De komende jaren meer woonzorgprojecten in het Westland

Door Esdor van Elten

Het gaat om de decentralisatie van het beschermd wonen, waarmee de overheid mensen met psychische problemen wil stimuleren vaker in de eigen woonplaats te blijven wonen. Deze decentralisatie is al sinds 2015 aan de gang: toen namen de gemeenten al de verantwoordelijkheid voor de beschermde woonvormen op zich, maar dit gebeurde praktisch op regionaal niveau. In het geval van het Westland betekende dit samenwerking met Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delfland en Delft, waarbij laatstgenoemde gemeente als centrumgemeente fungeerde. Delft ontvangt de financiële middelen en verzorgt de opvang- en ondersteuningsfaciliteiten.

Vanaf 1 januari 2025 beschikt Westland over eigen financiën en is de gemeente dus ook verantwoordelijk voor de uitvoering ervan.

Vanaf 1 januari 2025 verandert dit. Dan krijgt Westland eigen financiën ter beschikking en wordt de gemeente dus ook verantwoordelijk voor de uitvoering. De structurele financiering van beschermd wonen blijft in handen van de overheid. Hiervoor heeft Delft in 2022 en 2023 al geld gestort in een aparte reserve sociale woningbouw. In die pot zit inmiddels ruim anderhalf miljoen euro. Het gemeentebestuur wil hieruit nu een bedrag van ruim 151.000 euro halen voor de eerste 11 tot 13 plaatsen, waarvoor de gemeente al een gebouw op het oog heeft. Er blijven dan 22 plekken over die op een later tijdstip moeten worden ingevuld. Ook andere doelgroepen, zoals ex-verslaafden, kunnen in aanmerking komen.

Prodeba

In beschermd wonen krijgen mensen die dat nodig hebben begeleiding om zelfstandig te leren leven. Dit kan in een speciale huisvesting zijn, maar ook in uw eigen woning onder poliklinische begeleiding.

In wezen is beschermd wonen tijdelijk. En de hoeveelheid begeleiding varieert. Het kan een paar uur per week zijn. Bij sommige woningen is er 24 uur per dag begeleiding aanwezig. Deze begeleiding wordt verzorgd door Prodeba. Deze zorgorganisatie is actief in vrijwel geheel Noord- en Zuid-Nederland en biedt nu al aanleunwoningen aan jongeren met autisme in Delft. Omdat zorg en wonen gescheiden zijn, kunnen ze dit tegen lagere kosten realiseren, aldus de brief van de burgemeester aan de gemeenteraad. De samenwerking in Delft wordt als positief ervaren.

Veel vraag, weinig aanbod.

Er is grote behoefte aan aanleunwoningen voor jongeren met autisme. De behoefte is zo groot en het aanbod zo schaars dat er zelfs ouderinitiatieven bestaan, zoals dat van het Hof van ‘s-Gravenzande. Het is de bedoeling dat hier enkele huizen worden gebouwd die via het ouderinitiatief verkocht zullen worden. De bedoeling is dat mensen hier voor langere tijd of zelfs hun hele leven kunnen blijven wonen.

Ook de voormalige Aloysiusschool in Monster wordt genoemd als mogelijke locatie voor aanleunwoningen.

Ook de voormalige Aloysiusschool in Monster wordt genoemd als mogelijke locatie voor de aanleunwoningen. De plannen hiervoor werden toegelicht tijdens een avond georganiseerd door de gemeente in januari. Hier zouden 42 wooneenheden worden gebouwd, waarvan 14 voor Stichting VEME. een ouderinitiatief voor de langdurige zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en 10 appartementen voor Monster’s zorgorganisatie Stichting Veste en Stichting Klimcord, die zorgt voor jongeren met een vorm van autisme. De overige 18 woningen worden verbouwd tot sociale huurwoningen.