close
close

Van buitenaf lijken deze huizen op bunkers. Maar van binnen zijn ze licht en ruim.

Al vóór de voltooiing in 1971 trokken de acht Diagoon-huizen veel aandacht. Geïnteresseerden uit heel Nederland werden per bus naar de experimentele herenhuizen in de Tanthof-buurt in Delft gebracht, schrijft Robert von der Nahmer, architect en bewoner van een Diagoon-huis, in de monografie. Ruimte om te leven. De Diagoon-experimentele huizen van Herman Hertzberger. “Vaak is de eerste indruk dat huizen er van buitenaf uitzien als bunkers”, zegt Von der Nahmer. “Ze bieden met hun ‘barbaarse betonmuren’ weinig ‘huisvesting’ in de gebruikelijke zin van het woord en zijn erg duur. Eenmaal binnen oordelen verbaasde toeschouwers anders en zijn veel mensen onder de indruk van de ruimtelijkheid en het licht.”

Ruim een ​​halve eeuw later is de reactie van veel bezoekers aan de Diagoonhuizen nog steeds voelbaar. Met hun muren van sintelblokken en zwarte houten raamkozijnen zien de huizen er ‘brutalistisch’ en minder gastvrij uit dan traditionele, zonovergoten bakstenen huizen met puntdaken. Ook vormen ze geen ordelijke, aaneengesloten rij van drie of meer identieke woningen, zoals de officiële definitie van een twee-onder-een-kapwoning is. Drie van de Diagoonhuizen zijn iets anders dan de andere vijf en vallen op als apart blok. Maar eenmaal binnen in het huis van Von der Nahmer, dat op verzoek bezocht kan worden, is het licht dat uit verschillende richtingen komt opvallend. Het komt niet alleen binnen via de ramen, maar ook via het glas dat de vide in het midden van de woning bedekt. En door de open ruimtes rondom de vide en de diagonale zichtlijnen waaraan Diagoon House zijn naam ontleent, lijkt de woning veel groter dan 135 vierkante meter.

lijkenhuizen

De Diagoonhuizen zijn ontstaan ​​uit de algemene onrust in de Nederlandse buitenwijken. In de jaren zestig werden ze vooral gebouwd met gestandaardiseerde twee-onder-een-kapwoningen en flats. Om gevarieerde ‘massawoningbouw’ met meer bewonersparticipatie te bevorderen, startte het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in 1968 het programma Experimentele Woningbouw, dat tot halverwege de jaren tachtig subsidie ​​verleende aan 10.000 proefwoningen. Diagoonhuizen (te koop) waren het eerste project van de Stichting Experimentele Woningbouw, opgericht door Bouwfonds Nederlandse Gemeenten.


Diagonhuis in Delft.

Foto’s: Lebrina Latupeirissa

‘Huis = omhulsel + inhoud’, zo definieerde Hertzberger zijn Diagoonhuis. Alleen de behuizing is ontworpen door de architect. Deze bestaat uit twee ‘kernen’, één met trap en één met keuken en badkamer, alsmede een schil van dragende muren en een dak van gewapend beton. Het huis had geen binnenmuren, gangen of deuren, alleen getrapte betonnen vloeren. De bewoners moesten de open ruimtes rondom de leegte in het ‘lijkhuis’ zelf ‘invullen’.

Carel Weeber, de architect die in 1997 Wilde Wonen opende, was een van de eerste bewoners van Diagoon Houses. Weeber vond het ‘lijkhuis’ waarin hij drie jaar woonde blijkbaar verschrikkelijk. Woonruimte. Weeber vond de betonnen architectuur van Hertzberger te opzichtig. “Het materiaal, het beton, die balken… het is allemaal heel aanwezig”, zei Weeber in 1975 toen hij werd geïnterviewd voor een onderzoek naar de ervaringen van bewoners van Diagoonwoningen. “Dit huis staat er altijd, vooral omdat het sterke visuele kwaliteiten heeft. Het kan zijn dat er op een gegeven moment geen huis meer is. Het is niet nodig om zo’n ingewikkeld huis te bouwen. Je hebt ook huizen waarin je niet eens merkt dat er muren zijn, waar bijvoorbeeld het meubilair of de kleuren opvallen, of gewoon dat er leuke mensen wonen.” Later in 1982 ging Weeber nog verder toen hij tijdens een debat Hertzberger ervan beschuldigde dat zijn “ontwerpen niet prettig zijn om mee te leven en je ongelukkig maken”.

bier buis

In 1978 volgde een tweede onderzoek naar de bezetting van de Diagoonhuizen. Weeber bleek de enige bewoner te zijn die ongelukkig werd en het experimentele herenhuis verliet. De overige zeven eerste bewoners hadden hun woning op verschillende manieren afgebouwd, aangepast en uitgebreid. Sommigen hadden het huis “bewoond” en muren van B2-blokken gebouwd, anderen hadden de ruimtes open gelaten en “plekken” gecreëerd door meubels en onderkasten te plaatsen die ze zelf hadden gemaakt. De ene bewoner zette eerst een kas op het dak in voor een verzameling cactussen en bouwde daarna een tweede kinderkamer uit B2-blokken, terwijl een ander een van de kamers ombouwde tot een gemütliche bierbuis.

“Dit is een huis waar je overal balen stro gooit en gaat liggen waar je maar wilt”, aldus een bewoner. “Ik zou niet meer in een hokje kunnen wonen.” Hoewel de eigenaren bijvoorbeeld klachten hadden over condensdruppels die in de vide vielen, was dit geen onoverkomelijk probleem. “In een normaal huis zou niemand die gebreken accepteren, maar hier kun je er soms wel om lachen”, aldus een bewoner.

Erkenning voor de opening van het Diagoonhuis was breed. “Veel bewoners waren van mening dat het huis hun leven veel gemakkelijker, toleranter en met veel meer coëxistentie tussen hen maakte”, vat Von der Nahmer de resultaten van het tweede onderzoek samen. Al met al waren de Diagoon Houses dus niet alleen een succes, maar ook een bevestiging van Churchills beroemde gezegde: ‘eerst vormen wij onze gebouwen en dan vormen zij ons’. Na 1971 werden er echter geen Diagoon-huizen meer gebouwd. De reden is simpel: de gebouwde huizen waren te duur om een ​​thuis voor de massa te worden.




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *