close
close

Twee wetenschappers leggen uit hoe ze werden geïntimideerd: ‘Bergen van beledigingen en bedreigingen, bergen van waarheid’

Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis in Leiden‘Nu kom ik weer over de rommel heen’

In juni 2015 schreef Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis in Leiden, een opiniestuk voor de krant Trouw dat PVV’er Martin Bosma, nu voorzitter van de Tweede Kamer, met zijn ‘eindstrijdideologie’ moslims tot doelwit van discriminatie maakte. Volgens Bosma zouden moslims in Nederland op korte termijn demografisch en ideologisch voordeel behalen en daarmee fundamentele Nederlandse waarden vernietigen. Lucassen vond dat onzin, al was het maar omdat er in Nederland veel minder niet-westerse allochtonen waren dan Bosma beweerde. Hij sprak over twee miljoen, en volgens CBS, zo schreef Lucassen, waren het er hooguit één miljoen, en dat omvatte alle mensen (niet noodzakelijkerwijs moslims) uit landen als Marokko, Turkije, Iran, Irak en Somalië.

“Dat artikel”, vertelt Leo Lucassen dinsdagochtend telefonisch, “was nog niet gepubliceerd toen ik op Twitter bergen aan beledigingen en bedreigingen ontving, zoals dat toen heette, echt bergen. Ik zat in de trein vanuit Vlissingen en dacht: wat is dit?” Het was de eerste keer dat hij het zo heftig meemaakte, en toen gebeurde het zo vaak – ‘elke dag eigenlijk’ – dat hij op een gegeven moment besloot niet meer op Twitter te kijken.

Lees ook

Het was noodzakelijk om bijna zestig wetenschappers en personeel veilig te stellen

In totaal zijn veertien structurele en 45 incidentele veiligheidsmaatregelen getroffen voor wetenschappers en medewerkers.

Eén keer was ik erg opgewonden: toen er foto’s van mijn dochters werden gepubliceerd

Leo Lucassen
docent

Leo Lucassen doet sinds de jaren tachtig onderzoek naar migratie en integratie in Nederland. Samen met zijn broer Jan Lucassen publiceerde hij onder meer het boek. Vijf eeuwen migratie, een verhaal van winnaars en verliezersen het boek Migratie als het DNA van Amsterdam 1550-2021. Draag artikel na artikel bij aan de opiniepagina’s van door Volkskrant En NRC en keer op keer laat hij met cijfers en feiten zien dat wat extreemrechtse politici over moslims, immigranten en asielzoekers zeggen verkeerd is, en ook hoe gevaarlijk het is. Zijn collega’s vertellen hem hoeveel ellende er nu over X wordt uitgestort, maar die berichten leest hij niet meer. “Wat dan ook.”

Voel jij je nooit echt bedreigd?

“Ooit was ik heel enthousiast: toen er foto’s van mijn dochters gepubliceerd werden. ‘Dit zijn de dochters van die idioot.’ Toen werd ik gek. Wat ik ook heel lastig vind: dat mensen je als wetenschapper delegitimeren. Ze zeggen dat je een linkse hobby beoefent en dat wat je schrijft niet waar is. Je beroep gaat door een dip. Nu ik een man ben, en dat al 64 jaar, maakt het voor mijn carrière niet meer uit, maar als je een jonge wetenschapper bent, en vooral als je een jonge vrouw bent, is het erg schadelijk. Van jonge wetenschappers weet ik dat ze liever niet meer geïnterviewd worden. Ze gaan niet naar talkshows omdat dat hen alleen maar kwetsbaar maakt. “Ik vind het heel, heel zorgwekkend.”

Houdt hij zich wel eens in?

“Nee, nooit. Ik zal blijven praten, vooral met deze nieuwe regering, omdat het de zaken alleen maar erger zal maken. Mensen voelen zich al volkomen gerechtvaardigd om over ‘herbevolking’ en erger te praten, omdat ministers dat ook doen, toch? Doet me denken aan Duitsland in 1933. Het grootste gevaar schuilt niet in de extremisten, maar in de tussenliggende partijen. Zij geloven dat zij de extremisten kunnen inkapselen door met hen samen te werken, net zoals de tussenliggende partijen in Duitsland met Hitler probeerden Nazi-regime, ik zeg: er zit een overeenkomst in het mechanisme. En nu zal ik opnieuw met de ramp te maken krijgen.’

Jouke de Vries, bestuurskundige en hoogleraar“Het voelde griezelig”

Jouke de Vries, bestuurskundige en hoogleraar, zegt dat hij als wetenschapper nooit is bedreigd. Maar als voorzitter van het bestuurscollege van de Rijksuniversiteit Groningen. Afgelopen donderdag was hij aanwezig bij een debatavond in studentencultuurcentrum Usva, waar de internationalisering van universiteiten centraal stond. Rosanne Hertzberger, microbioloog en Tweede Kamerlid namens de NSC, was er ook en opeens riepen mensen van buitenaf waarom Jouke de Vries op 12 juni de politie had gestuurd tegen de pro-Palestijnse demonstranten. “Ik zei”, zegt hij maandagavond aan de telefoon, “dat we zeker over 12 juni moeten praten, maar niet nu.”

Op 12 juni, tijdens een Mars voor Palestina door de binnenstad van Groningen, gebeurden er dingen die de burgemeester onaanvaardbaar vond – er werd zelfs rode verf in de fonteinen van de Grote Markt gegoten – en om kwart voor vijf en kwart voor twintig. kwam met geweld het universiteitsgebouw aan de Oude Boteringestraat binnen, waarna de deur met geweld werd gesloten, zo blijkt uit het politierapport. “Ze begonnen de plek te barricaderen”, zegt De Vries. “Ze wilden zichzelf ketenen. Er waren gevechten. En er waren nog steeds universiteitsmedewerkers binnen. Toen besloten de burgemeester, de politiechef en het Openbaar Ministerie dat de politie het gebouw zou betreden om de activisten te verdrijven. “Daar was ik het mee eens en zij gaven mij daar die avond van het debat de schuld van.”

De harde kern van activisten wil niet met ons praten, we zitten in een patstelling

Jouke de Vries
docent

Na ongeveer tien minuten zeiden de Usva-bewakers tegen Jouke de Vries en Rosanne Hertzberger dat ze moesten vertrekken, de situatie werd te bedreigend. “Ze brachten ons naar de achterkant van het gebouw, maar op dat moment waren er al demonstranten. We moesten weer naar binnen en kwamen uiteindelijk aan de voorkant naar buiten. “Dat was het einde van de avond.”

Was hij bang?

“Ik ben niet bang, nee. Maar ik wil er ook niet hard over zijn. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik gered moest worden en het was angstaanjagend. De leuzen die voortdurend werden geroepen, ‘genocide universiteit’ en ‘weg met Jouke’, waren erg vervelend. Het kruipt onder je huid. En wat moet ik doen? Dat conflict kan ik niet oplossen, in Israël nemen ze niet echt de telefoon op als ik bel.

‘Hoe komen we hier weg? De harde kern van activisten wil niet met ons praten, we zitten in een patstelling. En er zitten allerlei dingen onder, ik ben er nu naar aan het kijken. Er zijn groepen die meer democratie en minder hiërarchie willen. Ze willen dat de universiteit praat over dekolonisatie, over Israël als apartheidsstaat, over intersectionaliteit en wit voorrecht en racisme. Sinds 7 oktober komt alles samen en wordt het steeds groter. Wat je krijgt is dat je je steeds meer gaat inhouden. Wat zeg ik wel en wat zeg ik niet? Wat schrijf ik wel en niet? Het is zeer zorgwekkend”.




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *