestoken. De verdachte zelf raakt ook gewond: hij loopt ernstig handletsel.

De rechter vraagt ​​aan A. hoe dit nu weer kon gebeuren. “Hoe moet dit verder?” Hij blijft lange tijd stil in de kamer. “Ik kan niet voor u beslissen”, zegt de verdachte. Rechter: “Wat kunnen we doen om dit gedrag te stoppen?”, A.: “Ik weet het niet.”

Ook probeert de rechter te begrijpen waarom A. niet wegrent als hij in dit soort situaties terechtkomt. “Wat gaat er in je hoofd om waardoor het zo slecht gaat? Waarom ren je niet weg?”, vraagt ​​hij aan de verdachte. ‘Ja, ik weet het niet. Ik word een beetje boos.’

Geen alcohol

A. zegt ook dat hij gelooft dat alcohol hem minder goed in staat stelt zijn woede te beheersen. Daarom is hij een paar maanden geleden gestopt met drinken. Het Openbaar Ministerie beschouwt dit als een goed teken: “Er is geen alcohol meer in zijn bloed aangetroffen, wat positief is. Wel heeft hij laten zien dat hij zich door niets of niemand zal laten tegenhouden. Dit soort praktijken willen wij niet zien.” gedrag.” zijn veel erger geweest. “Je kunt gaan.”

De agent benadrukt dat hij er alles aan wil doen om te voorkomen dat dit opnieuw gebeurt. ‘We vinden het niet belangrijk om je nu weer in de gevangenis te stoppen.’ Hij volgt daarom het advies van de reclassering op, waarin onder meer de meldingsplicht, een verblijfsverbod in het Hilversumse recreatiegebied en psychologische hulp zijn opgenomen. Als hij de fout opnieuw begaat, zal hij op besluit van het Openbaar Ministerie zes maanden in de gevangenis moeten doorbrengen.

Uiteindelijk spreekt de officier Abdi rechtstreeks aan. ‘Het is mijn manier om je duidelijk te maken dat dit echt een laatste kans is. Als het niet goed gaat, vind ik het volkomen oké dat je weer voor de volle zes maanden naar de gevangenis gaat.’

Over twee weken zal duidelijk worden of de rechter daarmee akkoord gaat.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *