close
close

Co-Med faillissement vereist wetgeving voor faillissementen met een grotere sociale impact

Het faillissement van zorgbedrijf Co-Med stelt curatoren voor dilemma’s. Want wie heeft voorrang: patiënten, personeel of schuldeisers? Universiteitsprofessor Jessie Pool, gespecialiseerd in ondernemings- en insolventierecht, pleit voor insolventieprocedures die beter geschikt zijn voor dit soort faillissementen.

De rechtbank Maastricht heeft Co-Med afgelopen vrijdag failliet verklaard. Dit na wekenlange onrust tussen medewerkers en patiënten. De huisartsenketen sloot definitief de deuren na een periode waarin zorgverzekeraars Co-Med niet meer betaalden. Ongeveer 50.000 patiënten leden. De werknemers ontvingen geen salaris. Verzekeraars vonden alternatieve medische zorg voor patiënten.

Moeilijke opgave voor curatoren

De onrust rond Co-Med laat zien hoe belangrijke maatschappelijke belangen een rol kunnen spelen bij een faillissement, zoals de toegang tot gezondheidszorg. Terwijl fiduciaires zich bij de afwikkeling van een faillissement primair moeten richten op de belangen van gezamenlijke en meerdere schuldeisers. Dit principe is in de praktijk niet altijd zo eenvoudig, zegt universitair docent Jessie Pool.

U bent slechts een Co-Med-patiënt en u weet niet wat uw situatie is.

«Op papier is de taak van de curator vrij duidelijk. Bespreek hoe u crediteuren kunt betalen door de bezittingen van een failliete onderneming te verdelen. Zij doet dit volgens een indeling onder de schuldeisers. Maar soms staan ​​er zulke grote maatschappelijke belangen op het spel, zoals in het geval van Co-Med, dat zij deze indeling niet langer kan handhaven. In dergelijke situaties kunnen er conflicten ontstaan ​​tussen de belangen van crediteuren en die van andere partijen die door het faillissement worden getroffen.’

Houd rekening met maatschappelijke belangen

Faillissementen die niet alleen crediteuren treffen, zoals de faillissementszaak Co-Med, zijn ideale voorbeelden van deze belangenconflicten. “Je ziet de schok die ontstaat als dit soort bedrijven in financiële problemen komen”, zegt Pool. “Je bent gewoon een Co-Med-patiënt en weet niet wat je situatie is.”

Willekeur bij faillissementsliquidatie

De huidige insolventiewetgeving geeft curatoren de vrijheid om belangen af ​​te wegen. Ook bij de afwikkeling van faillissementen moeten zij rekening houden met maatschappelijke belangen. Maar de wet biedt geen specifieke richtlijnen over hoe u dit moet doen. Dit zorgt onvermijdelijk voor variatie in de besluitvorming, wat kan leiden tot onzekerheid en onrust bij de betrokkenen, zoals bij Co-Med is gebeurd.

Pool: ‘Geen enkele genezer zal zeggen: ik ben niet geïnteresseerd in de belangen van deze groep patiënten en ik laat ze aan hun lot over. Iedereen zal het er bijvoorbeeld over eens zijn dat ernstig zieke patiënten intensieve zorg moeten krijgen. In sommige situaties is de belangenafweging echter niet zo duidelijk. De curator moet dan beslissen of een bepaald belang zwaarder weegt dan dat van de schuldeisers. “Er bestaat geen juridisch kader dat uitlegt hoe je die beslissing moet nemen.”

Juridische richtlijnen nodig

Het insolventierecht heeft de afgelopen jaren meer ruimte gecreëerd om rekening te houden met zowel de belangen van crediteuren als maatschappelijke belangen, zoals de gezondheidszorg. Sindsdien krijgen maatschappelijke belangen bij faillissementen meer aandacht.

Maar uit het empirische onderzoek van Pool en zijn collega’s blijkt dat het van de individuele curator kan afhangen hoe hij of zij aandacht besteedt aan deze belangen. Het probleem is dat curatoren hun eigen beslissingen mogen nemen. Ze kunnen al dan niet prioriteit geven aan sociale belangen. Ze beslissen ook naar eigen goeddunken wanneer en hoe ze voorrang geven aan bedrijfsbelangen boven crediteuren. Zonder duidelijke wettelijke richtlijnen blijft deze beoordeling subjectief en tot op zekere hoogte willekeurig.

Patroon van faillissementen met sociale gevolgen

Als universitair docent ondernemings- en insolventierecht aan de Universiteit Leiden onderzoekt Jessie Pool hoe curatoren de belangen van kwetsbare stakeholders zoals consumenten, patiënten, werknemers, maar ook de omgeving kunnen betrekken bij de afwikkeling van faillissementen. Pool heeft de afgelopen jaren meer faillissementen gekend, wat tot sociale onrust heeft geleid. Denk bijvoorbeeld aan de faillissementen van de ziekenhuizen IJsselmeer en Slotervaart. Of faillissementen waarbij een bepaald soort faillissement hun belangen raakt, zoals het faillissement van fietsenfabrikant Van Moof, Intertoys, Grote Bazaar en V&D.

Beoordeling van het insolventierecht

In Bij faillissementen waarbij grote maatschappelijke belangen betrokken zijn, zoals in het geval van Co-Med, lijkt het faillissementsrecht nog niet gestructureerd. Pool pleit voor een herziening van de faillissementswetgeving om te zorgen voor een evenwichtiger aanpak, waarbij de rechten en belangen van alle betrokken partijen op een evenwichtige manier worden beschermd.

Zo wordt gedacht aan wetgeving die ervoor moet zorgen dat de curator een maatschappelijke rol heeft bij een faillissement waarbij belangrijke maatschappelijke belangen in het geding zijn. Dit betekent ook dat de curator de tijd kan nemen om dergelijke complexe vraagstukken op te lossen. Een dergelijke wet moet er ook voor zorgen dat haar sociale activiteiten niet onmiddellijk tot een positief resultaat voor collectieve schuldeisers hoeven te leiden. Dit betekent ook dat u daar in een later stadium geen verwijt van kunt maken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *