close
close

Burgemeester Wouter Kolff van Dordrecht biedt excuses aan voor het slavernijverleden van het gemeentehuis

30 juni 2024 • 19:47 door redactie

Burgemeester Wouter Kolff van Dordrecht biedt excuses aan voor het slavernijverleden van het gemeentehuis

De aftredende burgemeester van Dordrecht, Wouter Kolff.

DORDRECHT – Bij de derde herdenking van de slavernij in Dordrecht heeft burgemeester Wouter Kolff van Dordrecht zijn excuses aangeboden voor het duistere verleden.

Hij zei:

Namens het huidige gemeentebestuur van de oudste stad van Nederland, Dordrecht, bied ik als burgemeester mijn excuses aan voor de rol die het gemeentebestuur sinds de 16e eeuw heeft gespeeld in de slavernij. Wij erkennen dat het stadsbestuur van die tijd een enorme bemoedigende rol speelde in de transatlantische slavenhandel en de uitbuiting van slaven. En ja, er was ook medewerking van de inheemse bevolking om deze grote gruweldaad mogelijk te maken. Maar dat neemt niet weg dat wij verantwoordelijkheid moeten nemen voor Dordrechts deelname aan de transatlantische slavernij.

Augustijnse Kerk

In 1913 herdacht de Augustijnenkerk voor het eerst de slavenhandel, waarin Nederland een leidende rol had gespeeld. In 2023 vonden de tweede herdenking en de eerste hedendaagse herdenking plaats.

Het wordt herdacht op 30 juni om de bevrijding uit de slavernij op 1 juli te vieren.

Toespraak

De volledige toespraak van Wouter Kolff in de tuin van het Dordrechts Museum luidde: 30 juni 2024:

Een boom
zoveel bladeren
Een boom
Een rivier
zoveel stromen
iedereen gaat naar de zee
Vooruit
zoveel gedachten
Gedachten met één doel.

Een God
Anders dan aanbidding
Maar slechts één vader
Eén Suriname
zoveel soorten haar
zoveel huidskleuren
zoveel talen
Een persoon.

Dames en heren, dames en heren,

Het is fijn om elkaar vandaag te kunnen ontmoeten in de prachtige tuin van het Dordrechtse museum. In mijn toespraak tijdens Dodenherdenking dit jaar heb ik deze oproep gedaan: kijk elkaar aan en kijk elkaar alstublieft weer recht in de ogen. En dit is daar weer een perfect moment voor.

Het kunstwerk dat achter mij te zien is, bevindt zich hier in het Dordrechts museum. Het is van de Afrikaanse kunstenaar Esiri Erheriene-Essi. Ze baseert haar werk op klassenfoto’s uit de jaren 60 en 70. Het schilderij is een eerbetoon aan de zwarte vrouwen die de basis hebben gelegd waar velen nog steeds op voortbouwen. Het meisje kijkt je recht aan, met een ongemakkelijkheid die we vast allemaal herkennen uit onze basisschooltijd.

Dordrecht werd in de 12e eeuw gesticht aan de oevers van de rivier de Thuredrith, waardoor het een plaats heeft gekregen in onze geschiedenis. Het feit dat deze stad op het water is gesticht, heeft altijd invloed gehad op de levensstandaard van haar inwoners. Honderd jaar later, in 1220, kreeg de stad stadsrechten. Amsterdam kort na 1300. De gouden eeuw brak hier veel eerder aan dan in de rest van het land. Als stad waren we de machtigste handelsstad in Holland County. Maar Dordrecht speelde ook een belangrijke rol op politiek en religieus gebied. Hier werd de eerste Nederlandse munt geslagen. En in 1572 vond hier de eerste bijeenkomst van de vrije staten plaats. Hier kwamen de twaalf Nederlandse steden bijeen om hun verzet tegen de Spaanse overheersing te verenigen. Het was het begin van een onafhankelijke Nederlandse staat. Daarom was Dordrecht lange tijd een toonaangevende en zeer welvarende stad.

De Synode van Dordt van 1618 maakte een einde aan religieuze geschillen en gaf opdracht tot de eerste vertaling van de Bijbel in het Nederlands, de Statenvertaling. Als je door de straten van de stad loopt, is er om elke hoek een verhaal te vertellen.

Omringd door water en dankzij datzelfde water hebben we een rijk verleden. Er zijn veel verhalen, sommige zijn mooi, andere helemaal niet.

Vorig jaar liet de gemeente Dordrecht een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de rol van de gemeente Dordrecht tijdens het kolonialisme en de slavernij vanaf de 17e eeuw. Een studie onder leiding van Dr. Karwan Fatah-Black, een specialist in koloniale geschiedenis aan de Tolead Universiteit. . Voortbouwend op de resultaten van het onderzoek hopen wij als gemeente een bijdrage te kunnen leveren aan de erkenning van dit deel van het verleden en de impact ervan op onze stad. Net als op veel andere plaatsen in Nederland zijn er in Dordrecht duidelijke sporen te vinden van het slavernijverleden en het is van groot belang om je hiervan bewust te zijn.

Van de kant van het stadsbestuur wilden ze de feiten ophelderen voordat wij ze konden interpreteren. Wat mij betreft is die tijd al aangebroken. Het onderzoek bestaat uit twee delen: één over de rol van het stadsbestuur en één over de levens van de zwarte Dordtenaren door de eeuwen heen. Het eindrapport van het onderzoek zal volgend jaar klaar zijn. Uit het eerste deel van het onderzoek blijkt echter onomstotelijk dat de rol van het stadsbestuur in de geschiedenis van de zeventiende-eeuwse slavernij significant en specifiek was. De stad werd beschouwd als een van de drijvende krachten van Holland en haar bestuurders waren belangrijke vertegenwoordigers op nationaal niveau. Zij vonden niet dat de toenmalige bezwaren tegen de slavernij in Nederland ook buiten Europa van toepassing waren. Aan de westkust van Afrika en Amerika betekende dit een nieuwe impuls voor de transatlantische mensenhandel. Er waren nauwe banden tussen stadsbestuurders en commerciële bedrijven. Stadsbestuurders pleitten voor de oprichting van de West-Indische Compagnie (WIC) en een lokale afdeling daarin. De stadsbestuurders investeerden enorme bedragen in deze ontwikkeling om de economie van de stad te versterken en zo haar welvaart te vergroten.

Er werd zoveel geïnvesteerd dat zelfs Rotterdam zich ervoor schaamde en ook daar enorm moest investeren. Mede door de koloniale handel groeide Dordrecht uit tot een belangrijke handelsstad in Nederland.

Dordtse bestuurders speelden een rol in de ontwikkeling van WIC op landelijk niveau. Zij hadden een enorme invloed op het beleid en de koers van het bedrijf. Alleen als het geld telt, kan er sprake zijn van enorm menselijk onrecht, waarvan de vreselijke en vernederende pijn vandaag de dag nog steeds wordt gevoeld. Samen zijn we hier vandaag in een stad die van oudsher democratie en vrijheid hoog in het vaandel heeft staan, maar waarvan de geschiedenis beslist een negatieve kant heeft.

De Keti Koti-herdenkingsceremonie van vorig jaar werd aangekondigd met een plengoffer. Een oud ritueel waarbij water uit een kalebas wordt gegoten. Een aanbod om in contact te komen met de voorouders. Om de band met hen te versterken. Ze zorgen voor een verbinding tussen verleden, heden en toekomst. In de contacten die ik later had met mensen in de stad, heb ik vaak aan het ritueel gedacht. Als burgemeester, maar ook als persoon heb ik een persoonlijke reis gemaakt. Realiseer je dat nakomelingen willen verwerken en genezen. Ik spreek mijn oprechte hoop uit dat mijn woorden ook nu weer zullen bijdragen aan die gewenste verbinding en genezing.

Namens het huidige gemeentebestuur van de oudste stad van Nederland, Dordrecht, bied ik als burgemeester mijn excuses aan voor de rol die het gemeentebestuur sinds de 16e eeuw heeft gespeeld in de slavernij. Wij erkennen dat het stadsbestuur van die tijd een enorme bemoedigende rol speelde in de transatlantische slavenhandel en de uitbuiting van slaven. En ja, er was ook medewerking van de inheemse bevolking om deze grote gruweldaad mogelijk te maken. Maar dat neemt niet weg dat wij verantwoordelijkheid moeten nemen voor Dordrechts deelname aan de transatlantische slavernij.

Ik wil hier benadrukken dat ik burgemeester ben van en voor alle inwoners van Dordrecht, ook zij die vinden dat een verontschuldiging te laat is of wellicht niet nodig. Ongeacht het nut en de noodzaak van een verontschuldiging, wil ik duidelijk benadrukken dat we samen een taak te vervullen hebben. Namelijk: bepalen hoe we willen samenleven. En dit vergt de inzet van alle Dordtse inwoners.

Het is aan ons om samen te beslissen hoe we verder gaan. Ik hoop dat de aangeboden excuses de wonden helpen genezen die nog steeds pijn doen. Soms worden gebeurtenissen vanuit een bepaald perspectief verteld. Maar dit verhaal verdient het om van alle kanten bekeken te worden. De stemmen van de nakomelingen van de tot slaaf gemaakte mensen verdienen het om gehoord te worden. De stemmen van verzetshelden als Boni, Baron en Joli-Coeur van Suriname verdienen het om gehoord te worden. De verhalen van de vrijheidsstrijder Tula van Curaçao moeten verteld worden. Wij dragen dit verleden samen. Beschamend? Zeker. Reden voor stilte? Absoluut niet. De gevolgen zijn vandaag de dag nog steeds voelbaar in het racisme, dat zich als onkruid in onze samenleving blijft verspreiden. Laten we water, dat we hier zo goed kennen, gebruiken vanwege de zuiverende werking ervan.

Als burgemeester van deze stad kom ik met veel verschillende mensen in contact, niet alleen uit deze stad of uit Nederland, maar ook uit het buitenland, bijvoorbeeld door onze stedelijke verbinding met Dordrecht in Zuid-Afrika. Uiteindelijk kom ik altijd tot dezelfde conclusie: of je nu blank of gekleurd bent, arm of rijk, je moet trots zijn op wie je bent en je moet gelijke kansen krijgen. Goed opgeleid en goed geïnformeerd over de hele geschiedenis, inclusief de geschiedenis van de slavernij. Geschiedenis die ons allemaal aangaat. Zodat jij kunt zijn wie je bent en wilt zijn. En wat mij betreft is daar nog veel winst te behalen.

Ik spreek mijn oprechte hoop uit dat we samen deze pijnlijke geschiedenis een plek kunnen geven in onze prachtige stad met haar rijke diversiteit aan inwoners. Laten we water gebruiken om warme situaties af te koelen. Water heeft de geschiedenis van de oudste stad van Nederland bepaald en vormgegeven. Water is altijd belangrijk geweest en zal dat altijd blijven. In Dordrecht hebben wij als geen ander met water leren leven.

In Dordrecht werd al in 1913 de afschaffing van de slavernij gevierd. Er was een herdenking in de Augustijnenkerk. Gastspreker was Cornelis Winst Blijd, predikant van de Evangelische Kerk in Paramaribo. In de zomer van 1913 sprak hij op talrijke religieuze diensten. En hij werd door koningin Wilhelmina ontvangen op paleis Het Loo. Vorig jaar organiseerde de werkgroep Koloniaal Verleden Dordrecht/Keti Koti Dordrecht de herdenking. Deze werkgroep is opgegaan in de nieuwe stichting Cultureel Educatief Centrum Dordrecht. Ik wil de stichting en alle betrokken vrijwilligers bedanken voor hun inzet.

Het gedicht dat ik eerder voordroeg, oorspronkelijk geschreven in Suriname; Wan Bon staat in het boek Jaguarman van Raoul de Jong. Het is geschreven door Robin Raveles, schrijver, dichter en politicus. Ik ben geboren in Paramaribo in 1935. Ik vind het inspirerend om te zien hoe de huidige generatie op hun eigen manier de pijnlijke geschiedenis onderzoekt en levenskracht en hoop deel laat uitmaken van datzelfde verhaal. En dat stemt hoopvol.

Ongeacht het verleden dat we delen, vandaag moeten we samen verder gaan. Laten we het persoonlijk maken, laten we elkaar ontmoeten. Zonder het ongemak dat we zien in Esiri’s schilderij. Dat zijn we verplicht aan de toekomstige generatie. Mogen we een manier vinden om water te gebruiken om te werken aan genezing, verzoening en herstel.

Dan kunnen we tegen elkaar zeggen; ten kon drai, de koti. De tijden zijn veranderd, ketens zijn verbroken. Ook hier in Dordrecht.

Bedankt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *