close
close

Vier media-experts delen hun visie op de toekomst van de journalistiek

Ondergronds Het bestaat al 25 jaar (hip!) en sinds kort zijn wij overgestapt van de vertrouwde treinkrant naar deze online nieuwswebsite. Omdat het medialandschap en de journalistiek zich in razend tempo blijven ontwikkelen. Maar hoe zal het nieuws en onze mediaconsumptie er over nog eens 25 jaar uitzien? Vier media-experts delen hun visie op de toekomst van de journalistiek.

Technologische ontwikkelingen, desinformatie, van print tot online, bezuinigingen, verdienmodellen, kunstmatige intelligentie en zo. Het medialandschap kent veel uitdagingen en nieuwe ontwikkelingen. Het Stimuleringsfonds Journalistiek deed eerder onderzoek en schetste een scenario tot 2035.

Ondergronds Hij sprak met vier media-experts over hun verwachtingen, zorgen en visie op de journalistiek. Eén van hen is Yael de Haan (47). Zij is hoogleraar kwaliteitsjournalistiek en digitale transit aan de Hogeschool Utrecht en bijzonder hoogleraar lokale publieke omroep aan de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens haar moet de journalistiek meer dan ooit haar waarde bewijzen. “De complexe vraagstukken van onze samenleving vereisen goede journalistiek. Het is niet langer vanzelfsprekend dat we de krant lezen of naar het nieuws kijken. De journalistieke rol verandert.”

Volgens De Haan betekent de komst van internet dat de journalistiek niet langer een ‘betweter’ is. “In deze samenleving hebben we echter een orgaan nodig dat zelfstandig debat of gesprek kan faciliteren. De politiek, Google of Facebook kunnen dat niet doen. We hebben iemand nodig die het publieke debat faciliteert en context biedt. Zodat het gesprek niet alle kanten op gaat en verstrikt raakt in bepaalde belangen en machten.”

onderzoeksjournalist

Onderzoeksjournalist Sebastiaan Bromersma (37) gaat op onderzoek uit Volg het geld regelmatig in digitale technologie, big tech, data-algoritmen en kunstmatige intelligentie. Hij ziet in Nederland een journalistieke trend die zich ook internationaal afspeelt. “Meer media investeren in onderzoeksjournalistiek. Dat wil zeggen, een ander soort verhalen die meer tijd vergen. Door de komst van AI en de reproductie van allerlei soorten informatie wordt veel informatie weggevaagd. Ik denk dat de vraag naar onderzoeksjournalistiek daardoor steeds groter wordt, zodat we er zeker van kunnen zijn dat de informatie klopt, goed onderzocht is en verifieerbaar is. Zeker in een tijd waarin er veel desinformatie is.”

Brommersma ziet het ook in de figuren om hem heen. Volg het geld. Toen hij vier jaar geleden op het onderzoeksplatform begon, ftm 18.000 betalende leden. “Nu zijn het er ruim 42.000. We hebben meer vaste journalisten en het aantal dossiers neemt toe. Hierdoor is het mogelijk om zeer uiteenlopende verhalen te creëren over bijvoorbeeld het klimaat, onderwijs of de zorg voor jongeren. En we betrekken lezers als we aan bepaalde onderwerpen werken. “Soms krijgen we honderden tips.”

Jonge makers

Mark Deuze (54), hoogleraar mediastudies (met name journalistiek) aan de Universiteit van Amsterdam, ziet veelbelovende dingen voor de journalistiek. “Ik geloof dat de oproep kruisen veelbelovend voor de toekomst. Waar je bijvoorbeeld kunstenaars en journalisten, streamers of verhalenvertellers ziet samenwerken en verhalen creëren. De grenzen tussen beroepen verdwijnen. In het digitale tijdperk moet je echt van alles een beetje kunnen en daarom zie je veel samenwerkingen. Makers en media, of verschillende journalisten daartussen, die vervolgens samenwerken. “Ik vind het een spannende ontwikkeling.”

Volgens hem werkt de nieuwe generatie makers niet binnen de traditionele grenzen van de journalistiek. “Uit onderzoek blijkt dat ‘traditionele journalisten’ nog steeds in het werkgevers- of klantmodel zitten. Hoewel de media innoveren en nieuwe jongeren dingen proberen, blijft de top van de journalistieke hiërarchie de journalistieke kern van Den Haag die politici proberen te veroveren. De jongere generatie maakt zich niet druk om ‘zo zou het moeten zijn’. Ze denken: ‘Fuck you, ik wil geweldige verhalen vertellen.’ Van die creativiteit en samenwerking word ik blij. Dat is een impuls voor de journalistiek. Gooi de New York Times of de Volkskrant Ze zijn zeker niet afgebroken, maar er worden wel mooie dingen gedaan.”

Het vinden van de waarheid kost tijd

Jeroen Smit (61) is voormalig hoogleraar journalistiek, schrijft als onderzoeksjournalist boeken over leiderschap en ondernemen en maakt het programma bij Human Wat houdt ons tegen?. Volgens hem blijft de hoofdtaak van de journalistiek het vinden van de waarheid. “Maar dat is ingewikkelder dan ooit. Er zijn veel waarheden. Tegenwoordig zijn feiten erg belangrijk. Omdat we vandaag de dag op eigen kracht kunnen verdwijnen. Het is de taak van de journalistiek om deze feiten op tafel te leggen.

Toen ik lesgaf aan de Rijksuniversiteit Groningen waren er veel zorgen over de grote redacties in Nederland. Vanwege de druk op kranten en het verdienmodel. Nu zie je dat een groot deel van de lezers digitale abonnees zijn. Terwijl we ooit dachten dat we alle informatie gratis gingen verspreiden. De bereidheid om digitaal te betalen is toegenomen.”

Bovendien creëren redacties volgens Smit meer rust en tijd om dingen uit te zoeken. “De snelheid en haast bij het publiceren zijn aan het veranderen. Je hebt tijd nodig om de waarheid te vinden. De grote namen investeren hierin.” Want volgens Smit is het nodig om allerlei onderwerpen te checken. “Het politieke geluid klopt meestal ook niet.”

Zorgen voor de toekomst

Maken experts zich zorgen over de toekomst? Ja, er zijn zeker zorgen. De Haan vreest dat de journalistiek voortdurend achterop raakt bij een platform of technologie. “Achter TikTok, Facebook of hulpmiddelen voor kunstmatige intelligentie. Tegenwoordig moeten journalisten allerlei tools gebruiken en van het ene platform naar het andere overstappen. Hoe kun je dat verbeteren? Dit vereist dat de media investeren in kennis en ervaring om beslissingen te kunnen nemen.”

Brommersma: “Er is sprake van achteruitgang in het medialandschap. Voor sommige titels is het moeilijk om te overleven. Snel nieuws wordt gemakkelijk overgenomen en verspreid door AI. En ik maak me zorgen over de manier waarop we ons gaan wapenen tegen desinformatie.”

Deuze is ook bang voor de automatisering, of AI, van nieuws en verhalen. “Dus ik heb het niet eens over ‘fake news’. “Ik denk dat de creativiteit die ik eerder noemde een logisch antwoord is op de ontmenselijking van de journalistiek.”

Deuze vervolgt: “Daarom denk ik dat de ‘oude journalist’ een beetje in slaap is gevallen. Misschien moeten we het product veranderen, anders neemt AI het over. Wij denken niet meer in format, genre, protocollen of andere ‘Hilversumse’ termen. AI kan dat ook. En deepfakes zullen ook veel vaker voorkomen.” Smit gelooft dat er een verleiding kan zijn om te diep in iemands recht en comfort te zinken. “Dat is behoorlijk eng en gevaarlijk.”

Kijken we over 25 jaar nog televisie? Of lezen we nog steeds de krant? De Haan legt uit dat uit onderzoek blijkt dat de mediaconsumptie per generatie verschilt. “De manier waarop we nieuws consumeren verandert, maar de inhoud niet.” Deuze gelooft dat de papieren krant zal verdwijnen. “Het wordt een scherm waarop het nieuws interactief en gepersonaliseerd zal zijn. “Geen drukte meer.”

Brommersma denkt dat de fysieke krant zal blijven bestaan. “Een medium dat je vertrouwt en dat je fysiek kunt vasthouden. Ik hoop hetzelfde voor de publieke omroep, maar ik durf het niet te garanderen.”

Kleine onafhankelijke titels

En over 25 jaar… waar staan ​​we in dit medialandschap? De Haan hoopt dat de journalistiek niet blijft achterlopen op de technologie. “Ik hoop dat het terugkeert naar de kern van de journalistiek, over het faciliteren van het publieke debat.”

Volgens Brommersma is de kwaliteit van een medium de gouden formule voor een langdurig bestaan. “Het is belangrijk dat je als medium een ​​identiteit hebt en zelfstandig beweegt. ftm Zo ontvangt zij inkomsten van vaste leden en enkele gelden. Maar niet van adverteerders of investeerders. Ik denk dat je volhardend moet zijn, maar blijf vasthouden aan wat je gelooft. Dan kun jij je onderscheiden en erkenning krijgen. In plaats van altijd op de korte termijn te veranderen, denk ik dat we voor ‘de lange termijn’ moeten gaan.”

