close
close

‘Soms worden we op straat een beetje uitgescholden’

Minister Mariëlle Paul van Onderwijs bezoekt de Cheider in Buitenveldert.  Afbeelding Dingena Mol

Minister Mariëlle Paul van Onderwijs bezoekt de Cheider in Buitenveldert.Afbeelding Dingena Mol

Er is een school in Buitenveldert. Een heel gewone school, met klaslokalen en een glijbaan op het plein. Eromheen staat alleen een hek, met metalen pinnen, een slot en camera’s. Er loopt zelfs een militaire politieagent op straat. De overige metingen kunnen niet worden geschreven.

“Soms maken we er grapjes over”, zegt een van de studenten. “Vandaag keren we terug naar de gevangenis.”

Hier bevindt zich de Cheider Joodse Kindergemeenschap, een school voor de kleine orthodox-joodse gemeenschap in Nederland. Er studeren 144 leerlingen, waarvan 100 in het basisonderwijs, 44 in het voortgezet onderwijs, dat is onderverdeeld in een afdeling voor meisjes en een afdeling voor jongens.

Mariëlle Paul, demissionair minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs, komt maandag op bezoek. Ze is gekomen om de gemeenschap te steunen. Sinds de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober en het daaropvolgende bombardement op Gaza zijn de spanningen hoog geweest.

Antisemitische incidenten

Twee studenten worden rondgeleid. Hier is de gebedsruimte, verderop wordt het joodse leerplan onderwezen en daar worden de ‘wereldlijke vakken’ onderwezen. De minister knikt, zoals dat bij dit soort werkbezoeken gebeurt. Omdat de school zo klein is, krijgen de leerlingen les in minimale groepsgroottes, soms zelfs één-op-één met een leraar. Dit is mogelijk omdat Cheider een studentenpopulatie bedient die nergens anders in Nederland terecht kan.

Met studenten wordt over veiligheid normaal gesproken niet gesproken, zegt directeur Jael de Jong Weissman, zeker niet met de jongeren. Zij moeten nog steeds kunnen genieten van een zorgeloze jeugd. Oudere leerlingen zijn zich zeker bewust van de gevaren om hen heen. Hoewel de oorlog in het Midden-Oosten nog ver weg is, is het aantal antisemitische incidenten in de stad exponentieel toegenomen.

Drie jongens uit de hogere klassen hebben zich bij de minister aangesloten. “Soms beledigen ze ons op straat”, zegt David (12 jaar) laconiek. “Dan doe je net alsof je het niet hoort en blijf je trappen. “Zij zijn degenen die ongelijk hebben.”

“Vroeger, toen ik nog in een Brabants dorp woonde, noemden ze mij een idioot”, zegt Paul, van Pakistaanse afkomst.

Mendel (14): “Iemand riep: ‘Bevrijd Palestina.’ We stonden op veilige afstand, dus we dachten: misschien kunnen we het gesprek beginnen. Ze hadden geen idee. “Ze wisten niet eens dat Israël een land was.”

Kan de minister iets aan het onderwijs doen?

Er wordt niet meer op straat gespeeld.

Dan zeggen ze dat het soms lastiger wordt op straat. Dan krijgen ze te horen dat Hitler er één is vergeten of dat de gaskamer de andere kant op ligt. Ze halen hun schouders op. “Dit maakt ons alleen maar sterker”, zegt Mendel.

De docenten en bestuursleden zitten aan tafel. Vaak gingen ze zelf naar Cheider en op andere momenten gingen hun kinderen of kleinkinderen daar naar school. Het is een kleine, hechte gemeenschap die zich vaak alleen voelt. Simpelweg op straat spelen is geen optie meer, net zomin als zelfstandig fietsen naar school. Dit heeft ook invloed op het gevoel van veiligheid van de kleintjes.

“We merken dat de spanning onder leerlingen op het schoolplein toeneemt”, zegt Dovid Visser, directeur van de afdeling basisonderwijs.

Voorzitter Herman Loonstein: “Ouders denken tegenwoordig drie keer na voordat ze met hun kinderen naar Artis gaan. Vooral als het kinderen zijn, herkenbaar als ze zijn met hun keppeltje aan. Sport is een probleem, openbaar vervoer is een probleem. Hier hebben we kinderen uit zes provincies. Ze brengen ze met de auto naar school. Niet omdat er sprake is van ongegronde angst bij ouders, maar omdat het onverantwoord is om hen met de trein te laten reizen.”

Maar soms, zegt Mendel, is er ook sprake van overdrijving. Dan roept iemand op straat: Hé, dat zijn Joden. ‘En dan? Dat is wie wij zijn, toch?’

Over de auteur: Marcel Wiegman werkt al ruim 25 jaar Het woord. Voorheen politiek verslaggever in Amsterdam en Den Haag, tegenwoordig doet hij vooral interviews en verhalen over de stad.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *