close
close

Van visie naar werkelijkheid: Delft strijdt voor socialere en betaalbare woningen

Algemeen

DELFT – Het woningtekort in Nederland is groot en ook in Delft is er grote behoefte aan huur- en koopwoningen, in alle prijssegmenten. In december vorig jaar heeft de gemeenteraad de ‘Goed Wonen in Delft – Woonvisie 2023-2028’ vastgesteld, een bewerking van de Woonvisie 2016. In dit 46 pagina’s tellende document wordt uitgelegd hoe de gemeente werkt aan goed wonen en waar je je doelen stelt. . Het huisvestingsbeleid zal de komende jaren hierop gericht zijn.

Door Leonie Kapiteyn-Visser

Voor het tot stand komen van de Woonvisie heeft de gemeente gebruik gemaakt van woningbehoefteonderzoek en scenarioanalyse van het onafhankelijke onderzoeks- en adviesbureau RIGO. Daarnaast waren er nog veel andere partijen betrokken bij de totstandkoming van het document, zoals bewoners, huurdersraden, marktpartijen, bewonersbelangenorganisaties en de provincie Zuid-Holland. Kortom: de Woonvisie komt niet uit de lucht vallen en geeft een helder beeld van de behoeften van de stad en de visie van de gemeente daarop.

Nationale Politie
Veel mensen vinden het lastig om geschikte en betaalbare woningen te vinden. Daarom is volgens het Rijk een betere verdeling van het aantal sociale huurwoningen in de woningvoorraad noodzakelijk. Het doel is daarom dat alle gemeenten in Nederland groeien naar 30% sociale huurwoningen.
In 2021 bestond 34% van de Delftse woningvoorraad al uit sociale woningen. In de Woonvisie maakt de gemeente bekend de komende jaren nog eens 1.050 sociale huurwoningen te willen bouwen met een maximale huurprijs van 879,66 euro. Daarnaast moeten er 1.000 gemiddelde huurwoningen komen en 350 woningen met een huurprijs hoger dan 1.100 euro. Met deze cijfers zou het betekenen dat de totale sociale woningvoorraad in 2031 nog steeds rond de 33% zou liggen. De Delftse woningbouwverenigingen werken samen om dit doel te bereiken, vertelt Maarten Vos, Senior Adviseur Strategie en Innovatie bij woningbouwvereniging Vidomes: “Wij werken graag samen om meer sociale huurwoningen in Delft te realiseren. Dat is hard nodig omdat het woningtekort groot is. “Ook op wijkniveau kunnen we als partners meer en beter samenwerken om problemen op straat en ‘achter de deur’ effectief aan te pakken.”
Woningcorporaties en gemeente staan ​​echter nog steeds voor uitdagingen, zegt Jan-Willem Verheij, strategie- en portefeuilledirecteur bij woningbouwvereniging Stedelink: “Om die 33% te bereiken moet een derde van alle nieuwbouwwoningen worden omgezet in woningen met een sociale huurprijs. Hoe vinden we bouwplaatsen? En kunnen wij dit als woningbouwverenigingen allemaal betalen? “Woningcorporaties hebben geen winstoogmerk, maar in de huidige situatie zou dat betekenen dat we veel meer moeten betalen.”

Gebrek aan ruimte
Als het om bouwplaatsen gaat, is de gemeente creatief en pragmatisch: “In Delft is het beleid dat op plekken met meer dan 300 woningen minimaal 15% van de sociale woningbouw sociale woningbouw moet zijn. Op grote ontwikkellocaties als Schieoevers, Nieuw Delft, Buitenhof en het stationsgebied Delft Campus wordt een mix van sociale huur, middenhuur en vrije sector (huur en koop) gebouwd. De nieuwe visie op wonen heeft als doel om meer betaalbare woningen te bouwen: sociale huur, middenhuur en betaalbaar kopen. Ook op (kleinere) locaties in de stad. Per locatie kijken we wat een buurt of wijk nodig heeft”, aldus de gemeente.
Om de beperkte ruimte van Prinsenstad optimaal te benutten, kondigt de gemeente in de Woonvisie aan dat zij de komende 10 jaar alleen nog ‘in uitzonderlijke gevallen’ eengezinswoningen met tuin bouwt. Voor bedrijven geldt hetzelfde, zegt Verheij: “Waar wij bouwen, zullen het vrijwel altijd appartementen zijn. Ook willen we aansluiten bij de middenhuurmarkt, zodat ook mensen met een gemiddeld inkomen een huurwoning kunnen vinden. Verder willen we ouderen die nu in een groot huis wonen, stimuleren om te verkleinen en voor een appartement te kiezen. Dit zou betekenen dat bestaande eengezinswoningen beschikbaar komen voor bijvoorbeeld gezinnen. Hierdoor ontstaat er meer lucht op de vastgoedmarkt.”

Ruimte op de vastgoedmarkt
Nieuwe studentenhuisvesting moet ook de broodnodige ruimte op de vastgoedmarkt bieden. Opvallend is het aantal studentenwoningen dat in de Woonvisie wordt aangekondigd: 41% van alle nieuw te bouwen woningen in Delft is bestemd voor studenten. Dit komt overeen met ongeveer 3.500 woningen. Als we kijken naar de demografie van Delft, waar slechts iets minder dan 20% studenten telt, lijkt dit cijfer ongelooflijk hoog. Maar is dit ook? “Het tekort aan studentenhuisvesting in Delft is heel groot”, zegt Jelle van Kempen, vestigingsmanager van DUWO, de studentenhuisvester in Delft. “Uit onderzoek van de Nationale Monitor Studentenhuisvesting blijkt dat er ongeveer 8.300 studenten thuiswonen, van wie 70% graag uit huis zou willen wonen, maar op dit moment geen woonruimte kan vinden. Dit komt overeen met ongeveer 6.000 studenten. Met de voorgestelde 3.500 studentenwoningen boeken we goede voortgang, maar dit is nog lang niet genoeg om het bestaande tekort volledig te dekken. Verder hopen we dat het aantal TU-studenten de komende jaren blijft groeien.” Deze verwachting wordt bevestigd door een woordvoerder van de TU: “Momenteel studeren ruim 26.000 studenten aan de TU, maar de verwachting is dat dit aantal de komende jaren zal toenemen tot zo’n 30.000 studenten.”

Universiteits campus
DUWO, gemeente en TU overleggen waar extra studentenhuisvesting komt. “We zijn in gesprek waar studentenhuisvesting op de TU-campus gerealiseerd kan worden. De campus is momenteel de meest specifieke locatie die wij op het oog hebben. In de huisvestingsvisie en prestatieafspraken zijn minimaal 1.500 eenheden opgenomen. Voordat er echter met de woningbouw kan worden begonnen, moeten er nog veel formaliteiten worden afgehandeld en daardoor kan het nog jaren duren voordat de woningen klaar zijn”, zegt Van Kempen. De gemeente bevestigt: “De plannen voor ‘woningen op de campus’ bevinden zich in de verkennende fase. Bij deze verkenning zoeken wij het liefst naar mogelijkheden waarbij meer woningen gerealiseerd kunnen worden. Hiertoe zijn wij gezamenlijk in gesprek met diverse geïnteresseerde partijen, waaronder bedrijven en sportclubs in de omgeving.”
Voor studenten die bij DUWO huren, is het niet mogelijk om na hun studie in de woning te blijven wonen. “Elke student die bij ons een huis huurt, tekent een contract met de campus. Hierin staat dat wanneer je bent afgestudeerd of niet meer studeert, de huur stopt en de woonruimte beschikbaar komt voor de volgende student. Wij willen de stroom op gang houden”, legt Van Kempen uit. Woningcorporaties Delft zijn positief over het aangekondigde grote aantal studentenwoningen: “Ook wij als corporaties hebben er baat bij dat er meer studentenwoningen worden gebouwd. Hierdoor komen tot woningen omgebouwde kamers vrij die anders op de vastgoedmarkt gebruikt zouden kunnen worden. “Ook is het van belang dat er voldoende duurdere koopwoningen in de stad worden aangeboden, zodat mensen uit de sociale huurwoning kunnen verhuizen.” Het geadverteerde aantal studentenwoningen heeft dus geen negatief effect op andere woningzoekenden in de sociale huursector. Integendeel, zo lijkt het. Verder is een studentenwoning altijd voor één student, terwijl er in een sociale huurwoning doorgaans meerdere personen wonen.

Lange wachttijden
Hoe werkt het eigenlijk in de praktijk? Om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning moet u ingeschreven staan ​​bij Woonnet Haaglanden en een bepaalde inkomensgrens niet overschrijden. Zo zou je voor maximaal 879,66 euro per maand een huurwoning moeten kunnen huren. Ook Enno Vitner, strategisch beleidsadviseur bij woningbouwvereniging Woonbron, erkent dat de wachttijden voor sociale huurwoningen lang zijn: “De wachttijden voor woningzoekenden in de regio Haaglanden zijn ongekend. In de regio en in Delft werken bedrijven samen aan oplossingen om de kansen voor woningzoekenden te vergroten. Denk hierbij aan het op gang brengen van de doorstroom van huurders naar geschikte woningen of het bouwen van extra sociale woningen. De komende jaren bouwen we nog 67 sociale huurappartementen in Nieuw Delft, maar daar blijft het niet bij. “Wij blijven ons inzetten voor mensen die afhankelijk zijn van een sociale huurwoning.” Om een ​​goed beeld te krijgen van de situatie en de lange wachttijden is het volgens Verheij belangrijk om onderscheid te maken tussen mensen die op een wachtlijst staan ​​ingeschreven en degenen die actief zoeken: “Als het om sociale huurwoningen gaat, is de duur van inschrijving en Mensen met een langere inschrijvingsduur hebben een groter recht op huisvesting dan iemand die korter ingeschreven staat. Gemiddeld vindt iedere persoon die actief op zoek is naar woonruimte in Delft binnen 48 maanden een huurwoning. “Dan zien we dat onze huurders gemiddeld ruim 13 jaar in de woning blijven wonen.”

vrije sector
Niet iedereen heeft de tijd om jaren te wachten op een sociale woning. Huren in de vrije sector kan uitkomst bieden, zo ondervond ook Annemiek de Haan. “Ik stond ingeschreven bij Woonnet Haaglanden en bezocht dagelijks een sociale huurwoning; Mijn inkomen voldoet hiervoor aan de criteria. In elk huis waar ik op reageerde, kwam ik ergens op de 400e plaats terecht, wat behoorlijk ontmoedigend was. Ook heb ik gereageerd op huurwoningen in de vrije sector en via Stedelink uiteindelijk mijn huidige woning gevonden. In de particuliere sector werd geen rekening gehouden met mijn inschrijvingsperiode. Uiteindelijk kostte het me ongeveer 14 maanden om dit huis te vinden. Nu heb ik een mooi huis en betaal ik iets meer dan 1.000 euro per maand aan kale huur.”

Conclusie
De nieuwe Woonvisie van Delft richt zich duidelijk op het aanpakken van het woningtekort, met bijzondere aandacht voor studentenhuisvesting. Tegelijkertijd probeert Delft het aanbod van betaalbare huurwoningen stabiel te houden. Maar de echte uitdaging ligt in het evenwichtig verdelen van deze woningen, zodat zowel studenten als andere woningzoekenden hun plek in de stad kunnen vinden. Het succes van deze Woonvisie zal uiteindelijk worden afgemeten aan de mate waarin alle Delftenaren, van studenten tot senioren, zich thuis kunnen voelen in hun stad.

Dit artikel kwam tot stand dankzij de financiële steun van het Delft Media Fonds.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *