Het minimumloon verhogen? ‘Mensen zouden netto meer saldo moeten hebben van hun brutosalaris’

“Veel laaggeschoolde Walen geven de voorkeur aan uitkeringen in combinatie met zwartwerk”, zegt economieprofessor Bertrand Candelon (UC Leuven).

De PS gaat campagne voeren met het voorstel om het minimumloon te verhogen naar 2.800 euro bruto (in plaats van de huidige 2.070 euro). Een aanzienlijke stijging, naast de loonindexering, voor ongeveer 3 procent van alle Belgische werknemers. In Vlaanderen waren de reacties overwegend kritisch. Hogere minimumlonen zouden tot banenverlies leiden en zwartwerk aantrekkelijker maken.

‘De economische theorie zegt dat als de lonen stijgen, het aantal banen afneemt. Werkgevers hebben geen oneindig budget. In werkelijkheid kunnen de lonen alleen worden verhoogd als de productiviteit stijgt”, zegt de Franstalige econoom Bertrand Candelon. “Maar de productiviteit stijgt nauwelijks in België en Wallonië. Het is daarom vreemd om een ​​pure loonstijging te verdedigen. We kunnen hier niet het loon hebben dat het Zwitserse minimum bedraagt. “, dan zouden we een ernstig economisch probleem hebben. Bovendien zijn dergelijke aanzienlijke loonstijgingen bovenop de index besmettelijk. Dit beperkt zich niet tot de minimumlonen. Andere lonen zullen volgen.

Candelon is het ermee eens dat de koopkracht van werknemers moet toenemen. ‘De werkgelegenheidsgraad in Wallonië is erg laag, ook omdat het verschil tussen de uitkeringen en het minimumloon te klein is. Maar het verhogen van de nominale lonen is niet de juiste oplossing. Veel beter zou het zijn om in te grijpen in de belastinginhoudingen en belastingschalen, zodat mensen meer van hun brutosalaris overhouden.’

Zou dat geen gat achterlaten in de toch al lege staatskas? Niet per se, denkt de hoogleraar economie, want het zou mensen ook aanmoedigen om te beginnen. «In Wallonië zijn er veel vacatures, zelfs laaggeschoolde banen. Maar veel laaggeschoolde Walen geven de voorkeur aan werkloosheidsuitkeringen in combinatie met bijverdienste. Als laagbetaalden meer netto-inkomen zouden hebben, zou dat zeker een groep Walen aan het werk kunnen houden. Het vergroten van de kloof tussen salarissen en secundaire arbeidsvoorwaarden is een bewezen stimulans. Aan de andere kant, als de nominale lonen te veel worden verhoogd, zal de informele economie het overnemen, met zwartwerk en schijnzelfstandigheid.’

Alle Franstalige partijen gaan naar de verkiezingen met belastinghervormingen en allerlei salarisplannen om mensen aan het einde van de maand een paar honderd euro meer koopkracht te geven. “Werken zou meer moeten opleveren”, beaamt Candelon. “Het probleem in België is dat de arbeidsparticipatie in Wallonië 66 procent bedraagt ​​en in sommige steden zelfs 50 procent. Het is heel moeilijk om de sociale voorzieningen en de hele economie in stand te houden als maar de helft van de mensen werkt.’