Caseïnekaas maken van champignons.

Het is er nog niet, maar met het onderzoek van Arthur Ram zal het in de toekomst wellicht mogelijk zijn om kaas te maken met caseïne geproduceerd uit schimmels. Ram sprak hierover tijdens de oratie naar aanleiding van zijn benoeming tot hoogleraar Schimmelgenetica en Biotechnologie aan de Universiteit Leiden.

Ram en zijn collega’s onderzoeken onder meer hoe schimmels dierlijke eiwitten duurzaam kunnen produceren. Het richt zich specifiek op caseïne, het meest voorkomende eiwit in kaas. Het uiteindelijke doel is om kaas te maken met caseïne geproduceerd door schimmels. Ook doet hij onderzoek naar de afbraak van lignine door schimmels.

Rams onderzoek staat voor twee grote uitdagingen. De eerste is ervoor te zorgen dat de Aspergillus niger-schimmel caseïne aanmaakt, omdat hij dat van nature niet doet. Door een stukje DNA in de schimmel te brengen, zou deze het eiwit moeten produceren.

De tweede uitdaging is om de schimmel efficiënt caseïne te laten produceren. Het is belangrijk dat het eiwit buiten de cel terechtkomt en in het medium waarin de schimmel groeit. De caseïne is dus gemakkelijker te verzamelen.

Afbraak van lignine

Ram en zijn team werken ook aan de afbraak van lignine met behulp van schimmels. Lignine geeft bomen en planten kracht en flexibiliteit, maar is zeer moeilijk afbreekbaar. Het enige wat je er nu mee kunt doen, is het verbranden.

Onderzoekers willen dat schimmels enzymen produceren die lignine kunnen afbreken. Als dit lukt, kunnen uit lignine bruikbare componenten voor bijvoorbeeld bioplastics worden vervaardigd. Het onderzoek lijkt ook interessant voor de afbraak van plastic. Veel kunststoffen hebben een structuur die enigszins lijkt op lignine. Er zijn voorbeelden waarbij het enzym dat lignine afbreekt ook plastic kan afbreken.