close
close

Vijftig jaar emissieregistratie voor een beter milieu en klimaat

Luchtkwaliteit

Stikstofoverschotten in de landbouw. Hoge concentraties PFAS in oppervlaktewater. De situatie in Nederland met het oog op het Klimaatakkoord van Parijs. Veel nieuwsverhalen in de media komen uit het emissielogboek. Het werd 50 jaar geleden in ons land gecreëerd. Stel dat de nationale overheid van plan is een snelweg aan te leggen. Wat zouden de gevolgen zijn van de nieuwe infrastructuur voor de luchtkwaliteit in het gebied? Een ander voorbeeld. Er zijn maatregelen genomen om de emissie van stoffen naar het oppervlaktewater te verminderen. Een waterschap wil weten: hebben die maatregelen effect gehad? In beide gevallen helpen de gegevens uit het emissielogboek de vraag te beantwoorden.

Kameraadschap

Het emissieregister is een samenwerkingsverband tussen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), CBS, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Wageningen Universiteit en Research (WUR) en kennisinstituut Deltares. De opdrachtgevers zijn de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Zorgwekkende stoffen

In totaal worden de emissies van 375 stoffen weergegeven op de emissieregistratiewebsite. Het gaat hierbij onder meer om gegevens over verkeer, transport, industrie, landbouw en huishoudens. Hilbert van Dijk, hoofd team CBS Milieu: ‘Er zijn meerdere soorten stoffen. Ten eerste broeikasgassen, zoals CO2 en methaan. Ten tweede: stoffen die de luchtkwaliteit bepalen, bijvoorbeeld fijnstof, ammoniak en stikstofoxiden (NOX). Je hebt ook zware metalen, waaronder lood en zink. Ook zeer zorgwekkende stoffen als benzeen, tolueen, PFAS-verbindingen en bepaalde gewasbeschermingsmiddelen zijn van belang.’

Nut van emissiebepaling

Margreet van Zanten werkt bij het RIVM, het instituut dat eindverantwoordelijk is voor de registratie van de emissies. Er zijn drie belangrijke redenen om de emissies te bepalen, zegt hij. ‘Allereerst omdat internationale verdragen Nederland verplichten te rapporteren over de uitstoot. Denk bijvoorbeeld aan het Klimaatakkoord van Parijs, gesloten in het kader van de Verenigde Naties. Bovendien moet informatie over emissies al sinds eind jaren negentig beschikbaar zijn voor burgers. Zo kunnen zij hun leefomgeving beheersen. De derde reden is dat overheden beleid kunnen formuleren en monitoren op basis van de registratie van emissies. Een voorbeeld: in de jaren tachtig en negentig was de looduitstoot door benzinemotoren hoog. Daarom heeft de rijksoverheid maatregelen genomen om de uitstoot terug te dringen. Dankzij het emissierecord werd later vastgesteld dat dit effect had; De looduitstoot bleek dramatisch te zijn afgenomen.’

Verkeer op de Nederlandse snelweg
©CBS

Meten en berekenen

Emissies in het emissieregister worden grofweg op twee manieren bepaald: door direct de emissiebron te meten, bijvoorbeeld in de schoorsteen of het rookkanaal van bedrijven, en door emissies te berekenen met een emissiefactor. Van Dijk zegt: ‘Binnen de vereniging is het CBS de partij die statistieken over de bronnen verzorgt. Andere instituten hebben ervaring met het bepalen van emissiefactoren, bijvoorbeeld de hoeveelheid CO2uitstoot van voertuigen. Met deze emissiefactoren kunnen we vervolgens emissieberekeningen maken.’ Van Zanten En hij voegt eraan toe: ‘Het is onmogelijk om alles te meten. Om een ​​zo compleet mogelijk beeld te krijgen zijn rekenmodellen nodig.’

Cruciaal

Statistieken van het CBS vormen de basis van veel berekeningen en zijn gebaseerd op: Van Zanten zo cruciaal. ‘Het CBS houdt bijvoorbeeld bij hoeveel koeien er in Nederland zijn. Of hoeveel auto’s we hebben en hoeveel kilometer ze afleggen. We vermenigvuldigen bijvoorbeeld het aantal koeien met de gemiddelde ammoniakemissie van een koe, waarna we de totale uitstoot van de koeien kennen. En in de gegevens over auto’s zit onder meer CO22– en fijnstofuitstoot van het gehele Nederlandse wagenpark. De resultaten komen terecht in het emissieregister.’

Voorkom parallelle werkelijkheden

Welke verbeteringen zijn er bereikt in een halve eeuw emissieregistratie? Kees Baasleider van het waterstatistiekproject bij het CBS, is breed 25 jaar betrokken bij de registratie van emissies. Hij zegt: ‘Alle partijen spreken al tientallen jaren met dezelfde stem. Het gebeurde vóór die tijd instituut aan een berekening op een andere manier uitgevoerd dan Instituut B.’ Van Zanten: ‘Alle partijen in Nederland die de uitstoot kennen bepalen gezamenlijk de officiële cijfers; dat voorkomt parallelle werkelijkheden.’

Gegroepeerde gegevensverstrekking

Baas noemt nog een verbetering: voor de industriële sector. ‘Industriële bedrijven meten hun uitstoot en berekenen die ook deels. Tot halverwege de jaren negentig was dit versnipperd: bedrijven werden meerdere malen per jaar gevraagd gegevens aan te leveren. Bovendien moesten ze een deel van de informatie naar het ene instituut sturen en het andere naar het andere. Tegenwoordig is het efficiënter, zowel voor bedrijven als voor emissierecorders. De gegevensverstrekking gebeurt in een pakket: een keer per jaar leveren bedrijven alle gegevens online aan bij het RIVM via het elektronische milieujaarrapportagesysteem. CBS en alle andere partijen die in het uitzendlogboek zijn opgenomen, maken hiervan gebruik.

Toekomst

Vanuit Europees perspectief loopt Nederland voorop in de inventarisatie van de kleinste stofdeeltjes: ultrafijnstof. Mogelijk is dit binnen tien jaar een gemeenschappelijk register. Tijdens het jubileumsymposium emissieregistratie in 11 juni 2024 In Driebergen gingen sprekers en gasten ook in op andere mogelijke ontwikkelingen. Dit omvatte de mogelijke waarde van satellietmetingen en kunstmatige intelligentie (AI). “We gaan er nog steeds niet van uit dat de uitstoot met AI bepaald kan worden. We willen het gebruiken om de berekeningen te controleren”, zegt hij. Van Zantentevens buitengewoon hoogleraar Emissie, verspreiding en depositie van atmosferische stoffen Wageningen Universiteit en Onderzoek.

Trots

Welk sentiment overheerste in Baas? Van Dijk En Van Zanten tijdens het symposium? ‘Trots’, zeggen ze tegelijk. Omdat? Van Zanten: ‘Omdat het emissierecord solide, betrouwbaar en uiterst nuttig is.’ Van Dijk: “En omdat de vertegenwoordigers van de verschillende organisaties samen veel ervaring hebben en het erg waardevol is om op dit gebied met elkaar samen te werken.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *