Lichtbestrijding in schone sloten door verzadigde grond

Zwolle – Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) is gestart met de jaarlijkse inspectie slootreiniging. Vanwege hoge grondwaterstanden en bodemverzadiging is dit in het najaar uitgesteld en wordt nu op aangepaste wijze uitgevoerd. Dit keer hanteert het waterbureau de zogenaamde risicogerichte inspectie (historisch jargon voor het controleren van schone sloten).

Dit betekent dat de sluizen gecontroleerd worden, maar licht: alleen daar waar de kans op overstroming het grootst is. Door de hoge grondwaterstanden en de uitzonderlijk natte omstandigheden is het nog niet mogelijk om met zwaar materieel aan land te gaan om overal sloten schoon te maken.

“We zien dat de fondsen over het algemeen nog steeds op gezwollen sponzen lijken. Daarom is het op veel plekken nog steeds niet mogelijk om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren zonder de ondergrond te beschadigen”, zegt dijkdirecteur Dirk-Siert Schoonman. “De hevige regenval onderstreept het belang van het onderhoud van de sloten. Daarom vragen wij boeren, aan de gemeenten, maar ook naar onze eigen buitendienstmedewerkers, om nader te kijken waar al successen worden geboekt. We richten ons op cruciale plekken, zodat de aan- en afvoer van water gegarandeerd overstromingen of schade voorkomt.”

Aandacht voor schone duikers.

Drents Overijsselse Delta blijft rekening houden met de planning van boeren, loonwerkers en gemeenten. Er moet hard gewerkt worden in het grote werkgebied dat zich ongeveer uitstrekt van Assen tot Deventer en van Kampen tot Hoogeveen. Wel roept zij sluiseigenaren op om de werkzaamheden uit te voeren zodra de weersomstandigheden dit toelaten. Er moet speciale aandacht worden besteed aan het schoon en open houden van riolen. Dit zijn leidingen onder wegen en dammen die twee sloten met elkaar verbinden. Verstoppingen kunnen doorstromingsproblemen veroorzaken.

Waar het reinigen van sloten mogelijk is, eist het waterschap met klem dat de Natuurbeschermingswet wordt nageleefd. De verwachting is dat het meeste onderhoud pas in het voorjaar kan worden uitgevoerd, inclusief het broedseizoen. Dit betekent dat vóór de werkzaamheden een faunacontrole ter plaatse moet worden uitgevoerd.

Normaal gesproken moet de schoonmaak vóór 15 november klaar zijn en controleert het waterschap of het onderhoud goed is uitgevoerd. Vervolgens wordt gecontroleerd of bladeren, takken en riet uit de put zijn verwijderd.