Volgens de ftmJournalist, je ziet golven binnen de journalistiek. “De afgelopen 25 jaar hebben diverse grote uitgeverijen allerlei grote titels verworven. Maar er zijn nu ook kleine, onafhankelijke titels nodig. Media die u kunt blijven vertrouwen, zoals berichtgeving of onderzoeksjournalistiek. Ik denk dat dit de beweging is tegen desinformatie. Deepfake gaat in de nabije toekomst echt voor problemen zorgen. “Dus ik denk dat we echt willen dat de informatie verifieerbaar is.”

Journalistiek als beroep.

Professor Deuze is van mening dat de journalistiek nog veel werk te doen heeft om zichzelf in stand te houden. Als? “Creativiteit, onderscheid, wat door de mens gemaakt is en wat ambachtelijk is. Journalistiek moet weer een beroep worden. Ik denk dat dat ook voor de media geldt. Van dat kantoor naar de straat.”

Volgens Deuze vertrouwt de burger de journalistiek niet, maar de journalist wel. “Je bouwt een vertrouwensband op met iemand. Regionale media zijn de laatste tijd het zwaarst getroffen, maar ze kunnen het wel. Er zijn veel mogelijkheden daar. Niet in VS, NRC of Uit de VolkskrantMaar in OM 5 UUR of Brabantse Omroep.” Ook voor de lokale journalistiek ziet De Haan kansen. “Uit onderzoek blijkt dat mensen diepgaande lokale verhalen nodig hebben.”

Hij gelooft in een toekomstig portaal dat al onze platforms en media omvat. “Momenteel schakelen we tussen verschillende platforms en apparaten. Ik denk dat we binnenkort media zullen consumeren vanuit een georganiseerd en gepersonaliseerd filter. Nieuws wordt ook onderdeel van de algemene digitale mediaomgeving. Wat zal dat portaal zijn? Dit is al een strijd tussen bijvoorbeeld Google, Apple of Microsoft. Wie tussen de consument en de gehele digitale omgeving staat, zal het verhaal van de komende 25 jaar zijn. Het is niet voor niets dat Mark Zuckerberg al zijn geld inzet op de metaverse. Toegang krijgen tot die ‘digitale soep’ betekent geld verdienen.”

Alexander Klöpping was daar met de zijne mengen tien jaar geleden behoorlijk vooruitstrevend. “Het idee dat mensen niet komen voor het merk, maar voor het verhaal. Daarom moeten de media zich richten op verhalen, niet op titel.”

Generatie Z, de grootste consument in 25 jaar, heeft volgens Deuze een heel andere manier van mediaconsumptie. “In die digitale wereld danst alles samen. Het gaat niet meer om het merk, maar om het voortdurend onder de aandacht brengen.” Smit haalt een Belgisch onderzoek aan waaruit bleek dat jongeren vaak de bronnen raadplegen waarmee ze ooit zijn opgegroeid. “Online natuurlijk. Maar die vertrouwensinstellingen bieden blijkbaar zekerheid.”

Deuze prijst journalistieke samenwerkingen als: Spit, ftm of Ik investeer. “De media zijn erg 20e-eeuws. Later zullen we het hebben over media voor kleine doelgroepen. Daar schuilt ook een gevaar in. Dat we straks allemaal in onze eigen club of op ons eigen eiland zitten. Een eiland met eigen titels en bronnen. Maar we leven niet met de media, we leven in de media. Generatie Z is opgegroeid met die manier van denken, ze weten niet beter. “

kwaliteitsjournalistiek

Ook over onderzoeksplatforms als ftm of De correspondent. “En het feit dat lezers online voor artikelen willen betalen. Het is niet verwonderlijk dat er kosten aan verbonden zijn. De media moeten onderwerpen en verhalen kiezen die het publiek aantrekken. Zodat lezers niet meer zonder kunnen.”

“De journalistiek bestaat al heel lang. Ik ben geen pessimist. We hebben eenvoudigweg nieuws en controle over de macht nodig. Ik geloof in de tegenbeweging, waarin nieuwe titels ontstaan ​​die hun eigen ding doen en niet meer hetzelfde ‘massieve’ geluid maken. En dat komt de kwaliteit ten goede”, zegt Brommersma.

Heeft u een fout ontdekt? Stuur ons een e-mail. Wij zijn u dankbaar.

Opmerkingen

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *