close
close

Nederlanders kiezen voor een kwart van hun hoofdmaaltijden voor vegetarisch eten

Een kwart van alle hoofdmaaltijden in 2023 was vegetarisch. De meeste Nederlanders kiezen één of twee dagen per week voor een vegetarische hoofdmaaltijd. 31 procent at nooit een vegetarische hoofdmaaltijd, terwijl 3 procent altijd vegetarisch at. Dat blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2023 van het CBS, in samenwerking met het RIVM en het Voedingscentrum, waarin voor het eerst vragen werden gesteld over de zeven hoofdmaaltijden die mensen per week consumeren.

5 procent van de Nederlanders eet helemaal geen vlees: 2 procent eet geen vlees maar wel vis (pescatariërs), 2 procent eet geen vlees of vis (vegetariërs) en 0,5 procent volgt een volledig plantaardig dieet (veganisten) . ). De overgrote meerderheid van de Nederlanders eet vlees, maar niet elke dag: 22 procent van de Nederlanders eet vlees, maar eet minimaal drie dagen in de week een hoofdmaaltijd zonder vlees of vis (flexitariërs). 43 procent eet één of twee dagen per week een vegetarische hoofdmaaltijd.

Van alle hoofdmaaltijden is 25 procent vegetarisch, 63 procent vlees.
Van de zeven hoofdmaaltijden van de week geven Nederlanders aan dat er gemiddeld 1,8 vegetarisch zijn. Gemiddeld wordt vlees geconsumeerd in 4,4 hoofdmaaltijden en vis in 0,8. Dit betekent dat 25 procent van alle hoofdmaaltijden in 2023 vegetarisch was, 63 procent vlees en 12 procent vis.

Mensen met een WO- en HBO-opleiding eten vaker vegetarisch
De frequentie waarmee mensen vegetarisch eten is onder meer afhankelijk van het type opleiding. Van de hoger opgeleide volwassenen eet 45 procent altijd of minimaal drie keer per week een vegetarische hoofdmaaltijd. Bij de hbo-ers is dit 32 procent, bij de hbo- of vwo-ers 19 procent. Ook leeftijd en geslacht spelen een rol. Mensen tussen de 25 en 35 jaar eten relatief vaak een vegetarische hoofdmaaltijd: 32 procent altijd of minimaal drie keer per week. Vrouwen zijn vaker vegetarisch, pescatarisch of flexitarisch dan mannen (31 versus 23 procent). Het grootste verschil tussen mannen en vrouwen doet zich voor in de leeftijdsgroep van 18 tot 25 jaar.

Klimaat is de meest genoemde reden om geen of minder vlees te eten
In het Ervaringenonderzoek zei 35 procent van de 18-plussers in 2023 dat ze het afgelopen jaar minder vlees waren gaan eten, door vleesvrije dagen te nemen of kleinere porties vlees te eten. Het merendeel, 57 procent, geeft aan dat hun vleesconsumptie het afgelopen jaar niet is veranderd. Sinds 2020 is het aantal vleessnijders en vleesmijders nauwelijks veranderd.

Zorgen over het klimaat waren in 2023 de meest genoemde reden om geen of weinig vlees te eten. Anno 2020 was dat nog gezondheid. In 2023 waren de kosten van vlees vaker van invloed op de keuze om minder of geen vlees te eten dan in 2020.

De eiwittransitie
Naast vlees en vis zijn ook zuivel en eieren voorbeelden van dierlijke eiwitbronnen. Verschillende partijen, waaronder de Gezondheidsraad, adviseren een dieet met 60 procent plantaardig eiwit en 40 procent dierlijk eiwit. Dit is beter voor de gezondheid, het milieu en het welzijn van veel dieren. De Voedselconsumptiepeiling van het RIVM meet het Nederlandse voedingspatroon gedetailleerd op basis van de nutriëntensamenstelling. Uit dit onderzoek blijkt dat gemiddeld 43 procent van de eiwitconsumptie per persoon uit plantaardige eiwitten bestaat.

Bron: CBS

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *