Betere leefbaarheid in kleinere plaatsen als Haren, Leek en Zuidhorn in Groningen.

Haren, Zuidhorn en Leek zijn de kleinste en meest leefbare plekken om te wonen in Groningen

De levenskwaliteit in de grotere steden van Groningen is iets minder gunstig dan in de kleinere steden. Dit heeft onder meer te maken met sociale cohesie, overlast en het gevoel van (on)veiligheid, en de staat van de woningvoorraad. Dat blijkt onder meer uit het eindrapport ‘Geluk in een klein hoekje’ dat Atlas Research in opdracht van RegioBank heeft opgesteld. Het onderzoek, dat voor de tweede keer wordt uitgevoerd, stelt ons in staat de evolutie van de levenskwaliteit in de woonplaatsen te kennen, waarbij de nadruk ligt op de kleinste woonplaatsen, tussen 7.000 en 23.000 inwoners. Nieuw dit jaar is de analyse van het aantal ontmoetingsplekken.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in een tijd waarin de zorg groeit over de leefbaarheid buiten de grote steden*. De bevindingen benadrukken daarom regionale verschillen en het potentieel negatieve effect van verdwijnende voorzieningen op de kwaliteit van leven in kleinere steden.

Eén van de resultaten van het onderzoek is dat de dichtheid aan ontmoetingsplekken hoger is in kleinere verblijfplaatsen. In kleinere woonplaatsen zijn er (veel) meer inwoners per ontmoetingsplaats, waardoor het openen of sluiten van een dergelijke ontmoetingsplaats in kleinere woonplaatsen een groter effect kan hebben dan in grotere woonplaatsen.

Belangrijkste resultaten

• Haren, Zuidhorn en Leek zijn de kleinste en meest leefbare plekken van Groningen.
• De levenskwaliteit in kleinere woonplaatsen is iets beter dan in grotere woonplaatsen.
• Dit geldt voor vier van de vijf dimensies** van kwaliteit van leven. Zo is er in kleinere gebieden minder overlast en onveiligheidsgevoel, is er meer sociale cohesie en is de woningvoorraad gemiddeld gunstiger dan in grotere gebieden.
• In kleinere woonplaatsen is het aantal ontmoetingsplaatsen per inwoner groter dan in grotere.
• Op landelijk niveau is het aantal ontmoetingsplekken per inwoner het hoogst in het noorden en in Zeeland.
• Het aantal ontmoetingsplekken per inwoner heeft een licht positieve relatie met de levenskwaliteit.

Verwant