close
close

Zeeland omarmt de aardappel en Groningen omarmt de ui – Cijfers uit de nieuwsomgeving



Agrifoto


Nieuws Oppervlakte cijfers



Vandaag 15:30 -Niels van der Boom

Begin juli zijn de oppervlaktecijfers gepresenteerd. Deze bleken grotendeels voorspelbaar. Minder wintergranen, iets meer aardappelen en vooral veel meer uien. Op regionaal niveau zijn de veranderingen wat men zou verwachten. Groningen groeit uit tot een uienparadijs en Brabant is de ideale plek om aardappelen te eten. Opvallend is de sterke stijging van de kuilgras dit seizoen.

Heeft u advies, suggesties of opmerkingen over dit artikel? laat het ons weten

Jaarlijks publiceert Boer&Bunder.nl oppervlaktecijfers op provinciaal en gemeentelijk niveau op basis van BRP-grenzen. Dit zijn de percelen die door agrarische ondernemers zijn geregistreerd en aan het CAP zijn aangeboden. Dit levert doorgaans een zeer betrouwbare basis op. Dit jaar bestaan ​​daar twijfels over, omdat de percelen soms al dan niet beplant of gedeeltelijk beplant zijn met de oogst die voor dit voorjaar gepland staat. Hoewel dit op nationaal niveau kleine afwijkingen zijn, zijn het excessen.

Groningen, het uienparadijs
De verschuiving van minder uienzaden in de ‘traditionele’ teeltgebieden naar meer in de ‘nieuwe’ teeltgebieden zal zich in 2024 voortzetten. Procentueel gezien kent Drenthe de grootste areaaltoename. In absolute cijfers is Groningen het meest gestegen. Het areaal is daar met ruim 1.000 hectare toegenomen. Goed voor een kwart extra uien: van 3.866 naar 4.887 hectare. In Drenthe is er 889 hectare en het areaal groeit naar 3.531 hectare.

Ook Noord-Brabant mag niet vergeten worden als we het over zaaiuien hebben. Vooral Midden- en Oost-Brabant zijn snel opkomende groeigebieden. Dit jaar telt de provincie 4.219 hectare. Een stijging van 589 hectare of 16%. Na Flevoland en Groningen staat de provincie op de derde plaats, gevolgd door Drenthe.

In Zeeland worden veel meer partijen uien geproduceerd
Zeeland blijft in de top vijf staan, met een oppervlakte van 2.622 hectare. Een krimp van 454 hectare (-14,75%). De provincie gaat weer uien telen. Er is zelfs een kwart meer geplant, wat wellicht komt doordat het niet overal mogelijk is geweest om uien te planten. Zeeland kent met een oppervlakte van 3.127 hectare veruit de grootste hoeveelheid uien. Noord-Brabant volgt met 1.903 hectare. Daar strekt de teelt zich uit tot 236 hectare. Zuid-Holland, op de derde plaats, stijgt heel licht.

Met ruim 19.000 hectare consumptieaardappelen is Noord-Brabant ongetwijfeld de grootste producent van dit gewas in ons land. De oogst is dit jaar met 276 hectare toegenomen. Goed voor een uitbreiding van 1,5%. In Zeeland (nummer twee) is het gebied relatief groot, met 772 hectare. Het areaal bedraagt ​​15.620 hectare, het grootste areaal sinds 2011. Terwijl de uienteelt door slechte oogsten en hoge risico’s steeds verder terugloopt, gebeurt dat bij consumptieaardappelen blijkbaar niet, al is dat niet altijd even gemakkelijk. de kustprovincie.

Minder zetmeelrijke aardappelen
Groningen laat een vergelijkbare stijging zien met 678 hectare extra consumptieaardappelen. Op zich niet verrassend, maar het laat wel zien dat boeren hier kiezen voor gewassen met een hogere opbrengst. Het pootgoedareaal wordt met 360 hectare verkleind. In de rest van de wereld blijft dit cijfer stabiel of daalt het licht. In Drenthe, Overijssel en Gelderland is de groei op consumptiegebied niet zichtbaar. De teelt strekt zich daar uit tussen de 90 en 120 hectare. Het idee dat er meer land beschikbaar zal zijn voor boeren en gevuld zal worden met aardappelen kan niet worden onderbouwd. Dit kan gezegd worden vóór het zaaien van uien. De ruimte voor tafelaardappelen en zaaiuien zal echter eerder uit de zetmeelaardappelzone komen. In Drenthe wordt de teelt dit jaar met bijna 7% teruggebracht naar 19.690 hectare. Dit is een afname van 1.300 hectare. In Groningen bedraagt ​​deze afname 853 hectare, oftewel 6%.

In Noord-Brabant zie je de daling van de melkproductie. Daar neemt het weilandoppervlak af met 1.667 hectare naar 95.472 hectare. In Oost-Nederland krimpt het weilandareaal met enkele honderden hectares per provincie.

Meer maïs voor kuilvoer
Opvallend is de sterke toename van de teelt van kuilgras. Dit jaar staat er in totaal 209.000 hectare kuilvoer en graanmaïs gepland. Vorig jaar was dat 196.965 hectare. Dit is 6,11% meer. Goed voor 12.000 hectare.

De oorzaak hiervan moet in verschillende factoren gezocht worden. Ten eerste het feit dat de lente van 2024 extreem laat aanbrak, waardoor maïs soms de enige optie was. Aan de andere kant zijn de graanprijzen genormaliseerd en kunnen boeren vaker voor maïs kiezen. Bovendien was het vanwege de natte herfst en lente niet altijd mogelijk om granen te zaaien. In Brabant hebben boeren 2.400 hectare extra maïs geplant. Dit is niet verrassend, aangezien dit gewas vaak wordt gebruikt als ‘opvulmiddel voor bouwplannen’. In Gelderland is ruim 1.900 hectare extra maïs aangeplant en in Drenthe 1.050 hectare.

Het met tarwe bebouwde areaal keldert
Het CBS schat al dat het areaal met wintertarwe aanzienlijk is afgenomen. Vooral in Zeeland en Groningen zaaiden boeren minder door het natte najaar. Dit is 27,5% en 36,5% minder oppervlakte. Nergens anders is deze daling in absolute cijfers zo groot. Procentueel gaan Drenthe (75%), Noord-Brabant (50%), Fryslân (45%) en Limburg (39%) nog sneller achteruit, maar de oppervlakte is iets kleiner. Dit komt echter neer op duizenden hectares minder wintertarwe per provincie.

Zomertarwe en gerst hebben deze dalingen tot op zekere hoogte gecompenseerd, maar niet volledig. Vooral in Groningen werd zomertarwe gezaaid. Dit is 186% meer, tot 3.000 hectare. Het areaal zomergerst is met 50% toegenomen. Goed voor bijna 3.000 hectare.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *