close
close

Dijkstra gaat niet in beroep voor een kinderhartoperatie, maar gaat op zoek naar een schikking


Foto: ANP

De aftredende minister van Volksgezondheid Pia Dijkstra zal niet in beroep gaan tegen de uitspraak van een rechter die een besluit vernietigde om kinderhartchirurgie tot twee centra te beperken. In plaats daarvan wil zij dat alle betrokken partijen afspraken maken over de kwaliteit en toegankelijkheid van deze hooggespecialiseerde zorg. Op de lange termijn voorziet Dijkstra een vorm van concentratie, waarvoor het sluiten van een bestuursovereenkomst noodzakelijk zal zijn.

Dat schrijft Dijkstra in een kamerbrief naar aanleiding van de uitspraak van de Utrechtse rechter in januari. Zijn voorganger Ernst Kuipers had besloten de kinderhartchirurgie in Rotterdam en Groningen te centraliseren. Het idee hierachter is dat twee behandelteams hun kennis en ervaring met deze specifieke zorg beter op peil kunnen houden en verbeteren. De universitaire ziekenhuizen van Leiden, Amsterdam en Utrecht zouden dergelijke operaties verliezen en trokken de beslissing van Kuipers in twijfel.

Ook de rechter achtte de concentratie passend, maar vond dat Kuipers onvoldoende had onderzocht of het echt nodig was dat de operaties alleen in de twee ziekenhuizen zouden plaatsvinden. Dijkstra vindt het “een slechte zaak” dat de rechter moest ingrijpen. Volgens haar moet de prioriteit liggen bij het vinden van een oplossing. Dit is hard nodig om ‘een einde te maken aan jaren van onzekerheid voor patiënten en hun ouders’. Hij beschouwt een oproep niet als een constructieve manier om tot een oplossing te komen.

De minister bevestigt dat “de noodzaak en urgentie om deze vorm van zorg te concentreren” intact blijft. Deze mening wordt volgens haar ook gedeeld door alle betrokkenen met wie na de veroordeling een gesprek is gevoerd. Denk hierbij aan patiënten- en belangenorganisaties, de inspectie, de Nederlandse Zorgautoriteit en de vijf betrokken medische centra. Tegelijkertijd “komt er uit deze gesprekken nog steeds geen duidelijk beeld naar voren over hoe dit proces verder moet gaan”, schrijft de minister. Zij blijft daarom actief in overleg met de partijen.

Hij hoopt dat de vijf universitaire ziekenhuizen op korte termijn gezamenlijk concrete maatregelen zullen nemen om te kijken hoe de interventie bij kinderen met aangeboren hartafwijkingen ‘op de best mogelijke manier’ kan worden georganiseerd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *