close
close

‘Iemand die gepromoveerd is, moet een slechte jeugd hebben gehad’

Promoveren en topsport beoefenen lijken meer op elkaar dan je denkt, althans dat denkt Irene Eijs. En ze kan het weten, want ze deed het eind jaren negentig. Beide zijn eindeloze trainingen. Iets beter, sneller en scherper maken. Eijs deelde zijn verhaal met de zilverdokters van de Universiteit Leiden. Medestudenten die net als zij 25 jaar geleden promoveerden.

24 juni 2024

Viering van de Zilveren Dokters 2024

Het Pedelbureau en het Alumnibureau van de Universiteit Leiden onderhouden op vele manieren de banden met alumni. Een relatief nieuwe activiteit zijn de bijeenkomsten van de Gold en Silver Doctors. Nadat vorig jaar (50 jaar na de promotie) de Golden Doctors waren uitgenodigd, waren vorige week de Silver Doctors aan de beurt. Voor dit evenement waren oud-studenten uitgenodigd die promoveerden aan de Universiteit Leiden, zoals de universiteit toen heette. Ongeveer 80 van hen verzamelden zich die middag in het Grand Auditorium.

Er is veel veranderd sinds de jaren dat deze groep promotie maakte. De universiteit telde op dat moment 14.000 studenten. Nu zijn dat er 34.000. Ze konden dan kiezen uit 57 cursussen. Tegenwoordig zijn er maar 80 verschillende masteropleidingen, legt voorzitter Annetje Ottow haar publiek uit. «Toen was er alleen Leiden. Leiden heeft inmiddels drie campussen: Binnenstad, BioScience en Den Haag. En Den Haag is niet langer een bijgebouw. Met 10.000 studenten vormt het een volwaardige kern van de Universiteit Leiden.’

Weerstaan

Vijf procent van de studenten komt uit het buitenland. ‘We hopen dat er meer van dat is. Wij geloven dat internationale uitwisseling een verrijking is voor onze studenten en onze universiteit. We zien dat we hiermee talent kunnen aantrekken.’ Helaas, zo merkt hij op, waait de wind anders in Den Haag. ‘Wij staan ​​niet achter die discussie. En we zullen er alles aan doen om die te voorkomen.’

Ontvang steun van het publiek. En hij krijgt ook applaus als hij in Den Haag een ander gevoelig onderwerp aansnijdt: de voorgestelde bezuinigingen op het hoger onderwijs. Iets tijdloos ontdekte hij toen hij terugkeek op jaarverslagen van 25 jaar geleden. Ook zij waren vol weerstand tegen het Haagse beleid.

Dit betekent niet dat ik mij ernstig zorgen maak over de huidige enorme bezuinigingen. ‘Nederland heeft veertien universiteiten en straks is er nog maar budget voor dertien. Ook voor Leiden zal dit grote gevolgen hebben. Wij zullen deze strijd met hand en tand bestrijden. Het is voor ons ontzettend belangrijk om op uw steun te kunnen rekenen.’ Ook financiële steun om jonge en veelbelovende studenten kansen te bieden is zeer wenselijk, voegt hij eraan toe.

Meedogenloos fileren

Naast deze actualiteit werd uiteraard ook stilgestaan ​​bij de promotieperiode. Irene Eijs, directeur datastrategie bij MPG en lid van de directie van NOC*NSF, nam de aanwezigen eind jaren negentig mee naar het biologielaboratorium en naar de Olympische Spelen in Atlanta. Omdat hij zijn promotieonderzoek combineerde met een topsportcarrière als roeier. Twee ogenschijnlijk onverenigbare activiteiten die volgens hem nogal wat overeenkomsten vertonen. In ieder geval in de vaardigheden die daarvoor nodig zijn. ‘Doorzettingsvermogen en jezelf in vraag stellen. In feite zijn beide eindeloze trainingen. Waar kan het beter, sneller en scherper? En op het belangrijkste moment moet je jezelf enorm kunnen bezeren. Eigenlijk is dit hetzelfde als bij een PhD. Je moet bereid zijn je hypothese meedogenloos te analyseren.

Deze twee verschillende werelden vulden elkaar verrassend goed aan. ‘Als ik klaar was met roeien, had ik altijd mijn collega’s in het laboratorium met wie ik kon praten over experimenten en ontdekkingen. Dat leidde de aandacht af van de sportieve frustratie. En mocht mijn onderzoek weer mislukken, dan kon ik op een boot van die overlast afkomen.’

Een doctoraat behalen is daar een onderdeel van.

Ook Rick Lawson, hoogleraar Europees recht, dacht terug aan zijn doctoraat behaald in 1999. Dat hij promoveerde was heel bijzonder. ‘Iemand die promoveert moet een slechte jeugd hebben gehad, die op de een of andere manier gecompenseerd moest worden, dat was een vrij wijdverbreid idee. Velen vonden dat het vakgebied te belangrijk was om tijd aan een proefschrift te besteden. En een aantal hoogleraren (echt de beste in hun vakgebied) waren toen nog niet gepromoveerd.’ Dat is nu echt veranderd: promoveren is daar slechts een onderdeel van. Het aantal promoties bij de rechtenfaculteit is in die 25 jaar verdubbeld. Juridische proefschriften maken echter nog steeds slechts tien procent van alle proefschriften uit.

Juridische promoties, legde Lawson uit, zijn ook een echt debat. “Een proefschrift moet immers verdedigd worden en dus ook aangevallen.” Zijn eigen proefschrift was echter al bijna achterhaald voordat hij promoveerde: op de dag dat hij het manuscript publiceerde, deed het Europese Hof twee belangrijke uitspraken. Deze kunnen op het laatste moment nog verwerkt worden.

Maar het lot had nog meer in petto. Zijn proefschrift ging over het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in relatie tot de Europese Unie. ‘De Unie zou nooit toetreden tot het EVRM, dacht ik: herhaaldelijk voorgesteld, maar nooit uitgevoerd. Om dezelfde reden zou er waarschijnlijk geen catalogus van grondrechten tot stand komen. Ik moest dus iets anders bedenken en dat heb ik gedaan. Maar minder dan een maand na de verdediging van mijn proefschrift stelde Duitsland voor dat de EU zou toetreden en haar eigen grondrechten zou toevoegen. Alles pakte echter goed uit voor Lawson. Hij promoveerde, werd hoogleraar en was vijf jaar lang decaan van de rechtenfaculteit. En de EU is nog niet toegetreden tot het EVRM.
Tekst: Marijn Kramp – Foto’s: Barbra Verbij

Rechts in de kist vindt u de opname van het proces-verbaal van de middag; de middagfotoreportage; overzicht van de Silver Doctors tijdens hun promotie en een video met flashinterviews met drie Silver Doctors.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *