close
close

Laten Melissa Depraetere en Conner Rousseau van PS echt los?

Melissa Depraetere heeft verklaard dat Vooruit zal deelnemen aan de onderhandelingen van de federale regering “met de N-VA, de MR, de CD&V en Les Engagés.” De PS ontbreekt dus in dat rijtje.

Nog geen twee volle weken na de verkiezingen besloot Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere duidelijkheid te verschaffen over de betrokkenheid van de federale regering, of in ieder geval over de onderhandelingen die tot zo’n regering zouden moeten leiden. Terwijl zijn voorganger (en opvolger), Conner Rousseau, de afgelopen dagen weigerde te zeggen dat Vooruit ook zonder de PS bereid zou zijn federale gesprekken te voeren.

Tijdens een uitgebreid interview met West-Vlaamse krant Depraetere kreeg de vraag of ze bereid was gesprekken te voeren met de N-VA, de MR, de CD&V en Les Engagés. Dit zijn de partners van de Vlaamse coalitie, aangevuld met de Franstalige liberalen en de voormalige christen-democraten. Maar niet bij haar Franstalige zusterpartij, de PS. Dat maakte het antwoord van Depraetere niet minder duidelijk: ‘Ja. Als de inhoud maar klopt.’

Depraetere beseft dat een federale regering met de N-VA, een linkse partij als Vooruit en een vrij grote Franstalige aanwezigheid niet vanzelfsprekend is. Depraetere: ‘De substantiële verschillen tussen de partijen zijn behoorlijk groot. Maar ik denk dat we het moeten proberen. Voor Vooruit betekent dit: concessies doen, zonder de centrale punten op te geven. “De focus moet liggen op het versterken van de koopkracht en we gaan niet bezuinigen op de gezondheidszorg.”

Als Vooruit zich als enige linkse partij aansluit bij de Vlaamse en federale regering, ontstaat er een nieuwe frontlinie in de Wetstraat.

De voorzitter van Vooruit suggereert dat elke partij “enkele prioriteiten” voorstelt, wetende dat “voor de rest iets moet worden toegekend”. En ze maakt ook duidelijk dat ze als premier lid is van de N-VA: Bart De Wever of ‘even’ Jan Jambon – te verkiezen boven MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Het stoort hem nog steeds dat laatstgenoemde tijdens de Vivaldi-belastinghervorming, die werd doorgevoerd door minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V), ‘instortte’, omdat Bouchez op die manier verhinderde dat ‘werknemers elke maand meer netto-inkomen zouden krijgen’.

In de volgende regering zal er een rechts blok zijn dat stevig gevormd wordt door de N-VA en de MR. dat zij niet zomaar hervormingen aanvaarden die tot loonstijgingen leiden. Daarnaast zijn er de centrumpartijen CD&V en Les Engagés, en Vooruit als enige centrumlinkse partij. De PS handhaaft in ieder geval haar besluit dat het gezien de omstandigheden beter is om voor de oppositie te kiezen. Volgens Depraetere is dit geen spel om tijd te winnen: “Ik sprak met Paul Magnette en hij was behoorlijk overtuigd van zijn standpunt.”

Cruciaal is uiteraard dat de MR en Les Engagés samen de onderhandelingen zijn begonnen voor de vorming van een Waalse regering, zonder de PS. Het ligt niet in de aard van de PS om bepaalde kwesties voor politieke concurrentie te faciliteren via deelname aan een federale regering.

En tegelijkertijd heeft een volkspartij als de PS er uiteraard geen belang bij om Wallonië opzichtig te blokkeren voor dezelfde federale regering; Hij kan het niet. Dan wordt het oppositie.

Daarom is het praktisch ondenkbaar dat de PS een uitnodiging accepteert om deel te nemen aan een staatshervorming buiten de regering om. Een dergelijke staatshervorming zou waarschijnlijk ook betekenen dat Franstalig België nog een laatste keer een betere financiering zou kunnen krijgen.

De Waalse regering met MR en Les Engagés zou dan meer middelen krijgen en dus een genereuzer beleid kunnen voeren dan de PS zelf de afgelopen jaren heeft kunnen doen. Daarom is uitgesloten dat Magnette en compagnie. verlenen hierbij hun medewerking.

©Getty

Zonder politieke wonderen zal Vooruit de enige zijn in de federale regering. En dat was niet de bedoeling. Vóór de verkiezingen had niemand rekening gehouden met een scenario waarin alle Franstalige linkse partijen zouden verliezen en alle winsten naar het herenigde centrumrechts zouden gaan.

Het verkiezingsprogramma van Vooruit leek echter – behalve op kernthema’s als gezondheidszorg en koopkracht – voorbereid in de wetenschap dat er na de verkiezingen een akkoord zou moeten komen met de N-VA. En daarom zou hij moeten toegeven aan socialistische principes.

Er werd besloten strenger te zijn op asielgebied, hogere eisen te stellen aan nieuwkomers wat betreft de kennis van het Nederlands, strengere maatregelen te nemen tegen werklozen en langdurig zieken te stimuleren passend werk te zoeken.

Dat is misschien niet zo moeilijk met de vrij grote partij die Vooruit is geworden. Een streng maar rechtvaardig asielbeleid, nieuwkomers die de taal spreken en daardoor gemakkelijker integreren, en meer mensen die op de een of andere manier blijven werken ondanks hun hoge leeftijd of gezondheid: voor de sociaal-democraten van Rousseau, Depraetere, Vandenbroucke, Gennez (of lokaal, voormalig Antwerps raadslid Tom Meeuws) is een volkomen eervolle linkse koers.

Als Vooruit zich als enige linkse partij aansluit bij de Vlaamse en federale regering, dan is de nieuwe frontlinie in de Wetstraat al bekend. Vlaams-linkse oppositiepartijen zullen vooral Vooruit aanvallen, omdat het daardoor politiek makkelijker is om te scoren dan (centrum)rechtse partijen als N-VA en CD&V ervan te beschuldigen niet sociaal genoeg te zijn.

Zeker in de Kamer worden de vooruit-ministers en hun middenfractie (13 zetels) geconfronteerd met een sterk links oppositieblok: de PS (16 zetels) en de unitaire fracties van de PTB-PVDA (15 zetels) en wellicht ook Groen- Ecolo (6 en 3 zitplaatsen). En deze parlementaire oppositie zal de steun krijgen en versterkt worden door een belangrijk deel van de progressieve civiele samenleving.

De PS begrijpt de houding van Vooruit perfect en in werkelijkheid is het tegenovergestelde hetzelfde.

Organisaties die zich niet uitdrukkelijk tegen Vooruit uitspreken, worden nu daartoe aangemoedigd en zelfs aangemoedigd. Een centraal element van deze aanvallen is de bestraffing van Conner Rousseau: sinds het ‘Roma-incident’ is hij voor sommige progressieve kringen de nieuwe vijand nummer één geworden.

De site van radicaal-links De wereld van morgen publiceerde een paar dagen geleden een lang artikel met de kop: “Waarom de vakbond zich eindelijk moet uitspreken tegen het racisme van Rousseau.” De tekst legde expliciet een verband tussen Rousseau en Hendrik de Man, de socialistische president die in zijn eentje de Belgische Arbeiderspartij (BWP) ontbond aan het begin van de Duitse bezetting in 1940, omdat hij geloofde dat het tijdperk van de parlementaire democratie voorbij was. Ook adviseerde De Man zijn voormalige kameraden zich niet te verzetten tegen de nazi-bezetters.

Als een dergelijke verwijzing deel uitmaakt van de openingstactiek van de komende debatten tussen Vlaamse progressieven, kunnen we ons voorstellen hoe hevig de strijd de komende jaren zal worden gevoerd. Zeker als de nieuwe regering concrete politieke acties aankondigt. Het is trouwens ook zonder De wereld van morgen Het is praktisch ondenkbaar dat de vakbonden niet zouden demonstreren tegen een regering zonder Franstalige socialisten, groenen en communisten. Dit zal nog een tijdje zo blijven rocken aan de linkerzijde.

Hoewel de Franstalige socialisten voor de oppositie hebben gekozen, is en blijft de PS een politieke partij. Uit onderzoek blijkt dat in 2007-2011, toen de PS vertegenwoordigd was in vier opeenvolgende regeringen (Verhofstadt III, Leterme I, Van Rompuy en Leterme II) en de toenmalige SP.A niet, de Franstalige en Vlaamse socialisten goede relaties bleven onderhouden. achter de schermen en periodiek overlegd. Veel documenten werden gedeeld tussen de Franstalige en Nederlandse studiediensten van de partijen, vakbonden en ziekenfondsen.

Er zijn geen tekenen dat het nu anders zal zijn: de PS begrijpt de houding van Vooruit volledig, en in werkelijkheid is het tegendeel ook waar. Maar op het publieke forum, vooral in het Parlement, staan ​​mensen natuurlijk aan de andere kant, mogelijk voor vijf jaar. De laatste lutte Het is voor later.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *