NVWA: De huidige dierenwelzijnsregels laten te veel ruimte

Er zijn strengere regels nodig voor het fokken, transporteren en slachten van onder meer varkens, runderen en schapen. Het dierenwelzijn schiet vaak tekort, zelfs als boeren, veetransporteurs en slachthuizen zich aan wet- en regelgeving houden. Dat concludeert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op basis van een vrijdag gepubliceerd rapport van Bureau Risico Inschatting en Opsporing (BuRO).

BuRO is een onafhankelijk adviesorgaan binnen de NVWA. Het rapport is een advies aan de ministers van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de inspecteur-generaal van de NVWA. In het rapport staat dat miljoenen dieren niet voldoende voedsel krijgen, dat het transport naar bijvoorbeeld het slachthuis vaak lang duurt en dat er in de stallen vaak niet genoeg materiaal is om het vee te laten spelen.

Volgens de auteurs van het rapport zijn er ook voorbeelden van stallen die een risico vormen voor dieren. “Dit kan te maken hebben met het type vloer, zoals te harde betonvloeren, oncomfortabele latten of natte vloeren”, schrijft de NVWA in een bericht. ‘Ook hebben de dieren niet altijd voldoende ruimte en bieden de stallen niet altijd voldoende uitdaging voor de dieren. Bij varkens kan dit frustratie en dus staartbijten veroorzaken. Mede daarom wordt het couperen van varkensstaarten nog steeds veel toegepast.’

Niet altijd duidelijk

Volgens BuRO is de bestaande wetgeving onvoldoende expliciet en sturend, waardoor niet altijd duidelijk is wat wel en niet mag. De regelgeving biedt daar nu ruimte voor. “In de praktijk betekent dit dat zelfs als aan alle normen wordt voldaan, de manier waarop dieren worden behandeld als schadelijk voor het dierenwelzijn kan worden beschouwd”, is een belangrijke conclusie.

De auteurs van het rapport zijn van mening dat in de verschillende schakels van de keten de focus vooral ligt op efficiency en productie. Volgens BuRo kan dit ertoe leiden dat niet altijd de beste beslissingen op het gebied van dierenwelzijn worden genomen. Volgens de auteurs van het rapport kan wet- en regelgeving met heldere normen alle partijen in de keten concrete handvatten bieden voor een goede omgang met dieren.

duidelijk signaal

Gerard Bakker, inspecteur-generaal van de NVWA, zegt dat het rapport een duidelijk signaal afgeeft dat er strengere en eenduidige wet- en regelgeving komt op het gebied van dierenwelzijn. Als dit gebeurt, kan de toezichthouder ‘nog gerichter en effectiever toezicht houden op het dierenwelzijn’. De NVWA gaat hierover in gesprek met het Ministerie van LVVN.

Volgens de inspecteur-generaal zijn risico’s voor het dierenwelzijn ‘tot op zekere hoogte’ onvermijdelijk. Volgens Bakker zijn veel risico’s echter te beperken of te voorkomen. ‘Voor de NVWA doet het BuRO-rapport een duidelijke oproep aan alle partijen betrokken bij de roodvleessector, aan het Ministerie van LVVN als wetgever en aan ons als toezichthouder, om ieder van hen zich echt in te zetten voor een fundamentele verbetering van het dierenwelzijn. Dat is urgent, dat is een collectieve opgave. Uiteraard nemen wij daarin onze verantwoordelijkheid.’

Het BuRO-rapport bevat 21 aanbevelingen. Naast dierenwelzijn gaat het ook om diergezondheid en voedselveiligheid. De diergezondheid in Nederland ligt op een zeer goed niveau. Ook voor onder meer varkensvlees, rundvlees en schapen lijkt de voedselveiligheid in Nederland goed geregeld. Consumenten kunnen vertrouwen op veilig vlees. BuRO blijft veehouderijen adviseren maatregelen te nemen om het antibioticagebruik verder te beperken. Dit verkleint de kans op resistente bacteriën in voedsel.