close
close

Veni-beurzen voor Maastricht UMC+ onderzoekers

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) maakte gisteren bekend welke onderzoekers de zogenoemde Veni-subsidie ​​ontvangen. Deze subsidie ​​gaat naar veelbelovende onderzoekers uit het hele spectrum van de wetenschap. Bij het UMC+ Maastricht werken twee van deze wetenschappers: klinisch geneticus in opleiding Job Verdonschot en pijnonderzoeker Glenn Franken.

Verwijde hartspier
Verdonschot doet onderzoek naar erfelijke ziekten van de hartspier. Dit geldt niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor zijn familieleden die het risico lopen dezelfde ziekte te ontwikkelen. Als deze familieleden goed worden getest, kunnen hartspierziekten in een vroeg stadium worden opgespoord en behandeld. Dit kan ernstige gevolgen van de ziekte voorkomen. Verdonschot gebruikt de Veni-subsidie ​​voor zijn onderzoek naar gedilateerde cardiomyopathie, een erfelijke hartziekte, ook wel verwijde hartspier genoemd.

Werk Verdonschot

Momenteel wordt aanbevolen dat de families van patiënten elke één tot drie jaar een echografie laten uitvoeren door een cardioloog. Maar de nieuwe Europese richtlijnen schrijven voor dat ze ook regelmatig en op een toegankelijkere manier een MRI-scan moeten laten maken, omdat er op het hart littekens kunnen ontstaan ​​die niet op een echo te zien zijn, maar wel op een MRI. Dat is echter niet eenvoudig: het maken van een MRI is duur en er is onvoldoende capaciteit om duizenden familieleden periodiek te onderzoeken. Daarom maakt Verdonschot samen met de Technische Universiteit Eindhoven gebruik van een nieuwe echotechniek waarmee littekenweefsel vaker in beeld kan worden gebracht. Met behulp van de Veni-subsidie ​​gaat hij onderzoeken of deze echotechniek net zo goed of zelfs beter littekenvorming laat zien dan een MRI.

Neuralgie
Franken promoveerde in 2020 op onderzoek naar neuromodulatie bij chronische zenuwpijn. Deze vorm van pijn wordt meestal veroorzaakt door veranderde signalen in de zenuwen aan de achterkant van het lichaam en in het ruggenmerg, die voortdurend pijnsignalen naar de hersenen sturen. Met de Veni-subsidie ​​gaat Franken onderzoeken of het mogelijk is om verstoorde signalen te verminderen met behulp van elektrische stimulatie, in de hoop dat hierdoor ook de pijn van de patiënt afneemt.

Glenn Franken

Momenteel krijgen patiënten vaak medicijnen om zenuwpijn te bestrijden. Dat begint met het toedienen van een simpele paracetamol, maar kan in ernstige gevallen leiden tot het gebruik van sterke medicijnen zoals opiaten. Maar zelfs het gebruik van deze ernstige medicijnen is vaak onvoldoende: meer dan 50% van de patiënten met chronische zenuwpijn reageert niet voldoende op medicamenteuze behandeling. Door de zenuwen die betrokken zijn bij chronische zenuwpijn elektrisch te stimuleren, gaat Franken onderzoeken hoe deze nieuwe behandelmethode werkt, om welk type zenuwcellen het gaat en wat de optimale instellingen voor elektrische stimulatie zijn. Hiervoor zullen twee nieuwe laboratoriumtechnieken worden gebruikt waarmee we het activeringspatroon van deze zenuwcellen nauwkeurig in kaart kunnen brengen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *